Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 11de maart 2008 ter uitvoering van de artikelen 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, derde lid, 8, tweede lid, 13 en 17, tweede lid, van de Archieflandsverordening 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 11de maart 2008 ter uitvoering van de artikelen 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, derde lid, 8, tweede lid, 13 en 17, tweede lid, van de Archieflandsverordening 2007
CiteertitelArchiefbesluit
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Archieflandsverordening 2007, art. 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, derde lid, 8, tweede lid, 13, 17, tweede lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-04-2008Nieuwe regeling

11-03-2008

P.B. 2008, no. 26

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 11de maart 2008 ter uitvoering van de artikelen 3, eerste lid, 4, tweede lid, 5, derde lid, 8, tweede lid, 13 en 17, tweede lid, van de Archieflandsverordening 2007.

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit landsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a. landsverordening:de Archieflandsverordening 2007;
b. vernietiging:de stoffelijke destructie van archiefbescheiden op een zodanige wijze dat de informatie op geen enkele wijze en door niemand meer kan worden geraadpleegd;
c. zorgdrager: degene die bij of krachtens de verordening belast is met de zorg voor de archiefbescheiden;
d. selectielijst:de lijst, bedoeld in artikel 3, van dit landsbesluit.

HOOFDSTUK 2 Archiefbescheiden vóór overdracht

§ 1 Selectie en vernietiging
Artikel 2
  • 1. Bij de vernietiging van archiefbescheiden wordt gehandeld overeenkomstig de "Algemene richtlijnen van voor vernietiging in aanmerking komende stukken", opgenomen als bijlage bij dit landsbesluit.

  • 2. De zorgdrager ontwerpt selectielijsten waarin tenminste wordt aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging in aanmerking komen.

  • 3. De zorgdrager stelt de selectielijsten vast.

Artikel 3

Bij het ontwerpen en vaststellen van selectielijsten, bij besluiten omtrent de vervanging van archiefbescheiden door reproducties en bij besluiten omtrent de vervreemding van archiefbescheiden wordt rekening gehouden met:

  • a.

    de taak van het betreffende overheidsorgaan;

  • b.

    de verhouding van dit overheidsorgaan tot andere overheidsorganen;

  • c.

    de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed;

  • d.

    het belang van de in de archiefbescheiden voorkomende gegevens voor overheidsorganen, voor recht- en bewijszoekenden en voor historisch onderzoek; of

  • e.

    de bewaartermijnen, vermeld in de "Algemene richtlijnen van voor vernietiging in aanmerking komende stukken", opgenomen in bijlage 1 van dit landsbesluit.

Artikel 4

De zorgdrager betrekt bij het ontwerpen van een selectielijst ten minste:

  • a.

    één of meer personen die deskundig zijn ten aanzien van de organisatie en taken van het betreffende overheidsorgaan;

  • b.

    één of meer personen die deskundig zijn ten aanzien van het beheer van de nog niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden van het desbetreffende overheidsorgaan;

  • c.

    de algemene landsarchivaris;

Artikel 5

Een selectielijst bestaat tenminste uit:

  • a.

    een titel waaruit blijkt op welk overheidsorgaan de selectielijst betrekking heeft;

  • b.

    een opsomming van taken van dat overheidsorgaan;

  • c.

    een systematische opsomming van categorieën archiefbescheiden, waarin bij iedere categorie is aangegeven of de archiefbescheiden bewaard worden, dan wel na welke termijn zij voor vernietiging in aanmerking komen;

  • d.

    een toelichting die in ieder geval bevat:

    • 10

      een verantwoording van de wijze waarop toepassing is gegeven aan artikel 3;

    • 20

      een verslag van de wijze waarop derden en met name de deskundigen, bedoeld in artikel 4, bij het ontwerpen van de selectielijst betrokken zijn en van de inhoud van het met hen gevoerde overleg; en

  • e.

    een opsomming van de criteria aan de hand waarvan de zorgdrager archiefbescheiden die ingevolge de selectielijst voor vernietiging in aanmerking komen, van vernietiging uitzonderen.

Artikel 6

Door de minister worden regels gesteld met betrekking tot het digitaal beheer van archiefbescheiden en het in geordende en toegankelijke staat brengen en bewaren van archiefbescheiden die ingevolge een selectielijst voor bewaring in aanmerking komen.

Artikel 7
  • 1. Vernietiging van niet in een archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden geschiedt op last van de zorgdrager.

  • 2. Tot vernietiging van in een archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden mag de beheerder slechts overgaan na machtiging van degene, op wiens last deze archiefbescheiden zijn overgebracht.

Artikel 8
  • 1. Van vernietiging van archiefbescheiden wordt een verklaring opgemaakt, die ten minste inhoudt een specificatie van deze archiefbescheiden alsmede aangeeft op grond waarvan de vernietiging is geschied.

  • 2. Een exemplaar van deze verklaring wordt bewaard door degene, onder wie de archiefbescheiden, indien zij niet waren vernietigd, zouden behoren te berusten.

Artikel 9

Zolang geen vernietiging heeft plaats gevonden blijven voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden aangemerkt als archiefbescheiden in de zin van artikel 1, onderdeel c, van de landsverordening.

§ 2 Toezicht
Artikel 10
  • 1. Met de uitoefening van het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de landsverordening bepaalde zijn belast de algemene landsarchivaris en de door de minister op voordracht van de algemene landsarchivaris aangewezen toezichthouders, zijnde functionarissen in dienst van het Nationaal Archief.

  • 2. Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt bekendgemaakt in de Curaçaose Courant.

