Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Spijkenisse

Verordening ambtelijke bijstand aan de raad en elk van zijn leden en fractieondersteuning [2012]

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Spijkenisse
Officiële naam regelingVerordening ambtelijke bijstand aan de raad en elk van zijn leden en fractieondersteuning [2012]
CiteertitelVerordening ambtelijke ondersteuning en fractieondersteuning 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

1. Deze regeling vervangt de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

2. Deze regeling wordt ingetrokken in aritkel 11 van de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning Nissewaard

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 33, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-03-201201-01-201201-01-2015nieuwe regeling

25-01-2012

Weekblad Spijkenisse, 27-03-2012

BSGRF/2012/5

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Spijkenisse;

gelezen het voorstel van de griffie d.d. 18 januari 2012;

gelet op artikel 33 Gemeentewet;

besluit vast te stellen de navolgende verordening ambtelijke bijstand aan de raad en elk van zijn leden en fractieondersteuning.

Paragraaf 1 Ambtelijke bijstand

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder

Artikel 2

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek:

    • a.

      van inhoudelijk-technische aard om feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      om inzage in of afschrift van documenten.

  • 2. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek:

    • a.

      van politiek-tactische aard om feitelijke informatie van enige omvang;

    • b.

      om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 3. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris bepaalt of het verzoek betrekking heeft op informatie als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a of b, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend, kan de griffier de secretaris verzoeken één of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

  • 5. De ambtenaar rapporteert inzake een verzoek als bedoeld in

    • -

      lid 1, onderdelen a en b en lid 2, onderdeel b, rechtstreeks aan het raadslid;

    • -

      lid 2, onderdeel a aan de griffier door tussenkomst van de secretaris.

Artikel 3

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier, in de gevallen als omschreven in artikel 2, eerste lid, onderdelen a of b, of op verzoek van de secretaris, in de gevallen omschreven als in artikel 2, tweede lid, onderdelen a of b, ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

  • 4. Indien de ambtenaar zonder tussenkomst van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand verleent, dan maakt hij daarvan melding bij zijn leidinggevende.

    De leidinggevende beoordeelt vervolgens de noodzaak van doorgifte van deze melding aan de sectordirecteur en/of de secretaris.

Artikel 4

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk of er gegronde redenen zijn tot weigering van de verleende bijstand. Ingeval er geen gegronde redenen zijn tot weigering van het verzoek, draagt de burgemeester de secretaris op de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk te verlenen.

Artikel 5

Een vraag van een raadslid om feitelijke informatie dient door een ambtenaar eenduidig, volledig en bij voorrang beantwoord te worden.

Artikel 6

  • 1. De secretaris is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 2.

  • 2. Indien een raadslid niet tevreden is over de door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 3. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. Indien naar het oordeel van de burgemeester de verleende ambtelijke bijstand voor verbetering vatbaar is, draagt de burgemeester de secretaris op de ambtelijke bijstand aan het raadslid te verbeteren. 

Artikel 7

Indien het college of een lid van het college informatie wenst over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

Artikel 8

  • 1. Het bepaalde in de voorgaande artikelen geldt ook voor verzoeken om ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 2, van een fractie of een andere samenstelling uit de raad.

  • 2.  De voorgaande bepalingen hebben geen betrekking op schriftelijke vragen in het kader van het Reglement van Orde van de gemeenteraad.

  • 3. In gevallen waarin de voorgaande bepalingen niet voorzien of waarbij de toepassing niet eenduidig is, bepaalt de gemeentesecretaris, eventueel in overleg met de griffier, de verdere gang van zaken. Voor de gevallen waarbij het gaat ommedewerkers van de griffie, geldt dat de griffier de verdere gang van zaken bepaalt.

Paragraaf 2 Fractieondersteuning

Artikel 9

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden voor de raad, kunnen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie krijgen.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 500 [Red: per 1 januari 2014: € 532,05] voor elke fractie.

  • 3. Het in het tweede lid genoemde bedrag wordt jaarlijks op 1 januari geïndexeerd op basis van de jaarlijkse verhoging van de prijsstijging voor de aankoop van goederen en diensten overeenkomstig de technische uitgangspunten uit de kadernota van de begroting.

Artikel 10

  • 1. De fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag worden gebruikt ter bekostiging van:

    • a.

      kantoorkosten;

    • b.

      inkoop van goederen en diensten;

    • c.

      al hetgeen overigens als noodzakelijk kan worden beoordeeld met betrekking tot het gestelde in het eerste lid.

  • 3. Ingeval blijkens het jaarlijks te verstrekken overzicht als bedoeld in artikel 13 door een fractie een bekostiging heeft plaatsgevonden van een uitgave, waarvan niet duidelijk is of deze uitgave is aan te merken als een uitgave als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, beslist de raad op voorstel van het seniorenconvent. 

Artikel 11

  • 1. De gevraagde bijdrage voor fractieondersteuning wordt voor 31 januari van een kalenderjaar voor dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. Debijdrage wordt uitgekeerd aan een door elke fractie aan te wijzen persoon, van welke aanwijzing mededeling wordt gedaan aan de voorzitter van de raad.

Artikel 12

Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 9, tweede lid vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

Artikel 13

  • 1. Van de uitgaven die bekostigd worden uit de ontvangen bijdrage als bedoeld in artikel 9, wordt door de fractie een zodanige administratie gevoerd dat op basis daarvan een redelijk inzicht kan worden verkregen in de besteding van de bijdrage. Daartoe verstrekt elke fractie binnen drie maanden na het einde van het kalenderjaar en binnen een maand na afloop van de zittingsperiode aan de raad een overzicht van de besteding van de bijdrage over de desbetreffende periode.

  • 2. De raad stelt na ontvangst van het overzicht als bedoeld in het eerste lid en zonodig het oordeel daarover van het seniorenconvent de bedragen vast van

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in de desbetreffende periode uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de uitgaven van een fractie van het vorige kalenderjaar die in strijd met het bepaalde in artikel 10 zijn gedaan;

    • c.

      zonodig de hoogte van de terugvordering;

    • d.

      het batig saldo aan het einde van de zittingsperiode.

  • 3. Het batig saldo vervalt aan de gemeente.

Artikel 14

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Spijkenisse d.d. 25 januari 2012.

de griffier,
H.C. Landheer
de voorzitter,
M. Salet