LANDSVERORDENING van de 31ste december 1985 houdende goedkeuring van de ontwerp-onderlinge regeling van de Nederlandse Antillen en Aruba tot splitsing van het vermogen van de Sociale Verzekeringsbank en van de door de Sociale Verzekeringsbank beheerde fondsen, tot toescheiding van de verzekerden bij en de uitkeringsgerechtigden van de Sociale Verzekeringsbank, en ter bepaling van de overgang van het personeel van de Sociale Verzekeringsbank.

BIJLAGE

behorende bij de Landsverordening van de 31ste december 1985 houdende goedkeuring van de ontwerp-onderlinge regeling van de Nederlandse Antillen en Aruba tot splitsing van het vermogen van de Sociale Verzekeringsbank en van de door de Sociale Verzekeringsbank beheerde fondsen, tot toescheiding van de verzekerden bij en de uitkeringsgerechtigden van de Sociale Verzekeringsbank, en ter bepaling van de overgang van het personeel van de Sociale Verzekeringsbank.

Onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden,

• -

  tot splitsing van het vermogen van de Sociale Verzekeringsbank en van de door de Sociale Verzekeringsbank beheerde fondsen,

• -

  tot toescheiding van de verzekerden bij en de uitkeringsgerechtigden van de Sociale Verzekeringsbank, en

• -

  ter bepaling van de overgang van het personeel van de Sociale Verzekeringsbank

De Nederlandse Antillen en Aruba,

In overweging genomen hebbende:

dat tijdens de conferentie van de Nederlandse Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen en Nederland, gehouden te ’s-Gravenhage van 7 tot en met 12 maart 1983, onder meer is overeengekomen dat de bezittingen en schulden van de Sociale Verzekeringsbank zullen worden beschreven en, indien niet tot samenwerking wordt besloten, worden gescheiden op basis van objectieve verdeelsleutels;

dat tijdens de zittingen van de Conferentie voor het voeren van politiek overleg tussen de Nederlandse Antillen en Aruba niet tot samenwerking op het gebied van de Sociale Verzekeringsbank is besloten;

dat het als gevolg daarvan wenselijk is het vermogen van de Sociale Verzekeringsbank en van de door de Sociale Verzekeringsbank beheerde fondsen te scheiden, de verzekerden en uitkeringsgerechtigden toe te scheiden en de overgang van het personeel van de Sociale Verzekeringsbank te regelenen;

dat het wenselijk is een en ander zodanig te regelen dat de continuïteit van de dienstverlening van de Sociale Verzekeringsbank niet wordt aangetast;

dat tijdens de vergadering van de Politieke Coördinatie tussen de Regering van de Nederlandse Antillen en het Bestuurscollege van Aruba besloten is een en ander bij onderlinge regeling vast te leggen;

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

In de zin van deze onderlinge regeling wordt begrepen onder:

Artikel 2

1. Het vermogen van de Sociale verzekeringsbank per 31 december 1985, zoals vastgelegd in de gecontroleerde jaarrekening over 1985, wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op 31 december 1986 verdeeld tussen de Sociale Verzekeringsbank van de Nederlandse Antillen en de Sociale Verzekeringsbank van Aruba naar rato van de gemiddelde totale premie-inning op Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten, en de gemiddelde totale premie-inning op Aruba over de jaren 1981, 1982, 1983, 1984 en 1985 volgens de gecontroleerde jaarrekeningen van de Sociale Verzekeringsbank over deze jaren.

2. Bij wijze van voorschot op de vermogensverdeling bedoeld in het vorige lid, ontvangt de Sociale Verzekeringsbank van de Nederlandse Antillen de liquide middelen die per 31 december 1985 door de Sociale Verzekeringbank op Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten worden beheerd en ontvangt de Sociale Verzekeringsbank van Aruba de liquide middelen die per 31 december 1985 door de Sociale Verzekeringsbank, afdeling Aruba, worden beheerd.

3. Indien en voor zover de in het eerste lid bedoelde vermogensverdeling niet in liquide middelen kan worden afgerekend, wordt de resterende schuldverhouding door de Nederlandse Antillen en Aruba overgenomen.

4. Het vermogen van het Cessantiafonds per 31 december 1985, zoals vastgesteld in de gecontroleerde jaarrekening over 1985, wordt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op 31 december 1986 verdeeld tussen het Cessantiafonds van de Nederlandse Antillen en het Cessantiafonds van Aruba volgens de in praktijk toegepaste territoriale scheiding.

Artikel 3

De toescheiding van de verzekerden bij en de uitkeringsgerechtigden van de Sociale Verzekeringsbank geschiedt alsvolgt:

• 1.

  voor wat de Algemene Ouderdomsverzekerings, de Algemene Weduwen-en wezenverzekering en de Ouderdomsvoorziening betreft worden degenen die tot en met 31 december 1985 hun pensioen uitbetaald hebben gekregen door de Sociale Verzekeringsbank, afdeling Aruba, toegescheiden aan de Sociale Verzekeringsbank van Aruba, terwijl de uitkeringsgerechtigden die per 31 december 1985 woonachtig zijn op Aruba en die hun pensioen om technische redenen uitbetaald krijgen via het hoofdkantoor van de Sociale Verzekeringsbank, eveneens worden toegescheiden aan de Sociale verzekeringsbank van Aruba. De overige uitkeringsgerechtigden worden toegescheiden aan Sociale verzekeringsbank van de Nederlandse Antillen.

• 2.

  Voor wat de Ziekteverzekering en de Ongevallenzekering betreft worden allen die op 31 december 1985 wegens ziekte en of ongeval een tegemoetkoming ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank, afdeling Aruba, toegescheiden aan de Sociale Verzekeringsbank van Aruba. Allen die op 31 december 1985 wegens ziekte en of ongeval een tegemoetkoming ontvangen van het hoofdkantoor of een van de andere agentschappen van de Sociale Verzekeringsbank, worden toegescheiden aan de Sociale Verzekeringsbank van de Nederlandse Antillen.

Artikel 4

De op Aruba gevestigde werkgevers zijn verplicht verschuldigde premies voor hun werknemers af te dragen aan de Sociale Verzekeringsbank van Aruba, bij wie zij hun rechten te gelde kunnen maken. De op de Nederlandse Antillen gevestigde werkgevers dragen de verschuldigde premies af aan de Sociale Verzekeringsbank van de Nederlandse Antillen, bij wie zij hun rechten te gelde kunnen maken.

Artikel 5

Het personeel dat per 31 december 1985 werkzaam is bij de Sociale Verzekeringsbank, afdeling Aruba, gaat met ingang van 1 januari 1986 van rechtswege over in dienst van de Sociale Verzekeringsbank van Aruba met inachtneming van de volgende bepalingen:

• 1°

  Een ieder zal tenminste de rang behouden die hij ingevolgde de voor hem geldende bezoldigingsregeling op 31 december 1985 heeft.

• 2°

  De bezoldiging wordt met toepassing van de bezoldigingsregeling van het Land Aruba bepaald, met inachtneming van de voor de betrokkene voor periodieke verhoging geldige dienstijd in zijn bezoldigingsschaal.

• 3°

  het aantal dienstjaren van betrokkenen wordt aan elk lid van het personeel toegerekend op dezelfde wijze als deze door de Sociale Verzekeringsbank zou zijn toegerekend, ware hij in dienst van de Sociale Verzekeringsbank gebleven.

• 4°

  Een ieder zal worden geplaatst in een functie die zoveel mogelijk overeenkomt met de functie die hij per 31 december 1985 bekleedt en die rekening houdt met zijn geschiktheid, omstandigheden en persoonlijke vooruitzichten, alsook met de plaats die aan hem is toegekend op een door of vanwege de Sociale Verzekeringsbank bijgehouden ranglijst ingevolge de artikelen 15 en 16 van de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht (P.B. 1964, no. 159, zoals gewijzigd).

• 5°

  Na de overgang zullen op betrokkenen de rechtspositie-regelingen aan het land Aruba van toepassing zijn.

Artikel 6

Wijziging van deze onderlinge regeling geschiedt bij onderlinge regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, welke onderlinge regeling bij landsverordening door Aruba en de Nederlandse Antillen wordt goedgekeurd.

Artikel 7

Deze onderlinge regeling kan worden aangehaald als “Onderlinge regeling Sociale Verzekeringsbank” en treedt in werking met ingang van 1 januari 1986.