Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Dirksland

Aanwijzingsbesluit artikel 2:58 Apv gemeente Dirksland 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Dirksland
Officiële naam regelingAanwijzingsbesluit artikel 2:58 Apv gemeente Dirksland 2010
CiteertitelAanwijzingsbesluit artikel 2:58 Apv gemeente Dirksland 2010
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening gemeente Dirksland 2010

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-01-201309-01-2013vervallen van rechtswege

02-01-2013

Groot Goeree-Overflakkee, 08-01-2013

Z-13-00345
01-06-201209-01-2013nieuwe regeling

21-05-2012

Gemeenteblad 2012, nr. 13

2012.

Tekst van de regeling

1. Inleiding.

Overlast hondenpoep op voor het publiek toegankelijke plaatsen is grote bron van ergernis. Om deze overlast terug te dringen hebben de drie dorpsraden in de gemeente verzocht om een beleidsmatige aanpak hiervan. Het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) heeft in april 2011 een plan van aanpak voor commentaar aan de dorpsraden voorgelegd.

Vervolgens heeft het college op 11 oktober 2011 besloten om een ontwerpbesluit te nemen waarbij plaatsen worden aangewezen alwaar de eigenaar of de houder van een hond niet wordt verplicht te voorkomen dat die hond zich van uitwerpselen ontdoet. Het ontwerp van het Aanwijzingsbesluit artikel 2:58 Apv gemeente Dirksland 2010 alsmede de overige op dit ontwerpbesluit betrekking hebbende stukken hebben met ingang van 14 november 2011, gedurende een periode van zes weken, voor een ieder ter inzage gelegen in het gemeentehuis. Deze stukken waren gedurende die periode eveneens te raadplegen op de website van de gemeente.

2. Inhoud ontwerp-besluit.

Op basis van het ontwerpbesluit wordt gebied buiten de bebouwde kom aangewezen als zijnde het gebied waar geen opruimplicht geldt. Binnen de bebouwde kom worden uitlaatstroken aangewezen waar eveneens de opruimplicht komt te vervallen. Uitgangspunt hierbij is dat het in de regel moet gaan om bermen langs (fiets-)paden en langs wegen die aan de rand van de bebouwde kom liggen.

In Dirksland zijn dat de volgende plaatsen:

a. de grasstrook aan de noordzijde van de Mozartsingel vanaf de West Havendijk tot het perceel Griegpad 8;

b. de bermen van de West Havendijk tussen de Mozartsingel tot de grens van de bebouwde kom;

c. de grasstrook aan de noordzijde van de Mozartsingel tussen de parkeerplaats ter hoogte van de Verdilaan en de Staakweg;

d. de grasstroken langs het Krommepad;

e. de grasstrook aan de oostzijde van de Staakweg voor zover gelegen tussen de Boezemweg en de grens van de bebouwde kom;

f. de grasstrook aan de zuidzijde van de Vroonweg, gelegen tussen het perceel Vroonweg 13 en de grens van de bebouwde kom;

g. de uitlaatstrook aan de zuidzijde van de Secretaris Rooijlaan voor zover gelegen tussen de Oranjelaan en Emmalaan;

h. de grasstroken aan de Oost Havendijk voor zover gelegen tussen de Noord Spuidijk en de grens van de bebouwde kom;

i. de grasstroken langs de Onwaardsedijk voor zover gelegen tussen het Korteweegje en de grens van de bebouwde kom;

j. de grasstrook aan de zuidzijde van het fietspad langs het Korteweegje voor zover gelegen tussen het perceel Korteweegje 44 en de grens van de bebouwde kom;

k. de grasstrook aan de noordzijde van het Korteweegje voor zover gelegen tussen het perceel Korteweegje 59 tot het terrein van het voormalige benzinestation;

l. de grasstroken langs het fietspad aan de Boomvliet voor zover gelegen tussen het Schelpenpad en de grens van de bebouwde kom;

m. de grasstrook aan de westzijde van de Geldersedijk voor zover gelegen tussen het perceel Geldersedijk 83 en de grens van de bebouwde kom;

n. de hondenuitlaatplaats aan de Tuinstraat ter hoogte van Tuinstraat 2;

o. de uitlaatstrook langs de Bloemenweg;

p. de grasstrook aan de zuidzijde van de Philipshoofjesweg voor zover gelegen tussen het perceel Philipshoofjesweg 66 en de grens van de bebouwde kom;

q. de grasstrook aan de noordzijde van de Bloemendaal voor zover gelegen tussen de Oudewei en Molenzicht.

