Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 19de december 1995 regelende het postverkeer met Nederland en met het buitenland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 19de december 1995 regelende het postverkeer met Nederland en met het buitenland
CiteertitelInternationaal Postlandsbesluit 1996
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Internationaal Postlandsbesluit 1991.

Zij strekt ter uitvoering van het op 14 september 1994 te Seoul, Korea, gesloten Algemeen Postverdrag en de daarbij behorende, op dezelfde datum aldaar gesloten overeenkomsten betreffende de postpakketten, de postwissels, de postcheque- en girodienst en de verrekenzendingen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Postlandsverordening 1958, art. 7, tweede lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-1996Nieuwe regeling

19-12-1995

P.B. 1995, no. 233

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 19de december 1995 regelende het postverkeer met Nederland en met het buitenland

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

In dit Landsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de constitutie: de op 10 juli 1964 te Wenen gesloten constitutie van de Wereldpostvereniging, zoals deze bij het Aanvullende Protocol van 14 november 1969 te Tokio, bij het Tweede Aanvullende Protocol van 5 juli 1974 te Lausanne, bij het Derde Aanvullende Protocol van 27 juli 1984 te Hamburg, bij het Vierde Aanvullende Protocol van 14 december 1989 te Washington D.C. en bij het Vijfde Aanvullende Protocol van 14 september 1994 te Seoul, Korea werd gewijzigd;

  • b.

    het verdrag: het Algemeen Postverdrag, behorende bij de constitutie;

  • c.

    stukken: de brieven, briefkaarten, gedrukte stukken, braillestukken en pakjes, bedoeld in artikel 7, vierde lid, en artikel 8 van het verdrag;

  • d.

    pakketten: postpakketten als bedoeld in artikel 3, paragraaf 1, van de bij het verdrag behorende overeenkomst betreffende postpakketten;

  • e.

    port: de vergoeding, verschuldigd voor het vervoer van stukken en pakketten anders dan door middel van vliegtuigen;

  • f.

    recht: de vergoeding, verschuldigd voor andere bemoeiingen;

  • g.

    binnenlands verkeer: het verkeer binnen de grenzen van een eiland van de Nederlandse Antillen en het verkeer tussen de eilanden van de Nederlandse Antillen.

Artikel 2 Herleiding en afronding

De Direkteur der Posterijen herleidt, met inachtneming van de ter zake geldende bepalingen, de porten, rechten en vergoedingen, welke bij de desbetreffende internationale bepalingen op vaste bedragen zijn bepaald, in Nederlands-Antilliaanse munt en rondt deze zo nodig af.

Artikel 3 Vervoer per luchtpost en vervoer met buitengewone diensten

De tarieven en voorwaarden voor verzending van stukken en pakketten door middel van vliegtuigen of met buitengewone diensten, waaraan bijzondere kosten verbonden zijn, worden door de Direkteur der Posterijen bepaald op de grondslag van en in overeenstemming met de bepalingen van het verdrag en de daarbij behorende, in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten en voorts in overeenstemming met de bijzondere overeenkomsten of schikkingen, welke met andere postadministraties en met de betrokken ondernemer zijn getroffen.

Artikel 4 Bijzondere overeenkomsten

De Direkteur der Posterijen is bevoegd, na verkregen overeenstemming met de betrokken postadministraties, lagere tarieven en gunstiger verzendingsvoorwaarden vast te stellen dan die, welke gelden volgens het verdrag en de daarbij behorende in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten, of welke op grond van dit verdrag en deze overeenkomsten bij dit besluit zijn geregeld, echter uitsluitend:

  • a.

    in het verkeer met Nederland;

  • b.

    in het verkeer tussen het Nederlands-Antilliaanse en het Franse gedeelte van het eiland St. Maarten en op voorwaarde dat de betrokken postadministraties ten aanzien van het verkeer met de Nederlandse Antillen op overeenkomstige wijze handelen.

De door de Direkteur der Posterijen vast te stellen tarieven zijn niet lager dan de overeenkomstige porten en rechten, geldende in het binnenlands verkeer.

