Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Beheersverordening begraafplaatsen stadsdeel Noord

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingBeheersverordening begraafplaatsen stadsdeel Noord
CiteertitelBeheersverordening begraafplaatsen stadsdeel Noord
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpNatuur, milieu en beheer openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 20-6-2012

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 10-7-2012

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-07-201201-01-2016nieuwe regeling

20-06-2012

Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 10-7-2012

5225-A

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • In deze verordening en de daarop berustende bepalingen  wordt verstaan onder:

  • a. begraafplaats(en):

    • -

      De Nieuwe Noorder

    • -

      de kerkhoven te Buiksloot, Durgerdam, Holysloot, Nieuwendam, Ransdorp, Schellingwoude en Zunderdorp;

  • b. gedenkpark: het  terrein De Nieuwe Noorder, gelegen aan de Buikslotermeerdijk en de terreinen van de onder a. genoemde kerkhoven.

  • c. graf: een zandgraf of grafkelder

  • d. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • e. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f. urn: een voorwerp ter berging van as van  een overledene;

  • g. particulier graf: een graf bij het stadsdeel in beheer waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is gevestigd tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van assen in asbussen of urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as in het graf.

  • h. algemeen graf: een graf bij het stadsdeel in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • i. eigen graf: een particulier graf dat tot 1 januari 2010 is uitgegeven onder de benaming 'eigen graf';

  • j. algemene nis: een niet voor publiek toeganke­lij­ke ruimte in het crematorium bij het stadsdeel in beheer en bestemd voor de tijdelijke bijzetting van asbus­sen;

  • k. crematorium: het crematorium de Nieuwe Noorder, gelegen op het terrein van het gedenkpark.

  • l. urnengraf: een graf bij het stadsdeel in beheer waar gelegenheid wordt gegeven tot het bijzetten van asbussen of urnen.

  • m. urnennis: een nis in een urnenmuur bij het stadsdeel in beheer waar gelegenheid wordt gegeven tot het bijzetten van asbussen of urnen.

  • n. urnenplaats: een urnengraf, een urnenkelder, een nis in de urnenmuur of een andere ruimte bij het stadsdeel in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen bijzetten van asbussen of urnen;

  • o. strooiveld: terrein dat bestemd is om permanent as te verstrooien;

  • p. gedenkteken: een grafsteen, liggende of staande zerk, sierurn, sluitplaat of ander monument ter nagedachtenis aan één of meer overledenen;

  • q. grafbedekking: gedenktekens of beplanting die op een graf of urnenplaats zijn geplaatst;

  • r. beheerder: de medewerker van het stadsdeel, die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

  • s. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf;

  • t. grafrecht:

    • -

      het recht van gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een urnenplaats, of

    • -

      het uitsluitend recht op een particulier graf;

  • u. grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door het dagelijks bestuur een grafrecht wordt verleend;

  • v. gebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of urnenplaats is verleend;

  • w. aanvrager: degene die - al dan niet door tussenkomst van een uitvaart­ondernemer - opdracht geeft voor een begrafenis, crematie,  bijzetting, herdenkingsplechtigheid of asverstrooiing en degene, die de uitgifte van een graf of urnenplaats  verzoekt;

  • x. onderhoudsbijdrage: een verplichte bijdrage in het onderhoud van het gedenkpark voor gebruikers en rechthebbenden

  • y. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsdeel Noord;

  • z. raad: de deelraad van stadsdeel Noord.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats

Artikel 2. Openstelling begraafplaats(en)

  • 1. De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het  dagelijks bestuur bij nadere regels vast te stellen tijden. Het dagelijks bestuur maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

Artikel 3. Ordemaatregelen

  • 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2. De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

  • 3. Het is verboden:

    • a.

      met motorrijtuigen, gemotoriseerde twee- of driewielers en rijwielen op de begraafplaats(en) te rijden, met uitzondering van door de rijksoverheid erkende gehandicaptenvoertuigen;

    • b.

      honden of andere dieren niet aangelijnd mee te nemen;

    • c.

      op de graven en urnenplaatsen te lopen of te zitten en gereedschappen of andere niet tot de graven behorende voorwerpen neer te leggen;

    • d.

      het gedenkpark te verontreinigen, zitgelegenheden te plaatsen of andere voorwerpen neer te leggen;

    • e.

      zonder toestemming of opdracht van de aanvrager van een uitvaart te fotograferen, te filmen of anderszins te registreren;

    • f.

      het gedenkpark te fotograferen, te filmen of anderszins te registreren;

    • g.

      zonder voorafgaande kennisgeving aan de beheerder werkzaamheden op de begraafplaats, het crematorium of het gedenkpark te verrichten.  