In Herkingen betreft het:

a. de grasstrook langs de Peuterdijk vanaf nummer 42a tot de grens van de bebouwde kom;

b. de grasstrook langs de Grevelingenweg vanaf de Nieuwstraat tot de grens van de bebouwde kom;

c. de uitlaatstrook bij de haven vanaf de ingang van de ijsbaan tot het strandje;

d. de uitlaatstrook langs het fietspad vanaf het havenplateau richting Battenoord tot de grens van de bebouwde kom;

e. het terrein van de voormalige zuivering aan de Deltastraat;

f. de berm langs het fietspad vanaf het perceel Tuinstraat 10 richting Wellestrijpsedijk tot de grens van de bebouwde kom.

In Melissant gaat het om:

a. de grasstrook langs de Molendijk tussen de nummers 43 en 130;

b. het toegangspad vanaf de Nieuweweg tot het bosperceel;

c. het hondenuitlaatveld achter de Fabiusstraat.

Aan het ontwerpbesluit is als bijlage een drietal situatieschetsen toegevoegd.

3. Naar voren gebrachte zienswijzen.

Door de volgende belanghebbenden zijn zienswijzen naar voren gebracht:

a. de bewoners van de panden Tuinstraat 4, 6, 10, 14, 16 en 20 te Dirksland;

b. de familie M. van der Veer te Dirksland;

c. de familie J.J. Doorn te Dirksland;

d. de bewoners van de panden Molendijk 39, 41, 43 en 132 te Melissant;

e. de dorpsraad Melissant.

4. Beoordeling van de zienswijzen.

4.1. De zienswijzen van de bewoners van de panden Tuinstraat 4, 6, 10, 14, 16 en 20 te Dirksland.

Deze bewoners hebben hun zienswijzen ingediend via de heer Veringmeier, secretaris van de dorpsraad Dirksland. De heer Veringmeier heeft die zienswijzen in de informerende en opiniërende vergadering van de gemeenteraad van 10 november 2011 overhandigd en nader toegelicht.

De zienswijzen strekken ertoe om het voornemen om de hondenuitplaats aan de Tuinstraat ter hoogte van de woning Tuinstraat 2 te laten vervallen. Met name in de zomerperiode geeft het hondentoilet aanleiding tot stankoverlast en overlast van insecten.

De raad heeft op 10 november 2011 de kaderstellende uitspraak gedaan dat de zienswijzen gehonoreerd zouden moeten worden. Voorts is in die raadsvergadering gepleit om de groenstrook aan het Poldersweegje te Dirksland op te nemen.

Het hondentoilet aan de Tuinstraat ligt midden in het dorp en kan niet als een de rand van de bebouwde kom gelegen berm worden beschouwd. In dat opzicht is het laten vervallen van de hondenuitlaatplaats geen bezwaar.

Handhaving van de hondenuitlaatplaats aan de Tuinstraat zou alleen haalbaar zijn als daar tegenover komt te staan dat deze wekelijks zou worden schoongemaakt met behulp van een hondenpoepzuiger. Aangezien de financiële middelen voor dit laatste ontbreken, acht het college het gerechtvaardigd om de zienswijzen van de desbetreffende bewoners te honoreren.

In de raadsvergadering van 19 november 2011 is tevens gesuggereerd om de groenstrook aan het Poldersweegje aan te wijzen als hondenuitlaatplaats. Deze strook ligt midden tussen bebouwing en de inzet van de hondenpoepzuiger is financieel niet haalbaar. Deze suggestie is om die reden niet voor overneming vatbaar.

4.2. De zienswijzen van de familie M. van der Veer te Dirksland.

De zienswijze van de familie Van der Veer strekt ertoe om de grasstrook aan de westzijde van de Geldersedijk voor zover gelegen tussen het perceel Geldersedijk 83 en de grens van de bebouwde kom, niet aan te wijzen als hondenuitlaatplaats. De bewuste grasstrook wordt in de dagelijkse praktijk als uitlaatplaats gebruikt en met name in de zomerperiode veroorzaakt dit stankoverlast.

De woning van de familie Van der Veer en de grasstrook worden door de openbare weg gescheiden. De woning heeft geen voortuin. Het college acht het aannemelijk dat er regelmatig stankoverlast kan ontstaan. Bovendien bevindt de grens van de bebouwde kom zich op relatief korte afstand van de desbetreffende strook. Om die reden komt het college aan deze zienswijze tegemoet.

4.3. De zienswijzen van de familie J.J. Doorn te Dirksland.

De zienswijze van de familie Doorn heeft betrekking op de hondenuitlaatplaats aan de Bloemendaal, langs de Boezemkade vanaf de Oudewei tot Molenzicht. De hondenuitlaatplaats behoeft niet te worden verwijderd, maar wel wordt ervoor gepleit om deze iets in te korten en op de vrijkomende plaats een vissteiger aan te brengen. Tevens wordt het college geattendeerd op een particuliere vissteiger die als gevaarlijk kan worden beschouwd.

