Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Menterwolde 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingGedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Menterwolde 2012
CiteertitelGedragscode bestuuurlijke integriteit 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpgedragscode bestuurlijke integriteit

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-06-201201-01-2018Nieuwe regelgeving

26-04-2012

Tussenklappen 30 mei 2012

Raadsbesluit No. 7/4/2012

Tekst van de regeling

No.: 7/4.

De raad van de gemeente Menterwolde;

gelezen het voorstel van de raadsgriffier

gehoord hebbend het college van burgemeester en wethouders

gelet op de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen:

DE GEDRAGSCODE BESTUURLIJKE INTEGRITEIT GEMEENTE MENTERWOLDE 2012

Paragraaf 1 Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Leden van de raad, de raadscommissie(s), de wethouders en de burgemeester stellen bij hun

handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is

daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daar

van die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt,

wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen.

Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega bestuurders, de gemeenteraad, maar ook

extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder

perspectief:

- Dienstbaarheid

Het handelen van een bestuurder is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en

op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

- Functionaliteit

Het handelen van een bestuurder heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in

het bestuur.

- Onafhankelijkheid

Het handelen van een bestuurder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen

vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke

vermenging wordt vermeden.

- Openheid

Het handelen van een bestuurder is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en

de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de bestuurder en zijn

beweegredenen daarbij.

- Betrouwbaarheid

Op een bestuurder moet men kunnen rekenen. Hij houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en

informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor geen ander doel

dan waarvoor deze zijn gegeven.

- Zorgvuldigheid

Het handelen van een bestuurder is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en

met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze begrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten

aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

 

Paragraaf 2 Gedragscode

Sub-paragraaf 1. Algemene bepalingen

1.1. Onder bestuurder(s) wordt verstaan: de raadsleden, de commissieleden, de wethouders

en de burgemeester.

1.2. Onder het college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders.

1.3. Onder de driehoek wordt verstaan een regulier overleg tussen de burgemeester, de

gemeentesecretaris en de raadsgriffier.

1.4. Deze gedragscode geldt voor de bestuurders individueel en voor de raad en het

college.

1.5. In alle gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig

is, vindt bespreking plaats in de driehoek. De driehoek treft een finaal besluit.

1.6. De code is openbaar en door derden te raadplegen.

1.7. De bestuurders ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

1.8. Een bestuurder is door medebestuurders aan te spreken op de naleving van deze code.

 

Sub-paragraaf 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

2.1. Een bestuurder doet opgave van zijn financiële belangen. De opgave is openbaar en

door derden te raadplegen.

2.2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de bestuurder (de schijn van)

bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

2.3. Een oud-bestuurder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn

uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente,

tenzij de raad afwijking van deze regel toestaat.

2.4. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een bestuurder over een onderwerp in

het geding kan zijn, geeft hij bij de besluitvorming daarover aan in hoeverre het

onderwerp hem persoonlijk aangaat.

2.5. Een bestuurder die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke

betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, meldt

bij deelname aan de besluitvorming over een opdracht de betreffende relatie.

2.6. Een bestuurder neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen facilitei-

ten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan

beïnvloeden.

 

Sub-paragraaf 3 Nevenfuncties

3.1 Een bestuurder vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een

integere invulling van de politieke c.q. bestuurlijke functie.

3.2 Een bestuurder maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aange-

geven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar ge-maakt.

3.3 Een bestuurder houdt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie, tenzij dat op grond

van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan. De inkomsten komen ten goede aan

de kas van de gemeente.

 

Sub-paragraaf 4 Informatie

4.1 Een bestuurder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen geheime informatie aan derden.

4.2 Een bestuurder maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkin-

gen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

4.3 Een bestuurder gaat verantwoord om met de e-mail en internetfaciliteiten van de gemeente alsmede met de sociale media en zorgt er voor dat vertrouwelijke gegevens

in computerbestanden en stukken onbereikbaar zijn voor onbevoegden.

Sub-paragraaf 5 Aannemen van geschenken, diensten en uitnodigingen

5.1 Een bestuurder accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn

onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

5.2 Geschenken en giften die een bestuurder uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden

gemeld bij de gemeentesecretaris en geregistreerd.

5.3 Geschenken of giften die een geschatte waarde van minder dan € 50,-- vertegen-

woordigen, kunnen in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven

niet te worden gemeld en geregistreerd.

5.4 Een bestuurder vraagt niet om financiële medewerking van derden (bijvoorbeeld

sponsoring) voor gemeentelijke doeleinden, tenzij dit een uitvloeisel is van een

bestuurlijk besluit.

5.5 Ongebruikelijke aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoe-

deren worden niet geaccepteerd

5.6 Een bestuurder doet, afhankelijk van het bestuursorgaan waar hij deel van uitmaakt,

bij het college dan wel de griffier melding van uitnodigingen voor excursies en

evenementen op kosten van derden.

Sub-paragraaf 6 Bestuurlijke uitgaven en declaraties/gebruik van gemeentelijke voorzieningen

6.1 Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen

worden aangetoond.

6.2 Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende

criteria gehanteerd:

- Met de uitgave is het belang van de gemeente gediend.

- De uitgave vloeit voort uit de functie.

6.3 De bestuurder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

6.4 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé doeleinden is

niet toegestaan, tenzij dit anders is geregeld.

Sub-paragraaf 7 Reizen

7.1 Een bestuurder, die het voornemen heeft op kosten van de gemeente een buitenlandse

reis dan wel een meerdaagse binnenlandse reis te maken, heeft toestemming nodig van

het college.

7.2 Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden

altijd besproken in het college en onder meer getoetst op het risico van belangenver-strengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor het besluit.

7.3 Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een bestuurder is uitslui- tend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het

belang van de gemeente daarmee is gediend. Het meereizen van de partner wordt bij

de besluitvorming betrokken.

7.4 Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan.

Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de

besluitvorming betrokken.

7.5 Het verlengen van een dienstreis voor privé doeleinden is slechts beperkt toegestaan,

mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfskosten komen

volledig voor rekening van de bestuurder.

7.6 De in verband met de dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform

de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

 

Sub-paragraaf 8 Slotbepaling

8.1 Dit reglement kan worden aangehaald als Gedragscode bestuurlijke integriteit 2012.

8.2 Dit reglement treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

8.3 Gelijktijdig met inwerkingtreding van dit reglement vervalt “De gedragscode bestuur-

lijke integriteit” vastgesteld op 25 maart 2004 nr. 8/4.

Ondertekening

Muntendam, 26 april 2012.

De raad voornoemd;

De voorzitter,                                   De griffier,

E.A. van Zuijlen                               F.A.P. Grit

INTERGRITEITSVERKLARING 1

Toelichting 1 Toelichting bij de gedragscode bestuurlijke integriteit gemeente Menterwolde 2012.