    • h.

      bloemen of andere waren te koop aan te bieden of hiervoor reclame te maken;

    • i.

      as te verstrooien of andere vormen van lijkbezorging te bezigen;

    • j.

      gedurende de tijd dat het gedenkpark niet voor publiek geopend is zich daarop te bevinden.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in lid 3a., f. en j.

Artikel 4. Plechtigheden

  • 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke kunnen op de begraafplaats slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 5. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De aanvragers kunnen het sluiten van het graf onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 6. Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1. Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2. De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 7. Over te leggen stukken

  • 1. Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2. Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende.

  • 3. Begraving in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4. De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

Artikel 8. Tijden van begraven en asbezorging

  • Het tijdstip van begraven, cremeren, bijzetten of verstrooien wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken aanvrager, recht­hebbende of gebruiker, vastgesteld.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 9. Indeling graven en asbezorging

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt de indeling van de begraaf­plaats(en), de bestem­ming van de grafvel­den en het onder­scheid in graven vast.

  • 2. Graven en urnenplaatsen worden uitgegeven aansluitend op de reeds uitgegeven graven en urnenplaatsen.

  • 3. Indien dit naar het oordeel van het dagelijks bestuur gewenst of niet bezwaarlijk is, kunnen ook op andere plaatsen als bedoeld in lid 2 graven of urnenplaatsen worden uitgegeven.

  • 4. Sommige typen graven, urnenplaatsen of bepaalde diensten zijn soms niet, niet meer of nog niet, en niet voor alle termijnen, beschikbaar. Een aanvrager heeft geen recht op uitgifte of levering.

Artikel 10. Algemene graven

  • 1. Algemene zandgraven zijn bestemd voor het begraven van twee of drie lijken.

  • 2. Algemene kindergraven zijn bestemd voor één kind.

  • 3. In of op algemene graven worden geen asbussen bijgezet en geen as verstrooid.

  • 4. Algemene graven worden uitgegeven voor een termijn van tien jaar

  • 5. De termijn van algemene graven kan niet worden verlengd.

Artikel 11. Categorieën

  • 1. Particuliere graven zijn bestemd voor het begraven van maximaal drie lijken en het bijzetten van maximaal drie asbussen.

  • 2. Kindergraven zijn bestemd voor het begraven van één lijk van een kind tot en met 11 jaar en/of het bijzetten van één asbus met de as van een kind tot en met 11 jaar.

  • 3. Particuliere graven worden uitgegeven voor termijnen van ten minste tien en ten hoogste vijftig jaren, met uitzondering van het bepaalde in het volgende lid.

  • 4. Kindergraven worden uitgegeven voor een termijn van ten minste tien en ten hoogste vijftig jaren.

  • 5. Na afloop van de uitgiftetermijn kunnen de grafrechten op particuliere graven op verzoek van de rechthebbende telkens met minimaal vijf jaar en maximaal twintig jaar worden ver­lengd, mits een zodanig verzoek binnen twee jaar vóór het verstrijken van de termijn is gedaan. De verlenging kan door de beheerder niet worden geweigerd

  • 6. Bestaande particuliere graven die voorheen zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd, blijven bestaan tot het moment dat de begraaf­plaats wordt opgeheven, mits de rechthebbende eens in de tien jaar aan de beheerder te kennen geeft dat op een verdere instandhouding van het graf prijs wordt gesteld.

  • 7. De beheerder kan aan een rechthebbende op een particulier graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder, op nader te stellen voorwaarden.

  • 8. Een vergunning voor een grafkelder kan worden gewijzigd, ingetrokken of geweigerd indien:

    • a.

      de duurzaamheid van de gebruikte materialen onvoldoende of de fundering en   constructie onvoldoende stevig en veilig wordt geacht;

    • b.

      ter verkrijging van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • c.

      de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zijn of worden nagekomen of de op de vergunning van toepassing zijnde regelgeving niet is of wordt nagekomen;

    • d.

      van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel bij ontbreken van een dergelijke termijn binnen een redelijke termijn.

