Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zijpe

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zijpe
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010
CiteertitelVerordening Begraafrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpBelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Zijpe. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Zijpe, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, eerste lid, aanhef en ondelen a en b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201031-12-2010Onbekend

03-11-2009

Schager Weekblad/Zijper Nieuws 16 december 2009

Voorstel van college d.d. 8 september 2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

De raad van de gemeente Zijpe; Nr. 8V

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2009;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen te Callantsoog, Petten en Sint Maartensbrug;

  • b.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht voor onbepaalde of bepaalde tijd is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in eigendom en beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene, die de in deze verordening genoemde rechten en diensten aanvraagt, dan wel van degene, die van deze rechten en diensten gebruik maakt, met dien verstande dat ieder van deze hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is en dat de betaling door de een de aansprakelijkheid van de ander opheft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van een stoffelijk overschot van een pasgeboren kind dat tegelijk met dat van de moeder in één graf wordt begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar
  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing
  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,08.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling
  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de eerste maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van de verschuldigde rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. De ‘Verordening Begraafrechten 2009’ van 4 november 2008 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening Begraafrechten 2010’

Ondertekening

Schagerbrug, 3 november 2009

 Tarieventabel2010
 behorende bij de ‘Verordening begraafrechten 2010’.  
     
 Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten  
1.1Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:  
1.1.1op een graf voor een periode van 20 jaar € 1.212,00
1.1.2op een urnengraf voor een periode van 20 jaar€ 1.212,00
1.1.3op het geplaatst houden van een asbus of urn in een urnennis voor een periode van 20 jaar€ 1.212,00
1.1.4voor het plaatsen en geplaatst houden van een urnenmonument voor een periode van 20 jaar€ 1.212,00
1.1.5voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 t/m 1.1.4 met 10 jaar wordt een   
  recht geheven van € 606,00
1.1.6voor het verlengen met één of meerdere kalenderjaren, in verband met de minimum grafrust vastgesteld  
 in de Wet op de lijkbezorging, per kalenderjaar ééntwintigste van de rechten genoemd in de leden  
 1.1.1 t/m 1.1.4  
     
 Hoofdstuk 2 Begraven  
2.1Voor het begraven van een lijk € 606,00
2.2Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1 verhoogd met€ 606,00
2.3Onder buitengewone uren wordt verstaan:   
 op zon- en feestdagen  
2.4Voor het begraven op werkdagen voor 09.00 uur en na 16.00 uur, wordt het recht bedoeld in 2.1  
 verhoogd met€ 303,00
2.5Voor het begraven op zaterdag en zon- en feestdagen, wordt het recht bedoeld in 2.1 verhoogd met€ 303,00
     
 Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen  
3.1Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:  
3.1.1in een urnennis € 80,00
3.1.2op een urnengraf € 80,00
3.1.3in een urnengraf€ 197,00
3.1.4op een eigen gaf€ 80,00
3.1.5in een eigen graf  
3.2Voor het bijzetten  op werkdagen voor 09.00 uur en na 16.00 uur, wordt het recht bedoeld in 3.1.1 en 3.1.2  
 verhoogd met€ 40,00
3.2.1Voor het bijzetten  op werkdagen voor 09.00 uur en na 16.00 uur, wordt het recht bedoeld in 3.1.3  
 verhoogd met€ 87,00
3.3Voor het bijzetten op zaterdag en zon-en feestdagen, wordt het recht bedoeld in 3.1.1  en 3.1.2 verhoogd met€ 40,00
3.4Voor het bijzetten op zaterdag en zon-en feestdagen, wordt het recht bedoeld in 3.1.3 verhoogd met€ 87,00
    
 Hoofdstuk 4 Lijkschouwing (vervallen)  
     
 Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud  
5.1Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen,   
 bedoeld in artikel 23 van de Beheersverordening begraafplaatsen, wordt geheven:   
5.1.1voor de aanleg van een grafkelder € 388,00
5.1.2voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis € 41,00
5.1.3voor het plaatsen van een steentje in een urnennis € 41,00
5.2De rechten voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in   
 5.1.1 tot en met 5.1.3, waarin tevens is opgenomen een bijdrage in de kosten van onderhoud van paden  
 en de groenvoorzieningen en de begraafplaats in het algemeen, bedragen per jaar  
5.2.1voor een grafkelder€ 64,00
5.2.2voor een eigen graf of een urnengraf€ 64,00
5.2.3voor een urnennis € 27,00
5.3Op verzoek van de rechthebbende kan voor de duur van het verleende recht tot begraven in een eigen   
 graf, het recht genoemd onder 5.2.1 t/m 5.2.3 ineens worden voldaan tegen betaling van een bedrag   
 gelijk aan het genoemde tarief bij 5.2.1 t/m 5.2.3 x de vermeningsvuldigingsfactor genoemd in  
 bijlage 1 behorende bij deze tarieventabel.  
     
 Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van eigen graven, urnengraven en urnennissen  
6.1Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register wordt geheven € 6,20
6.2Voor het inschrijven en overboeken van urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven€ 6,20
6.3Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven € 6,20
     
 Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen, inruimen  
7.1Voor het opgraven van een lijk wordt geheven € 606,00
7.2Voor het na opgraven weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven € 606,00
7.3Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven€ 606,00
7.4Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven€ 197,00
7.5Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven € 197,00
7.6Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven€ 606,00
7.7Voor het op verzoek van belanghebbende inruimen van een graf wordt geheven€ 1.212,00
7.8Voor het verwijderen en afvoeren van grafbedekking€ 51,00
 Hoofdstuk 8 Overige heffingen  
8.1Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier€ 20,00
8.2Voor het beschikbaar stellen  van een steentje voor de urnenmuur te Sint Maartensbrug€ 103,00
     
 Behorende bij raadsbesluit van 3 november 2009  
     
 De griffier van de gemeente Zijpe,