Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

Aanschrijving fictief rendement en dividenduitkering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingAanschrijving fictief rendement en dividenduitkering
CiteertitelAanschrijving fictief rendement 2001
Vastgesteld doorDirecteur der Belastingen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de inkomstenbelasting (PB 1999, no. 245), art. 5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-10-200101-01-2001Nieuwe regeling

03-10-2001

Onbekend

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

Aanschrijving fictief rendement en dividenduitkering

Per 1 januari 2000 is artikel 5 van de Landsverordening op de inkomstenbelasting (hierna: LIB) (PB 1999, no. 245) in het kader van het Nieuw Fiscaal Raamwerk voor de Nederlandse Antillen gewijzigd. Artikel 5 LIB geeft aan wat onder opbrengsten uit roerend kapitaal dient te worden verstaan. Op basis van het vierde lid worden niet-uitgekeerde winsten uit buitenlandse beleggingsmaatschappijen bij de aandeelhouder in aanmerking genomen, het zogenaamde fictief rendement. Met buitenlandse beleggingsmaatschappij wordt bedoeld een vennootschap die niet op de Nederlandse Antillen is gevestigd waarvan de bezittingen volgens de geconsolideerde balans grotendeels bestaan uit kredietverstrekkingen en beleggingen of daarmee vergelijkbare werkzaamheden. Het fictief rendement wordt jaarlijks gesteld op 4% van de waarde welke bij het begin van het kalenderjaar in het economische verkeer aan de aandelen, lidmaatschapsrechten en belangen kan worden toegekend.

Krachtens de Landsverordening van de 3de augustus 2001 houdende wijziging van de Landsverordening op de inkomstenbelasting (PB. 2001, no. 94) is vanaf 1 januari 2001 het begrip “aanmerkelijk belang” verruimd. In artikel 11, eerste lid, onderdeel 3 LIB wordt een definitie gegeven van wat er onder winst uit aanmerkelijk belang wordt verstaan. Door de verruiming van het begrip “aanmerkelijk belang”, vallen ook reguliere voordelen uit een tot een aanmerkelijk belang behorende aandelen of winstbewijzen onder de definitie van winst uit aanmerkelijk belang.

Vanuit de fiscale praktijk is aan mij de vraag gesteld op welke wijze vanaf 1 januari 2001 het voordeel, als bedoeld in artikel 5, vierde lid LIB uit een aanmerkelijk belang in een buitenlandse beleggingsmaatschappij dient te worden belast. Verder werd aan mij de vraag gesteld naar de verhouding tussen het eerste en het vierde lid van artikel 5 LIB. In dat kader maak ik het volgende bekend.

Hoofdregel is dat het voordeel als bedoeld in artikel 5, vierde lid LIB jaarlijks wordt gesteld op vier procent. In het kader hiervan wil ik erop wijzen dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het niet de bedoeling van de wetgever was om de werkelijke uitgekeerde dividenden te belasten.

Ingeval er sprake is van een voordeel, als bedoeld in artikel 5, vierde lid LIB uit een aanmerkelijk belang in een buitenlandse beleggingsmaatschappij, dient dit voordeel te worden gerekend tot het reguliere voordeel, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel 3 LIB. Anders gezegd: artikel 11, eerste lid, onderdeel 3 LIB verleent toegang tot het bijzondere tarief van 25% exclusief opcenten ex artikel 24, vierde lid LIB, maar dan wel over het fictief rendement van artikel 5, vierde lid LIB.

Voordelen als bedoeld in artikel 5, vierde lid LIB, worden beschouwd niet later te zijn genoten dan bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de belastingplicht zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt.

Deze aanschrijving kan worden aangehaald als: aanschrijving fictief rendement 2001.

Deze aanschrijving treedt in werking op 3 oktober 2001 en werkt terug tot en met 1 januari 2001.