    • e.

      de houder van de vergunning dit verzoekt;

    • f.

      het dagelijks bestuur om redenen van beheertechnische aard dit wenselijk of noodzakelijk acht.

Artikel 12. Grafrecht vestigen

  • 1. Het in artikel 10, 11, en 17 bedoelde grafrecht wordt schriftelijk gevestigd door middel van een grafakte.

  • 2. Rechthebbenden en gebruikers kunnen een duplicaatakte verkrij­gen.

Artikel 13. Tarieven

  • De kosten van begraven of cremeren, van het vestigen, overdragen of verlengen van een grafrecht op een algemeen graf, een particulier graf, urnenplaats of, voor het delven of openen en sluiten van een graf, voor het toelaten van een grafkelder, voor de bijdrage in het algemeen onderhoud van het gedenkpark, van opgraving van een lijk, van ruiming van een particulier graf of een asbus, van asbestemmingen en dergelijke, alsmede de eventuele andere kosten die verband houden met het gebruik van de begraafplaats, het crematori­um of uitvaart­plech­tigheden, worden door de deelraad in een heffingsverordening vastgesteld.

Artikel 14. Overschrijving van verleende rechten

  • 1. Het grafrecht kan op aanvraag van de rechthebbende of gebruiker worden overgeschreven op naam van één ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker. Indien de overleden rechthebbende of gebruiker in het graf respectievelijk urnenplaats dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3. Indien na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker de aanvraag tot overschrijving aan het dagelijks bestuur niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, kan het dagelijks bestuur het grafrecht  doen vervallen.

  • 4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het dagelijks bestuur grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende of gebruiker, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf/urnenplaats dat inmiddels is geruimd.

Artikel 15. Afstand doen van graven

  • Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende of gebruiker schriftelijk afstand doen ten behoeve van het stadsdeel van het grafrecht. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet de beheerder schriftelijk mededeling aan de rechthebbende of gebruiker.

Hoofdstuk 5 Asbestemming

Artikel 16. Termijn asbussen in algemene nis

  • 1. Een asbus verblijft minimaal een maand doch maximaal 6 maanden in de algemene nis. De termijn kan één keer verlengd worden met maximaal 6 maanden.

  • 2. Indien de aanvrager van een crematie binnen de in het eerste lid van dit artikel genoemde (verlengde) termijn geen bestem­ming van de as kenbaar maakt, wordt de as verstrooid op een door de beheerder in het gedenkpark te bepalen locatie en tijdstip.

Artikel 17. Termijnen bijzetten asbussen

  • 1. Een asbus kan worden bijgezet in of op een urnenplaats;

  • 2. In een urnenplaats kunnen niet meer (delen van) asbussen worden bewaard dan waarvoor de urnenplaats is bedoeld

  • 3. Urnenplaatsen worden uitgegeven voor een termijn van minimaal vijf en maximaal   twintig jaar

  • 4. Na afloop van de grafrechttermijn van een urnenplaats kan deze termijn met maximaal 10 jaar worden verlengd tenzij het dagelijks bestuur dit uit oogpunt van beheer bezwaarlijk vindt.

  • 5. Indien het grafrecht niet wordt verlengd en niet tijdig een andere bestemming van de as kenbaar is gemaakt wordt de as verstrooid op een door de beheerder te bepalen tijd en locatie.

Artikel 18.  Bijzetten asbussen

  • 1. In urnennissen kunnen, afhankelijk van het formaat en de wijze van bijzetten, één, twee of vier asbussen worden bijgezet.

  • 2. Urnengraven zijn bestemd voor het bijzetten van ten hoogste vier asbussen: dat kan in een zandgraf, in een ondergrondse kelder dan wel in een bovengronds gedenkteken

  • 3. Een asbus kan worden bijgezet in of op een particulier graf; de bepa­lingen van deze verordening betreffende particuliere graven zijn van over­eenkom­stige toepas­sing

Hoofdstuk 6 Grafbedekkingen

Artikel 19. Vergunning gedenkteken

  • 1. Het dagelijks bestuur kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van het gedenkteken en de wijze van aanbrengen.

  • 2. Voor het plaatsen, wijzigen of herplaatsen van een gedenkteken is een schriftelijke vergunning nodig van het dagelijks bestuur.