Artikel 5 Diensten, porten, rechten en voorwaarden waaromtrent geen bindende regels zijn gesteld

Voor zover in het verdrag of in de in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten met betrekking tot de daarin genoemde diensten, porten, rechten en voorwaarden, geen bindende regels zijn gesteld, treft de Direkteur der Posterijen de nodige regelingen.

HOOFDSTUK II Bepalingen naar aanleiding van het verdrag

Artikel 6 Porten
  • 1. Het port bedraagt voor:

    a. een brief:
     niet zwaarder dan 20 gram 125 cent;
    boven20 gram tot en met 50 gram 205 cent;
    boven50 gram tot en met 100 gram 280 cent;
    boven100 gram tot en met 250 gram 535 cent;
    boven250 gram tot en met 500 gram1015 cent;
    boven500 gram tot en met 1000 gram1785 cent;
    boven1000 gram tot en met 2000 gram2760 cent;
    b. een briefkaart: 80 cent;
    c. een gedrukt stuk:
     niet zwaarder dan 20 gram 70 cent;
    boven20 gram tot en met 50 gram 95 cent;
    boven50 gram tot en met 100 gram 120 cent;
    boven100 gram tot en met 250 gram 225 cent;
    boven250 gram tot en met 500 gram 390 cent;
    boven500 gram tot en met 1000 gram 650 cent;
    boven1000 gram tot en met 2000 gram 900 cent;
    voorts voor elk volgend gewicht van 1000 gram of resterend gedeelte van 1000 gram daarboven 415 cent;
    d. een pakje:
     niet zwaarder dan 100 gram 125 cent;
    boven100 gram tot en met 250 gram 225 cent;
    boven250 gram tot en met 500 gram 390 cent;
    boven500 gram tot en met 1000 gram 650 cent;
    boven1000 gram tot en met 2000 gram 905 cent;
    e. braillestukken: NIHIL.
  • 2. Andere stukken dan brieven en briefkaarten, welke niet of ontoereikend gefrankeerd in de Nederlandse Antillen worden ontvangen, worden op dezelfde wijze behandeld als in het verdrag voor brieven en briefkaarten is voorgeschreven. Het te heffen port wordt voor zoveel nodig naar boven afgerond tot het eerstvolgende veelvoud van 5 cent.

Artikel 7 Vervulling van douaneformaliteiten
  • 1. De postadministratie stelt de stukken ter beschikking van de douane ter vervulling van alle douaneformaliteiten, welke bij de in-, uit- of doorvoer van stukken in de Nederlandse Antillen gevorderd worden.

  • 2. Zij vordert de verschuldigde belasting in van de geadresseerde bij de uitreiking van het stuk of brengt dit bedrag, op verlangen van de afzender, aan deze in rekening.

  • 3. Weigert de geadresseerde van een stuk, waarvan de afzender de kosten niet voor zijn rekening genomen heeft, de betaling van deze gelden, dan wordt het stuk niet uitgereikt.

Artikel 8 Inklaring en vrijmaking

Wegens bemoeiing met het inklaren en vrijmaken van in de Nederlandse Antillen ontvangen briefpoststukken is voor elk stuk, waarvan de inhoud aan douanerechten onderworpen blijkt te zijn, een recht van f. 7,50 verschuldigd.

Artikel 9 Aantekening en aangifte van de waarde
  • 1. Het wegens aantekening van een stuk verschuldigde recht bedraagt f. 3,50.

  • 2. Schadevergoeding wegens het verloren gaan van een aangetekend stuk is niet verschuldigd, indien het verlies het gevolg is van overmacht.

Artikel 10
  • 1. Toegelaten zijn brieven met aangegeven waarde van ten hoogste 7.500,= gulden of zodanig lager bedrag als op grond van de in andere landen geldende bepalingen als maximum kan worden toegelaten.

  • 2. Brieven met aangegeven waarde welke aan douanerechten onderworpen voorwerpen bevatten, worden in het verkeer met landen, die insluiting van deze voorwerpen toelaten, ter verzending aangenomen.

  • 3. Voor brieven met aangegeven waarde is boven het in het eerste lid van artikel 9 genoemde aantekenrecht, een recht van verzekering verschuldigd van f. 2,00 voor elke som van 165 gulden of resterend gedeelte van 165 gulden der aangegeven waarde.

  • 4. Schadevergoeding wegens verlies, beroving of beschadiging van een brief met aangegeven waarde is niet verschuldigd indien het verlies, de beroving of de beschadiging het gevolg is van overmacht.

Artikel 11 Bericht van ontvangst

Voor een bericht van ontvangst van een aangetekend stuk en van een brief met aangegeven waarde is een recht verschuldigd van f. 3,50.

Artikel 12 Navraag
  • 1. Voor een navraag betreffende een verzonden stuk wordt geen recht geheven.

  • 2. Voor faxkosten, gemaakt in verband met de in het eerste lid bedoeld navraag, is een recht verschuldigd van f. 5,00.

Artikel 13 Terugvordering; adreswijziging

Voor een verzoek om terugvordering of adreswijziging van een stuk is de afzender boven het aantekenrecht, bedoeld in artikel 9, eerste lid, een recht verschuldigd van f. 4,00.

Artikel 14 Behandeling van niet of ontoereikend gefrankeerde stukken

Voor de behandeling van een stuk, dat niet of ontoereikend is gefrankeerd, is een recht verschuldigd van f. 1,25.

Artikel 15 Internationale antwoordcoupons

Op de kantoren der posterijen zijn internationale antwoordcoupons verkrijgbaar tegen de prijs van f. 2,00 per stuk.

Artikel 16 Aan bederf onderhevige biologische en radioactieve stoffen
  • 1. Op de grondslag van en in overeenstemming met de internationale bepalingen zijn in het verkeer met de landen die daaraan hun goedkeuring hebben gehecht, aan bederf onderhevige biologische stoffen toegelaten, voor zover deze zendingen afkomstig zijn van of bestemd zijn voor het Landslaboratorium van de Volksgezondheid te Willemstad, Curaçao.

  • 2. Zendingen, inhoudende radioactieve stoffen, zijn niet toegelaten.

Artikel 17 Niet toegelaten stukken
  • 1. Voor de Nederlandse Antillen bestemde stukken welke niet voldoen aan de bepalingen, geldende voor de categorie van stukken naar het tarief waarvan frankering plaatsvond, worden voor zover zij op grond van hun inhoud of afmetingen in een andere categorie van stukken moeten worden gerangschikt, naar het tarief van die categorie met port belast. Is zodanige rangschikking niet mogelijk, dan vindt terugzending plaats.

    Stukken welke het maximum gewicht, vastgesteld voor de categorie waartoe zij behoren, overschrijden, worden indien zij niet of ontoereikend zijn gefrankeerd, volgens het werkelijke gewicht met port belast of ingeval van toereikende frankering zonder meer uitgereikt.

  • 2. Voor de Nederlandse Antillen bestemde stukken welke niet op de voet van gesloten aangetekende brief zijn verzonden en waarvan wordt vastgesteld of vermoed dat zij geld, bankpapier of muntpapier of andere waarden aan toonder, edele metalen of kostbaarheden bevatten, worden na ambtshalve voor zoveel nodig te zijn gesloten en aangetekend, belast met het eventueel niet gekweten aantekenrecht, onverminderd het mogelijk verschuldigde port van de niet of ontoereikend gefrankeerde brieven. Indien de belanghebbende ten overstaan van de betrokken postambtenaar aantoont dat het vermoeden onjuist was, wordt het niet verschuldigde recht terugbetaald.

HOOFDSTUK III Bepalingen naar aanleiding van de overeenkomst betreffende postpakketten

Artikel 18 Maximum gewicht

Pakketten worden ter verzending aangenomen tot een gewicht van maximaal 31,5 kilogram.

Artikel 19 Porten; vervoersaandelen
  • 1. De Direkteur der Posterijen stelt de porten van de pakketten vast op grondslag van en in overeenstemming met de bepalingen van de overeenkomst betreffende de postpakketten.

  • 2. De Direkteur der Posterijen stelt de aan de Nederlandse Antillen wegens het vervoer van pakketten toekomende aandelen vast met inachtneming van de bepalingen van de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Ter uitvoering van artikel 4 zijn de nader vast te stellen aandelen in geen geval lager dan de helft van de bedragen, vastgesteld op grond van het tweede lid.

Artikel 20 Waardepakketten
  • 1. Aangifte van de waarde van de inhoud is mogelijk tot een bedrag van ten hoogste 3775 gulden voor elk pakket of een zodanig lager bedrag als op grond van de in andere landen geldende bepalingen kan worden toegelaten.

  • 2. Voor aangifte van waarde van een pakket is een vast recht verschuldigd van f. 3,50, vermeerderd met een verzekeringsrecht van f. 2,00 voor elk bedrag van 165 gulden of resterend gedeelte van 165 gulden van de aangegeven waarde.

Artikel 21 Bewijs van terpostbezorging

De afzender van een pakket ontvangt kosteloos een bewijs van terpostbezorging. Op diens verzoek wordt een extra bewijs van terpostbezorging verstrekt. Voor een extra exemplaar is een recht van f. 1,00 verschuldigd.

Artikel 22 Antwoord op een bericht van onbestelbaarheid

Voor het overbrengen van een antwoord op een bericht van onbestelbaarheid van een postpakket is een recht van f. 5,00 verschuldigd.

Artikel 23 Bewaarloon
  • 1. Voor elk in de Nederlandse Antillen ontvangen pakket, dat niet binnen een door de Direkteur der Posterijen te bepalen termijn door de rechthebbende in ontvangst is genomen, wordt een bewaarloon geheven van minimaal f. 7,50 en maximaal f. 30,00. Bij de berekening van het bewaarloon blijft de hiervoren bedoelde termijn buiten beschouwing.

  • 2. De Direkteur der Posterijen kan van de betaling van het bewaarloon in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen.

Artikel 24 Schadevergoeding
  • 1. In het verkeer met de landen, welke niet tot de overeenkomst betreffende de postpakketten zijn toegetreden, wordt schadevergoeding wegens verlies, beroving of beschadiging van een pakket alleen toegekend voor zover zulks in de desbetreffende bijzondere overeenkomsten of beschikkingen is bepaald.

  • 2. Schadevergoeding wordt niet toegekend, indien het verlies, de beroving of de beschadiging het gevolg is van overmacht.

    Douaneformaliteiten; inklaring en vrijmaking, vrij uit te reiken pakketten, bericht van ontvangst, navraag, terugvordering en adreswijziging

Artikel 25

De artikelen 7, 8, 11, 12, 13 en 17, eerste lid, zijn mede van toepassing op pakketten, met dien verstande dat het inklaringsrecht van f. 7,50 niet wordt geheven, indien de inhoud van het pakket niet aan douanerechten onderworpen blijkt te zijn.

Artikel 26 Niet toegelaten pakketten
  • 1. Breekbare en hinderlijke pakketten, respectievelijk omschreven in artikel 13, eerste en tweede lid, van de overeenkomst betreffende de postpakketten, worden niet ter verzending aangenomen.

  • 2. De aanneming van pakketten ter verzending kan op last van de Direkteur der Posterijen worden geweigerd, indien de afzender bij een vorige gelegenheid in gebreke is gebleven de kosten te voldoen, welke verschuldigd waren wegens door of namens hem verzonden pakketten.

HOOFDSTUK IV Bepalingen naar aanleiding van de overeenkomst betreffende postwissels

Artikel 27 Maximum bedrag

Het bedrag van een postwissel is ten hoogste gelijk aan f. 3000,-- of het daarmee overeenkomende bedrag in een andere munteenheid, tenzij op grond van de in de andere landen geldende bepalingen een lager maximum in acht moet worden genomen.

Artikel 28 Recht

Een vastrecht is verschuldigd voor elke postwissel bestemd voor Nederland van f. 7,50 en voor Aruba of Suriname van f. 4,00.

Artikel 29 Bericht van uitbetaling

Voor een bericht van uitbetaling betreffende een postwissel is een recht verschuldigd van f. 3,50.

Artikel 30 Visering; afgifte duplicaat postwissel
  • 1. Voor het verkrijgen van verlenging van de geldigheidstermijn van een postwissel is een recht van f. 5,00 verschuldigd.

