Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2011
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpVerordening op de rekenkamercommissie 2011

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 81, sub oa van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-04-2011Nieuwe regeling

13-04-2011

gemeenteblad

RV11.020

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Naarden;

 

gelezen het voorstel van de rekenkamercommissie (RV11.020);

gelet op het bepaalde in artikel 81, sub oa, van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

de onderstaande Verordening op de rekenkamercommissie 2011 vast te stellen.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. wet : Gemeentewet;

b. commissie : rekenkamercommissie van de gemeente Naarden;

c. voorzitter : voorzitter van de rekenkamercommissie;

d. college : college van burgemeester en wethouders;

e. raad : de gemeenteraad van Naarden.

f. klankbordgroep : een door de raad uit zijn midden benoemde

   klankbordgroep die actief bijdraagt aan het bevorderen

   van een goede relatie tussen raad en

   rekenkamercommissie.

Artikel 2 Taken en samenstelling van de rekenkamercommissie

1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als

    de rekenkamercommissie.

2. De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke)

    effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en

    doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk beheer en

    van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het

    gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van

    instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de

    gemeente worden bekostigd.

3. De commissie bestaat uit vier leden.

Artikel 3 Benoeming en ontslag leden

1. De raad benoemt de leden van de commissie uit externen.

2. De leden van de commissie worden voor een periode van vier jaar benoemd;

    deze leden kunnen door de raad, op voordracht van de commissie, één keer

    worden herbenoemd voor een aansluitende periode van vier jaar.

3. De benoemingstermijn van de leden begint en eindigt op verschillende

    momenten. Telkens treden twee leden tegelijkertijd aan en af.

4. De raad benoemt de voorzitter uit de leden van de commissie. De voorzitter

    draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het

    leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en

    werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De

    voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met onderzoekers en met het

    secretariaat van de commissie.

5. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter

    dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben, het oudste

     lid in jaren.

6. De benoeming tot voorzitter en lid van de commissie vervalt door een

    desbetreffend, met redenen omkleed besluit van de raad, door ontslagname

    of door het verstrijken van de zittingstermijn als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 4 Eed

Ten aanzien van de leden is artikel 81g van de wet van overeenkomstige

toepassing.

Artikel 5 Vergoeding voor werkzaamheden

1. De leden ontvangen een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden als lid

    van de commissie. Deze vergoeding is gelijk aan 50% en voor de voorzitter

    60% van het bedrag dat op basis van het rechtspositiebesluit raads- en

    commissieleden jaarlijks door de minister wordt vastgesteld als maximaal te

    verstrekken vergoeding aan raadsleden in de gemeente Naarden.

2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van

    de commissie.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

1. De ambtelijk secretaris van de rekenkamercommissie wordt op voordracht

    van de raad en in overleg met de commissie benoemd.

2. De ambtelijk secretaris staat de commissie terzijde bij de uitvoering van haar

    taken.

3. De ambtelijk secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie

    over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

4. De ambtelijk secretaris draagt zorg voor:

    a. de ontwikkeling van beleid en het adviseren op het terrein van de

        commissie;

    b. de (beleids)uitvoering op het terrein van de commissie;

    c. de secretariële ondersteuning van de commissie.

5. Op verzoek van de ambtelijk secretaris kan de gemeentesecretaris specifieke

    werkzaamheden in handen leggen van door hem aan te wijzen ambtenaren.

    Over de wijze en de mate van ondersteuning vindt afstemming plaats.

Artikel 7 Klankbordgroep en klankbordsessies

1. Een vertegenwoordiging van de gemeenteraad fungeert als klankbordgroep

    voor de commissie.

2. De commissie verzoekt daartoe het presidium op ad hoc basis een

     klankbordgroep samen te stellen uit vertegenwoordigers van de fracties. Op

     initiatief van de commissie komen de leden van de commissie en de

     klankbordgroep bijeen voor een klankbordsessie.

3. De klankbordgroep draagt actief bij aan het bevorderen van een goede

    relatie tussen de raad en de rekenkamercommissie.

4. De klankbordsessies zijn informatief van karakter voor zowel de

    klankbordgroep als de commissie.

5. Alle deelnemers aan vergaderingen van de klankbordgroep, en in het

    bijzonder de leden van de klankbordgroep en de leden van de commissie,

    zijn verplicht tot geheimhouding van alle inhoudelijke informatie over

    voorgenomen onderzoeken en lopende onderzoeken die vooraf, tijdens of

    naar aanleiding van de vergadering mondeling dan wel schriftelijk tussen

    commissie en klankbordgroep wordt uitgewisseld

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere

werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter

kennisneming aan de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

1. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de

    probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter

    kennisneming aan de raad gezonden. Het college ontvangt daarvan een

    afschrift ter informatie.

3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen

    van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen één maand in

    hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het

    verzoek van de raad voldoet, zal zij dit met redenen omkleden.

Artikel 10 Werkwijze van de commissie

1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering,

    begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde

    onderzoeksopzet.

2. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle

    ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij

    nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken.

3. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn

    verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde

    termijn te verstrekken.

4. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van

    procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

5. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op

    grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van

    Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of

    gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

6. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

7. Voor de uitvoering van een onderzoek kan de commissie, met inachtneming

    van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

8. De commissie stelt de ambtelijk betrokkenen in de gelegenheid om binnen

    een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun

    zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te

    maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van

    onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie voorts als

    betrokkenen worden aangemerkt.

9. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota

    met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het

    rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het

    college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

10. Bij het uitoefenen van haar taak kan de commissie gebruik maken van de

    resultaten van door anderen verrichte controles, onverminderd haar

    bevoegdheid tot eigen onderzoek.

11. De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Wet verstrekt

    desgevraagd aan de commissie controleprogramma’s en licht haar volledig in

    omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere

    door de commissie aan te geven wijze.

Artikel 11 Budget

1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar

    gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar

    taken. De ambtelijk secretaris fungeert als budgetbeheerder.

2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten

    gebracht van:

    a. de vergoedingen aan de leden;

    b. de ambtelijk secretaris;

    c. interne onderzoeksmedewerkers;

    d. externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld

    e. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uit

        oefening van haar taak.

3. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording

    verschuldigd aan de raad.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na vaststelling

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke

rekenkamercommissie 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

der gemeente Naarden, gehouden op woensdag 13 april 2011.

de voorzitter,

de griffier,