Het aanbrengen van een vissteiger is een sympathieke gedachte, maar zowel het water als de berm is eigendom van het waterschap Hollandse Delta. De familie Doorn zal zich voor wat betreft de vissteiger tot het waterschap moeten wenden. Mocht er in de (nabije) toekomst een vissteiger worden geplaatst, dan is er geen bezwaar om de uitlaatplaats daarop aan te passen. Op dit moment heeft handhaving van de strook als hondenuitlaatplaats de voorkeur. Het waterschap wordt geattendeerd op de aanwezige, mogelijk illegale, steiger.

4.4. De zienswijzen van de bewoners van de panden Molendijk 39, 41, 43 en 132 te Melissant.

De zienswijze van deze bewoners strekt ertoe om de grasstrook aan de Molendijk tussen de percelen 43 en 130, niet aan te wijzen als hondenuitlaatplaats. Gevreesd wordt dat het pad aan de onderkant van de dijk als zodanig gebruikt zal worden, zodat er overlast gaat ontstaan. De zienswijze zou weerlegd kunnen worden met de mededeling dat het beleid door de in te zetten buitengewoon opsporingsambtenaren zal worden gehandhaafd. Anderzijds is de aanwijzing van deze grasstrook bij nader inzien niet gewenst. Aan weerszijden van de strook bevindt zich bebouwing en inderdaad bevinden de grens van de bebouwde kom en het bosperceel zich op slechts enkele honderden meters afstand. Deze zienswijze is om die reden gehonoreerd.

4.5. De zienswijzen van de dorpsraad Melissant.

De zienswijze van de dorpsraad is na de termijn ontvangen. Ambtshalve heeft het college de zienswijze wel behandeld, maar een eventueel, niet voor de hand liggend door de dorpsraad ingesteld beroep zal naar alle waarschijnlijkheid door de rechter niet-ontvankelijk worden verklaard wegens onverschoonbare termijnoverschrijding.

De zienswijze van de dorpsraad heeft geen betrekking op het ontwerp-besluit als zodanig. De dorpsraad pleit voor meer afvalbakken en voor het gratis beschikbaar stellen van plastic zakjes. Voor dit laatste ontbreken de financiële middelen. Wel is het gewenste aantal afvalbakken beschikbaar die wat het college betreft geplaatst zullen worden.

5. Wettelijk kader.

De wettelijke grondslag van dit besluit is artikel 2:58 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dirksland 2010. Deze bepaling luidt als volgt:

Artikel 2:58 Verontreiniging door honden

1. De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet:

a. op een gedeelte van de weg dat bestemd is of mede bestemd voor het verkeer van voetgangers;

b. op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide;

c. op een andere door het college aangewezen plaats.

2. Het college kan plaatsen aanwijzen waar het verbod genoemd in het eerste lid, onder a niet geldt.

3. De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid gestelde gebod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd.

6. Motivering.

De eigenaar of houder van een hond is verplicht is ervoor zorg te dragen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet op een gedeelte van de weg dat bestemd is of mede bestemd is voor het verkeer van voetgangers. Het college kan plaatsen aanwijzen waar dit gebod niet geldt. Het is in het kader van de handhaving van deze bepalingen gewenst en noodzakelijk is om tot aanwijzing van dergelijke plaatsen over te gaan. Uit een oogpunt van openbare orde bestaan er geen bezwaren om het grondgebied van de gemeente buiten de bebouwde kom aan te wijzen als plaats waar de eigenaar of houder van een hond niet wordt verplicht te voorkomen dat die hond zich van uitwerpselen ontdoet. Ter beperking van overlast voor het gebied binnen de bebouwde kom komen als regel voor aanwijzing in aanmerking bermen langs (fiets-) paden en langs wegen die aan de rand van de bebouwde kom liggen.

7. Besluit.

Burgemeester en wethouders van Dirksland;

gelet op afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht en op artikel 2:58 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dirksland 2012;

b e s l u i t e n :

vast te stellen het Aanwijzingsbesluit artikel 2:58 Apv gemeente Dirksland 2010.

 

Artikel 1

  • 1 Voor het grondgebied van de gemeente Dirksland wordt het gebied buiten de bebouwde kom aangewezen als plaats waar de eigenaar of houder van een hond niet wordt verplicht te voorkomen dat die hond zich van uitwerpselen ontdoet.

  • 2 2. Het eerste lid is niet van toepassing op voor buiten de bebouwde kom gelegen kinderspeelplaatsen, alwaar het de eigenaar of de houder van een hond op grond van artikel 2:57 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Dirksland 2010 verboden is die hond aldaar te laten verblijven of te laten lopen.

