Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING met algemene werking van de 6de augustus 1999 houdende aanwijzing van gestichten als bedoeld in de Landsverordening beginselen gevangeniswezen (Aanwijzingsbeschikking Gestichten 1999)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING met algemene werking van de 6de augustus 1999 houdende aanwijzing van gestichten als bedoeld in de Landsverordening beginselen gevangeniswezen (Aanwijzingsbeschikking Gestichten 1999)
CiteertitelAanwijzingsbeschikking Gestichten 1999
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpstrafrecht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingevolge artikel 7 in werking getreden met ingang van de dag waarop de Landsverordening beginselen gevangeniswezen (P.B. 1996, no. 73) in werking trad (zie besluit van 06-08-1999, P.B. 1999, no. 116).

Bij de Schorsingsbeschikking Huis van Bewaring Bonaire (P.B. 2000, no. 131) is de aanwijzing van het gesticht op het eiland Bonaire als Huis van Bewaring - zie artikel 2, tweede lid - met ingang van 13 oktober 2000 opgeschort, in afwachting van de uitvoering van het bij de regering van de Nederlandse Antillen bestaande voornemen de aanwijzing van het gesticht op het eiland Bonaire als Huis van Bewaring in te trekken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening beginselen gevangeniswezen, art. 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-08-1999Nieuwe regeling

06-08-1999

P.B. 1999, no. 118

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING met algemene werking van de 6de augustus 1999 houdende aanwijzing van gestichten als bedoeld in de Landsverordening beginselen gevangeniswezen (Aanwijzingsbeschikking Gestichten 1999)

Artikel 1

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister:de Minister van Justitie;
b. gedetineerde:de persoon ingesloten in een gevangenis, huis van bewaring of landsinrichting voor ter beschikking gestelden;
c. directeur:de lokatie-directeur of bij zijn afwezigheid, degene die hem vervangt.

Artikel 2

  • 1. Als gevangenis bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, worden aangewezen:

    • a.

      de Strafgevangenis Koraal Specht te Curaçao*;

    • b.

      de Strafgevangenis te Sint Maarten.

  • 2. Als huis van bewaring bedoeld in artikel 5 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, worden aangewezen:

    • a.

      het Huis van Bewaring Curaçao*, verbonden aan de Strafgevangenis Koraal Specht;

    • b.

      het Huis van Bewaring Bonaire;

    • c.

      de daartoe door de minister aangewezen cel of cellen verbonden aan het Hoofdbureau van Politie te Saba;

    • d.

      de daartoe door de minister aangewezen cel of cellen verbonden aan het Hoofdbureau van Politie te Sint Eustatius; en

    • e.

      het Huis van Bewaring Sint Maarten.

  • 3. Als landsinrichting voor ter beschikking gestelden bedoeld in artikel 6 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, worden aangewezen:

    • a.

      de daartoe bestemde afdeling van de Caprileskliniek te Curaçao*.

    • b.

      de daartoe bestemde afdeling van de Strafgevangenis Koraal Specht te Curaçao*.

Artikel 3

Als gevangenis bedoeld in de artikelen 7, 8, 9, 10 en 11 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, worden aangewezen de Strafgevangenis Koraal Specht te Curaçao* en de Strafgevangenis te Sint Maarten.

Artikel 4

  • 1. Als huis van bewaring, als gevangenis en als landsinrichting voor ter beschikking gestelden bestemd voor de opneming van vrouwelijke gedetineerden, wordt, onverminderd artikel 6 van deze beschikking juncto artikel 11 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, aangewezen de als vrouwenafdeling bestemde afdeling van de Strafgevangenis Koraal Specht te Curaçao*.

  • 2. Vrouwelijke gedetineerden bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, kunnen door de Directeur Gevangeniswezen*) tevens voor een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden worden opgenomen in:

    • a.

      het Huis van Bewaring Curaçao*, of

    • b.

      het Huis van Bewaring Bonaire, of

    • c.

      het Huis van Bewaring Sint Maarten.

  • 3. Vrouwelijke gedetineerden die opgenomen zijn of behoren te worden in de landsinrichting voor ter beschikking gestelden bedoeld in het eerste lid, kunnen door de Directeur Gevangeniswezen, indien de voorzieningen of opname mogelijkheden aldaar niet toereikend zijn, tevens voor een aaneengesloten periode van maximaal zes maanden worden opgenomen in de landsinrichting voor ter beschikking gestelden bedoeld in artikel 2, derde lid.

  • 4. De periode bedoeld in het tweede en derde lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.

Artikel 5

  • 1. Een veroordeelde gedetineerde bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, kan door de Directeur Gevangeniswezen voor een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden worden opgenomen in een huis van bewaring, onverminderd artikel 4, eerste en tweede lid, van deze beschikking, indien:

    • a.

      de opnamecapaciteit* in de gevangenis niet toereikend is, of

    • b.

      de gedetineerde een bedreiging vormt voor de orde, veiligheid of goede gang van zaken in de gevangenis; of

    • c.

      de persoonlijke veiligheid van de gedetineerde in het geding is; of

    • d.

      zulks met het oog op een zo optimaal mogelijke reclassering van de gedetineerde wenselijk is.

  • 2. De periode bedoeld in het eerste lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.

Artikel 6

  • 1. Een in artikel 6, onderdeel c, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen bedoelde mannelijke gedetineerde kan door de minister op verzoek van de directeur van het gesticht alwaar hij opgenomen is dan wel zou moeten worden, voor maximaal zes aaneengesloten maanden worden geplaatst in een landsinrichting voor ter beschikking gestelden bedoeld in artikel 2, derde lid, van deze beschikking.

  • 2. De periode bedoeld in het eerste lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.

  • 3. Alvorens tot plaatsing of tot verlenging wordt besloten, dient daarover te worden ingewonnen het advies van een aan de landsinrichting bedoeld in het eerste lid, verbonden psychiater dat met redenen omkleed moet zijn.

  • 4. De psychiater bedoeld in het derde lid, onderzoekt de gedetineerde na plaatsing ten minste een maal per twee weken.

  • 5. Zodra de reden voor plaatsing of verlenging niet meer aanwezig is, zulks op advies van de psychiater bedoeld in het derde lid, wordt de plaatsing of verlenging door de minister ongedaan gemaakt en de gedetineerde geplaatst dan wel teruggeplaatst in de gevangenis of het huis van bewaring alwaar hij opgenomen was dan wel zou moeten worden.

  • 6. Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de in artikel 6, onderdeel c, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen bedoelde vrouwelijke gedetineerde, onverminderd artikel 4, eerste, derde en vierde lid, van deze beschikking.

Artikel 7

  • 1. Deze beschikking kan worden aangehaald als "Aanwijzingsbeschikking Gestichten 1999".

  • 2. Deze beschikking zal in het Publicatieblad worden afgekondigd.

  • 3. Deze beschikking treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen.