Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 9de november 1983 ter uitvoering van artikel 2, aanhef en onder d van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING van de 9de november 1983 ter uitvoering van artikel 2, aanhef en onder d van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64)
CiteertitelInstructie bevordering misdaadvoorkoming
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling bevat geen bepaling over haar inwerkingtreding. Aangenomen is dat zij in werking trad met ingang van de dag nadat zij in het Publicatieblad is opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Politieregeling 1999, art. 31
  2. Politieregeling, art. 2, aanhef en onder d
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-11-1983Nieuwe regeling

09-11-1983

P.B. 1983, no. 114

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 9de november 1983 ter uitvoering van artikel 2, aanhef en onder d van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64).

I

Vast te stellen de navolgende

INSTRUKTIE BEVORDERING MISDAADVOORKOMING

Artikel 1

Voor de toepassing van deze Instruktie wordt onder bevordering van misdaadvoorkoming verstaan het verzorgen van gedrag-beïnvloedende aktiviteiten in een adviserende, serviceverlenende relatie tot de samenleving, gericht op de individuele of kollektieve zelfbescherming van partikulieren tegen symptomen van krimineel gedrag.

Artikel 2

  • 1. De in artikel 2 van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64), zoals gewijzigd, bedoelde taak van de politie omvat mede de bevordering van misdaadvoorkoming.

  • 2. Deze taak strekt zich niet verder uit dan tot:

    • a.

      het attent maken van het publiek en het handels- en bedrijfsleven op de noodzaak van zelfbescherming tegen krimineel gedrag;

    • b.

      het ondersteunen en begeleiden van partikulier initiatief en samenwerking tot bescherming van eigen lijf en goed tegen krimineel gedrag;

    • c.

      het gericht verstrekken van op misdaadvoorkoming gebaseerde informatie aan het publiek en aan potentiële slachtoffers, mede in de vorm van kampagne-akties;

    • d.

      het verzamelen van gegevens die kunnen dienen ter ondersteuning van de overige misdaadpreventie en -bestrijding;

    • e.

      het attent maken van het publiek en het handels- en bedrijfsleven op het belang van de samenwerking met de politie bij het onderkennen van misdaadbevorderende situaties.

Artikel 3

Bij de bevordering van misdaadvoorkoming dient daadwerkelijk rekening te worden gehouden met het belang van de veiligheid van personen en goederen.

Artikel 4

De individuele vrijheid van personen mag niet op enigerlei wijze worden gehinderd, noch mag bij vaststelling van misdaadbevorderende situaties, behoudens de wettelijke bevoegdheden, rechtstreeks en ante delictum worden opgetreden tegen als potentiële daders aangemerkte personen.

II

Te bepalen dat deze beschikking in het Publicatieblad zal worden opgenomen.