Artikel 11
  • 1. Een toezichthouder als bedoeld in artikel 10 is bevoegd:

    • a.

      alle ruimten waarin archiefbescheiden van overheidsorganen worden bewaard, te betreden alsmede inzage te vorderen van die archiefbescheiden, één en ander met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van geheimen;

    • b.

      inlichtingen te vorderen;

    • c.

      inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden;

    • d.

      indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, de gegevens en bescheiden voor dat doel korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs.

  • 2. Een overheidsorgaan verleent aan de toezichthouder alle medewerking die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.

Artikel 12
  • 1. De algemene landsarchivaris doet aan het overheidsorgaan mededeling van de bevindingen van het toezicht en van de voorzieningen, die naar zijn oordeel dienen te worden getroffen.

  • 2. De algemene landsarchivaris stelt, indien hij daartoe aanleiding vindt, de minister op de hoogte van de bevindingen van het toezicht.

Artikel 13

De algemene landsarchivaris brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de minister schriftelijk verslag uit van de bevindingen van het toezicht gedurende het afgelopen kalenderjaar.

§ 3. Zorg
Artikel 14
  • 1. De zorgdragers, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, van de landsverordening stellen regels vast omtrent het beheer van hun archiefbescheiden en van de onder hen ressorterende organen, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

  • 2. De zorgdragers, bedoeld in het eerste lid, dragen er zorg voor dat:

    • a.

      degenen die met het beheer belast zijn de onder hen berustende archiefbescheiden inventariseren en beheren;

    • b.

      geordende archiefbescheiden, tenzij deze jonger zijn dan tien jaar, niet dan met instemming van de minister volgens een ander stelsel van archiefordening dan in het Post- en Registratuurbesluit vermeld, worden herordend;

    • c.

      maatregelen worden getroffen voor de veilige bewaring van hun archiefbescheiden en ter voorziening in de behoefte aan ruimte hiervoor.

Artikel 15
  • 1. De ministers dragen er zorg voor dat bij de instelling van een tijdelijk college van advies en bijstand of een ander tijdelijk landsorgaan regels worden gesteld ten aanzien van de bewaring van de archiefbescheiden na zijn opheffing.

  • 2. De zorgdragers, bedoeld in het eerste lid, dragen er zorg voor dat:

    • a.

      bij de opheffing van een onder hen ressorterend overheidsorgaan, regels worden gegeven ten aanzien van de bewaring van de archiefbescheiden, voorzover hierin niet reeds is voorzien;

    • b.

      de algemene landsarchivaris in kennis wordt gesteld van de instelling of de opheffing van onder hen ressorterende overheidsorganen.

§ 4 Substitutie
Artikel 16
  • 1. De zorgdrager besluit tot vervanging van archiefbescheiden door reproducties slechts indien de vervanging geschiedt met juiste en volledige weergave van de in de te vervangen archiefbescheiden voorkomende gegevens.

  • 2. De zorgdrager maakt zowel bij een aanvraag om een machtiging als bedoeld in artikel 8 van de landsverordening, als bij de bekendmaking van een besluit als bedoeld in het eerste lid melding van de wijze waarop toepassing is gegeven aan artikel 3, onderdelen c en d.

HOOFDSTUK 3 Archiefbescheiden (na) overdracht

§ 1 Opleiding en benoeming tot archiefbeheerder
Artikel 17

Tot beheerder van openbare, overgedragen archiefbescheiden kan worden benoemd een hoger- of middelbaar archiefambtenaar, die aan de Rijksarchiefschool te 's-Gravenhage, Nederland, de opleiding van hoger- of middelbaar archiefambtenaar met goed gevolg heeft afgerond of degene, die de opleiding tot het verkrijgen van de diploma's in de archivistiek succesvol heeft afgerond, dan wel een gelijkwaardige door de minister erkende opleiding met goed gevolg heeft afgerond.

§ 2. Overdracht
Artikel 18
  • 1. Niet voor vernietiging in aanmerking komende stukken van 20 jaar en ouder worden geordend en geïnventariseerd overgedragen naar een archiefbewaarplaats.

  • 2. Dit geschiedt op last van de zorgdrager.

Artikel 19
  • 1. Van de overbrenging van archiefbescheiden naar een archiefbewaarplaats wordt, door de zorgdrager en de beheerder van deze archiefbewaarplaats gezamenlijk, een verklaring opgemaakt, die ten minste inhoudt een specificatie van deze archiefbescheiden.

  • 2. Een exemplaar van deze verklaring wordt bewaard door degene onder wie de archiefbescheiden tot de overbrenging hebben berust alsmede door de beheerder van de archiefbewaarplaats, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Wanneer bij de overbrenging beperkingen ten aanzien van de openbaarheid zijn gesteld, wordt daarvan in de verklaring melding gemaakt.

Artikel 20
  • 1. Archiefbescheiden welke jonger zijn dat 20 jaar, mogen naar een archiefbewaarplaats worden overgebracht, wanneer er naar het oordeel van de beheerder van deze archiefbewaarplaats voldoende aanleiding bestaat hiervoor ruimte beschikbaar te stellen.

  • 2. Een afwijzende beslissing krachtens het eerste lid kan door degene aan wie de beheerder onmiddellijk ondergeschikt is, worden herzien.

Artikel 21

Voor opschorting van de overbrenging van archiefbescheiden is de machtiging van de minister vereist, die daaraan voorwaarden kan verbinden.

Artikel 22

De registers van de Burgerlijke Stand worden na een termijn van 70 jaar, binnen een tijdvak van 10 jaar, overgedragen naar een archiefbewaarplaats.

Artikel 23

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is.

Artikel 24

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Archiefbesluit.