Overheidsorganisatie | Gemeente Zijpe |
---|---|
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening 2009 gemeente Zijpe |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Veiligheidsbureau |
Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-02-2010 | 01-10-2010 | Onbekend | 27-12-2009 Schager Weekblad/Zijper Nieuws 27-01-2010 | Voorstel college 8 september 2009 |
De raad van de gemeente Zijpe; Nr. 10
Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2009
Gelet op: artikel 1, vierde lid, lid onder a en artikel 12 van de Brandweerwet 1985;
Overwegende dat:het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, voor zover daarin niet bij of krachtens de Woningwet of enige andere wet is voorzien;
Besluit vast te stellen:
Brandbeveiligingsverordening 2009 gemeente Zijpe
In deze verordening wordt verstaan onder:
een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn;
aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt
Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.1, 2.2 en 2.3 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing.
De volgende documenten zijn van toepassing;
Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid – NVBR – 2003
Handreiking Brandveiligheid Kampeerterreinen – NVBR – 2007
De volgende documenten zijn van toepassing;
Regionale handreiking evenementen – Veiligheidsregio Noord-Holland Noord - 2009
Huisvesting van seizoenarbeiders – 2008
Beleid reductie van nodeloze alarmeringen - 2008
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de paragrafen 2.4, 2.5 2.6, 2.7 2.8 en 2.9 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Stb. 2008, 327) zijn analoog van toepassing
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander terrein, dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Het college kan een vergunning intrekken/wijzigen indien:
Blijkt dat zij de vergunning ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens heeft verleend;
Blijkt dat de houder van de vergunning niet heeft voldaan aan een voorschrift van de vergunning;
Van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de vergunning; dan wel de datum of periode waarop of waarin een activiteit is voorzien waarvoor de vergunning is verleend, is verstreken zonder dat bedoelde activiteit heeft plaatsgevonden;
Van de vergunning gedurende een periode van 26 weken of langer geen gebruik is gemaakt;
Het belang waarvoor de vergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten en/of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de vergunning, en het niet mogelijk blijkt door het stellen of wijzigen van voorschriften dat belang voldoende te beschermen.
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.
Er is geen eerdere brandbeveiligingsverordening beschikbaar.
Er is geen overgangsrecht van toepassing in verband met het ontbreken van een eerdere brandbeveiligingsverordening.
Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na bekendmaking door middel van publicatie.
Deze verordening wordt aangehaald als brandbeveiligingsverordening 2009.
Schagerbrug, 27 oktober 2009