| Overheidsorganisatie | Gemeente Schijndel |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van retributies in de gemeente Schijndel 2011 |
| Citeertitel | Verordening Retributies 2011 |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | financiën en economie |
| Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Verordening Retributies 2010, zoals vastgesteld op 10 december 2009. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2011.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 10-11-2011 Schijndels Weekblad, 17-11-2011 | 11.028598 | |
| 17-12-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 18-11-2010 Schijndels Weekblad, 09-12-2012 | 10.027527 |
Onderwerp
Het vaststellen van de verordening op de heffing en de invordering van Retributies 2011
Agenda
18 november 2010, punt 19.2
De raad van de gemeente Schijndel;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 oktober 2010;
gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;
Besluit
vast te stellen de volgende:
"Verordening op de heffing en de invordering van retributies in de gemeente Schijndel 2011".
In deze verordening wordt verstaan onder:
evenemententerrein: een door burgemeester en wethouders aangewezen gedeelte van de gemeente dat gebruikt mag worden voor het houden van vermakelijkheden.
dag: een periode van 24 uren aanvangende te 0.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
dagdeel: een ochtend, een middag of een avond;
mensuur: een uur per persoon, waarbij een gedeelte van een uur als een heel uur wordt aangemerkt;
kleinschalig evenement: elke kleinschalige voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak op en/of aan de openbare weg, zoals (buurt)- barbecues, buurtfeesten, straatspeeldagen en andere kleinschalige (straat) feesten.
Onder de naam retributies wordt overeenkomstig de navolgende bepalingen rechten geheven voor:
het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;
het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten;
het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen.
De rechten worden geheven van degene die:
voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen of voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen gebruikt overeenkomstig de bestemming;
het genot heeft van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
bij het geven van vermakelijkheden, gebruik maakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte, of in stand gehouden voorzieningen, of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur wordt getroffen;
a. Het recht bedraagt:
voor het gebruik van een evenemententerrein, per dag of gedeelten daarvan € 72,18
b. voor de ten laste van de gemeente komende kosten voor het uitoefenen van
de taak van brandwacht, per mensuur € 23,74
c. voor het gebruik maken van de aanwezige energievoorzieningen per dagdeel € 3,18
d. voor het treffen van voorzieningen ten behoeve van energietoevoer € 22,95
e. voor het treffen van voorzieningen ten behoeve van watertoevoer € 98,34
1. De rechten worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van kennisgeving.
2. De rechten worden verschuldigd bij aanvang van de belastingplicht.
De rechten zijn in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, invorderbaar in één termijn, welke vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de kennisgeving.
Deze belasting wordt niet geheven voor:
Kleinschalige evenementen, welke op grond van de algemene plaatselijke verordening kunnen volstaan met een melding als bedoeld in artikel 2.2.3 van de APV.
Het college van burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van retributies.
1. Met ingang van de datum van de heffing vervalt de “Verordening Retributies 2010” vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich hebben voorgedaan vóór de in het vierde lid, bedoelde datum van ingang van de heffing.
2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Retributies 2011".
3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de 8e dag na die van bekendmaking.
4. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2011.
Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 18 november 2010,
De griffier,
De voorzitter,
F.G.T.W. van Kessel–van Erp
H.Th.H. Opsteegh
Bijlagen:
Ter inzage:
Ambtelijke coördinatie:
Afdeling: Stafbureau Managementondersteuning
Behandeld door: H. van den Dungen
Reg.nummer: 10.027484