  • 2. Voor het verkrijgen van een duplicaat postwissel is eenzelfde recht verschuldigd als bedoeld in het eerste lid, tenzij het recht voor een navraag per fax of bericht van uitbetaling reeds is gekweten.

Artikel 31 Inzage van een uitbetaalde postwissel
  • 1. Op verzoek van de rechthebbende verkrijgt deze binnen een door de Direkteur der Posterijen te bepalen termijn, inzage van een uitbetaalde wissel. Alvorens aan een verzoek om inzage gevolg wordt gegeven, kan vertoon van het bewijs van storting worden gevorderd.

  • 2. Voor het verkrijgen van inzage is een recht verschuldigd van f. 5,00 voor elke postwissel.

Artikel 32 Navraag; terugvordering en adreswijziging

De artikelen 12 en 13 zijn mede van toepassing op postwissels.

HOOFDSTUK V Bepalingen naar aanleiding van de overeenkomst betreffende de verrekenzendingen

Artikel 33 Toegelaten zendingen

Aangetekende stukken, brieven met aangegeven waarde en pakketten kunnen met verrekening worden belast. Zij worden dan verrekenzendingen genoemd.

Artikel 34 Recht

Het verrekeningsrecht, bij vooruitbetaling verschuldigd voor elke verrekenzending, bedraagt:

  • a.

    f. 10,00 voor brieven en f. 8,00 voor postpakketten bestemd voor Nederland;

  • b.

    f. 8,00 voor brieven en f. 6,00 voor postpakketten bestemd voor Aruba en Suriname.

Artikel 35 Opheffing of wijziging van het verrekenbedrag

Voor elk verzoek om opheffing of wijziging van het verrekenbedrag, waarmede een reeds verzonden zending is belast, wordt boven het aantekenrecht, bedoeld in artikel 9, eerste lid, een recht geheven van f. 4,00.

Artikel 36 Navraag

Het recht dat wordt geheven voor een navraag per fax betreffende een verrekenzending bedraagt f. 5,00.

HOOFDSTUK VI Bijzondere bepalingen

Artikel 37 Toepassing van het landsbesluit

Dit landsbesluit is mede van toepassing op de uitvoering van de diensten, welke zijn geregeld bij de met sommige landen of postadministraties gesloten bijzondere verdragen of overeenkomsten, voor zover in die verdragen of overeenkomsten niet anders is bepaald alsmede - tenzij het tegendeel is bepaald - op het verkeer met de landen, welke niet zijn toegetreden tot één of meer van de in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten en op het verkeer met de gebieden, welke niet in de Wereldpostvereniging zijn begrepen, een en ander voor zover de diensten met die landen en gebieden zijn opengesteld.

Artikel 38 Vrijstelling van porten en rechten

Vrijstelling van de voldoening van de bij dit landsbesluit vastgestelde porten en rechten wordt genoten in de gevallen, voorzien bij het verdrag en bij de in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten.

Artikel 39 Uitvoeringsmaatregelen

De Direkteur der Posterijen is gemachtigd tot het nemen van maatregelen van onderschikte aard en van orde, welke worden gevorderd voor de uitvoering van de in dit landsbesluit genoemde verdragen en overeenkomsten, alsmede voor de uitvoering van de dienst in het verkeer met:

  • a.

    landen, welke niet zijn toegetreden tot één of meer van de in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten, echter uitsluitend voor zover de desbetreffende diensten aangaat;

  • b.

    de gebieden, welke niet tot de Wereldpostvereniging zijn toegetreden.

Artikel 40 Toepassing van het verdrag en de in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten

Voor alle gevallen, waarin door de vorenstaande bepalingen niet is voorzien, geldt een regeling overeenkomstig de bepalingen van het verdrag en van de in de overweging van dit landsbesluit genoemde overeenkomsten, voor zover de daarin genoemde diensten zijn opengesteld.

Artikel 41 Slotbepalingen
  • 1. Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1996.

  • 2. Met ingang van het in het eerste lid genoemde tijdstip vervalt het Internationaal Postlandsbesluit 1991 (P.B. 1991, no. 49), zoals gewijzigd.

  • 3. Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Internationaal Postlandsbesluit 1996.