Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zijpe

Verordening Burgerinitiatief gemeente Zijpe

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zijpe
Officiële naam regelingVerordening Burgerinitiatief gemeente Zijpe
CiteertitelVerordening Burgerinitiatief gemeente Zijpe
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpGriffie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-200708-03-2014Onbekend

30-01-2007

Schager Weekblad/Zijper Nieuws 08-09-2010

Voorstel college 27-11-2006

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Burgerinitiatief Gemeente Zijpe

De raad van de gemeente Zijpe; Nr. 13

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2006;

Gelet op het advies van de commissie BO/SZ van 23 januari 2007

besluit:

vast te stellen de Verordening Burgerinitiatief Gemeente Zijpe

Artikel 1

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2

  • 1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Ongeldig is het verzoek dat:

    • a.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • b.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • 1. Initiatiefgerechtigden zijn degenen:

    • a.

      die kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad;

    • b.

      ingezetenen van de gemeente van 16 jaar en ouder die, met uitzondering van hun leeftijd, voldoen aan de vereisten voor het kiesrecht voor de leden van de gemeenteraad;

  • 2. Voor de beoordeling of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is de toestand op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    • e.

      een onderwerp waarover korter dan 2 jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten of gewijzigde omstandigheden tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.;

    • f.

      de uitvoering van besluiten van hogere bestuursorganen waaromtrent het gemeentebestuur geen beleidsvrijheid heeft;

    • g.

      de inrichting van de gemeentelijke organisatie;

    • h.

      het vaststellen en wijzigen van de gemeentelijke begroting, belastingen en tarieven;

    • i.

      handelingen en gedragingen van ambtsdragers waartegen een klacht kan worden ingediend op grond van de Algemene wet bestuursrecht of de door de gemeenteraad vastgestelde klachtenregeling.

  • 2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • 3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de burgemeester, als zijnde voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief, en

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s);

    • d.

      een lijst met de voornamen, achternamen, adressen, geboortedata en handtekeningen van tenminste 50 initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

  • 3. Voor de indiening van het verzoek wordt gebruik gemaakt van het in bijlage 1 van deze verordening opgenomen model.

Artikel 6

  • 1. De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst. Hierbij geldt dat ten minste drie weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

  • 2. Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 3. Het burgerinitiatief bevat een voorstel aan de raad voor een door de raad te nemen besluit, voorzien van een motivering.

  • 4. Indien uit de realisering van het burgerinitiatief kosten voortvloeien wordt daarvan een globale raming gegeven.

  • 5. De griffier nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling toe te lichten. Na behandeling van het voorstel door de raad in eerste termijn krijgt de verzoeker of zijn plaatsvervanger de gelegenheid om hierop te reageren.

  • 6. Binnen 2 weken nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen, zorgt de griffier er voor dat het raadsbesluit openbaar bekend wordt gemaakt.

  • 7. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan verzoeker of zijn plaatsvervanger.

Artikel 7

De burgemeester brengt in het burgerjaarverslag verslag uit over de werking van het recht van burgerinitiatief in de praktijk.

Artikel 8

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van de verordening, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Burgerinitiatief Gemeente Zijpe” en treedt in werking op 1 maart 2007.

Ondertekening

Schagerbrug, 30 januari 2007