Artikel 2

Binnen de bebouwde kom van het dorp Dirksland worden de volgende plaatsen aangewezen waar de eigenaar of houder van een hond niet wordt verplicht te voorkomen dat die hond zich van uitwerpselen ontdoet:

a. de grasstrook aan de noordzijde van de Mozartsingel vanaf de West Havendijk tot het perceel Griegpad 8;

b. de bermen van de West Havendijk tussen de Mozartsingel tot de grens van de bebouwde kom;

c. de grasstrook aan de noordzijde van de Mozartsingel tussen de parkeerplaats ter hoogte van de Verdilaan en de Staakweg;

d. de grasstroken langs het Krommepad;

e. de grasstrook aan de oostzijde van de Staakweg voor zover gelegen tussen de Boezemweg en de grens van de bebouwde kom;

f. de grasstrook aan de zuidzijde van de Vroonweg, gelegen tussen het perceel Vroonweg 13 en de grens van de bebouwde kom;

g. de uitlaatstrook aan de zuidzijde van de Secretaris Rooijlaan voor zover gelegen tussen de Oranjelaan en Emmalaan;

h. de grasstroken aan de Oost Havendijk voor zover gelegen tussen de Noord Spuidijk en de grens van de bebouwde kom;

i. de grasstroken langs de Onwaardsedijk voor zover gelegen tussen het Korteweegje en de grens van de bebouwde kom;

j. de grasstrook aan de zuidzijde van het fietspad langs het Korteweegje voor zover gelegen tussen het perceel Korteweegje 44 en de grens van de bebouwde kom;

k. de grasstrook aan de noordzijde van het Korteweegje voor zover gelegen tussen het perceel Korteweegje 59 tot het terrein van het voormalige benzinestation;

l. de grasstroken langs het fietspad aan de Boomvliet voor zover gelegen tussen het Schelpenpad en de grens van de bebouwde kom;

m. de uitlaatstrook langs de Bloemenweg;

n. de grasstrook aan de zuidzijde van de Philipshoofjesweg voor zover gelegen tussen het perceel Philipshoofjesweg 66 en de grens van de bebouwde kom;

o. de grasstrook aan de noordzijde van de Bloemendaal voor zover gelegen tussen de Oudewei en Molenzicht.

Artikel 3

Artikel 3

Binnen de bebouwde kom van het dorp Herkingen worden de volgende plaatsen aangewezen waar de eigenaar of houder van een hond niet wordt verplicht te voorkomen dat die hond zich van uitwerpselen ontdoet:

a. de grasstrook langs de Peuterdijk vanaf nummer 42a tot de grens van de bebouwde kom;

b. de grasstrook langs de Grevelingenweg vanaf de Nieuwstraat tot de grens van de bebouwde kom;

c. de uitlaatstrook bij de haven vanaf de ingang van de ijsbaan tot het strandje;

d. de uitlaatstrook langs het fietspad vanaf het havenplateau richting Battenoord tot de grens van de bebouwde kom;

e. het terrein van de voormalige zuivering aan de Deltastraat;

f. de berm langs het fietspad vanaf het perceel Tuinstraat 10 richting Wellestrijpsedijk tot de grens van de bebouwde kom.

Artikel 4

Artikel 4

Binnen de bebouwde kom van het dorp Melissant worden de volgende plaatsen aangewezen waar de eigenaar of houder van een hond niet wordt verplicht te voorkomen dat die hond zich van uitwerpselen ontdoet:

a. het toegangspad vanaf de Nieuweweg tot het bosperceel;

b. het hondenuitlaatveld achter de Fabiusstraat.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van zijn bekendmaking.

Ondertekening

Dirksland, 21 mei 2012.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris,                  De burgemeester,

K. Kasteleijn.                            drs. S. Stoop.

 

Datum bekendmaking: 31 mei 2012. 

De belanghebbende die tegen dit besluit (gemotiveerde) bezwaren heeft, kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep instellen bij de Rechtbank te Rotterdam (Sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam), binnen zes weken nadat dit besluit bekend is gemaakt. Daarbij is een zogeheten griffierecht verschuldigd. De belanghebbende die de uitspraak op een (eventueel) beroep niet kan afwachten, kan -ná het instellen van het beroep - aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank een voorlopige voorziening vragen. Een andere mogelijkheid is (gemotiveerd) te verzoeken om versnelde behandeling door de Rechtbank.

Een beroepschrift of een verzoek om voorlopige voorziening kan ook digitaal worden ingediend via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet de belanghebbende wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Voor de precieze voorwaarden kan deze website worden geraadpleegd.

Op grond van artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten geen zienswijze naar voren te hebben gebracht.

Overzichtstekeningen hondenuitlaatplaatsen gemeente Dirksland 1

@alt@alt@alt