  • 3. De rechthebbende of gebruiker vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het eerste lid;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is;

    • e.

      de tekst of afbeelding op het gedenkteken naar het oordeel van het dagelijks bestuur aanstootgevend of kwet­send kan zijn;

Artikel 20.  Beplanting

  • 1. Wanneer grafbeplanting te hoog of te breed wordt zal de rechthebbende of gebruiker worden aangeschreven en op de geldende voor­schriften worden geatten­deerd. Indien de rechthebbende of gebruiker vervolgens niet binnen een maand de grafbeplanting in de gewenste toestand brengt, kan de beheerder de grafbeplanting geheel of deels op kosten van de nalatige rechthebbende of gebruiker doen verwijderen.

  • 2. Op en rond een strooiveld mogen geen planten worden aangebracht.

  • 3. Het is toegestaan om op een graf of aan de rand van het strooiveld losse bloemen te leggen of bloemen in steekvazen te plaatsen.

  • 4. Het is niet toegestaan om op een graf losse voorwerpen te plaatsen die van glas zijn vervaardigd, of die weg kunnen waaien.

  • 5. Verwelkte bloemen, verwaarloosde planten, losse en glazen voorwerpen kunnen door de beheerder worden verwijderd.

Artikel 21. Onderhoud van de grafbedekking door rechthebbende of gebruiker

  • 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door, voor rekening en risico van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 2. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 3. Indien de rechthebbende of de gebruiker nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het dagelijks bestuur de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen.

  • 4. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat het dagelijks bestuur de rechthebbende of de gebruiker door middel van een verklaring schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking.

  • 5. Het dagelijks bestuur kan de rechthebbende of de gebruiker per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen binnen de door het dagelijks bestuur gestelde termijn indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het dagelijks bestuur het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.

Artikel 22. Niet-blijvende grafbeplanting

  • 1. Niet-blijvende beplanting op een graf dat in een verwaarloosde staat verkeert kan zonder voorafgaand overleg met de rechthebbende door de beheerder of gebruiker worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 2. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd.

  • 3. Zonder toestemming van de beheerder kunnen geen bomen, heesters of coniferen worden geplaatst.

Hoofdstuk 7 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 23. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1. De gebruikers van een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de stoffelijke resten, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders.

  • 2. Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 8 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

Artikel 24. Lijst

  • 1. Het dagelijks bestuur houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het dagelijks bestuur of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3. Het dagelijks bestuur beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 25. Criteria vervallen grafrechten

  • 1. De grafrechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker afstand doet van het grafrecht;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2. Het dagelijks bestuur  kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de aanvrager, rechthebbende of gebruiker de verschuldigde rechten niet conform de regels in de van toepassing zijnde    Heffingsverordening Begraafplaatsen volledig heeft voldaan;         

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker - ondanks een aanmaning - in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of de gebruiker van een graf is overleden en het recht niet binnen 6 maanden is overgeschreven.

  • 3. In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen b en c, en in het tweede lid, vindt geen terugbeta­ling plaats van een deel van de kosten van het grafrecht, betaalde onderhoudsbijdragen of eventuele andere kosten.

  • 4. De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking kan gedurende een maand vóór het vervallen van een graf­recht door de rechthebbende of gebruiker van het graf worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kunnen zij geen aanspra­ken op deze voor­wer­pen doen gelden.

Artikel 26. Intrekking oude regeling

  • De Verordening op de algemene begraafplaats en de kerkhoven in het stadsdeel Amsterdam-Noord, vastgesteld op 27 april 1988, wordt ingetrokken.

Artikel 27. Overgangsbepaling

  • 1. Besluiten van het dagelijks bestuur die genomen zijn krachtens de Verordening op de algemene begraafplaats en de kerkhoven in het stadsdeel Amsterdam-Noord gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op de algemene begraafplaats en de kerkhoven in het stadsdeel Amsterdam-Noord is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. Voor de ingevolge deze verordening gevestigde uitsluitende rechten op graven geldt nadrukke­lijk dat zij worden gevestigd onder de nadere voor­waarden, bij eventuele aanvulling of wijziging van deze verorde­ning te stellen.

Artikel 28. Strafbepaling

  • 1. Hij die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 3 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Overtreding van artikel 3 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 29.   Voorziening in geval van omissies

  • In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 30. Inwerkingtreding

  • Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 31. Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening begraafplaatsen stadsdeel Noord