Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 15de oktober 1975 houdende regelen met betrekking tot het verlenen van tegemoetkoming in ziektekosten aan gepensioneerde overheidswerknemers en hun nagelaten betrekkingen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 15de oktober 1975 houdende regelen met betrekking tot het verlenen van tegemoetkoming in ziektekosten aan gepensioneerde overheidswerknemers en hun nagelaten betrekkingen
CiteertitelRegeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpsociale zekerheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Art. 12 van deze regeling is in werking getreden met ingang van 01-03-1976.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-197604-11-2009Nieuwe regeling

15-10-1975

P.B. 1975, no. 249

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 15de oktober 1975 houdende regelen met betrekking tot het verlenen van tegemoetkoming in ziektekosten aan gepensioneerde overheidswerknemers en hun nagelaten betrekkingen

Artikel 1

  • 1. In deze landsverordening wordt verstaan onder werknemer:

    • a.

      de ambtenaar in de zin van de landsverordening materieel Ambtenarenrecht (P.B. 1964, no. 159);

    • b.

      de werkman in de zin van de Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1963, no. 66);

    • c.

      degene die op mondelinge arbeidsovereenkomst in dienst is van de Nederlandse Antillen of van een van de eilandgebieden;

    • d.

      de verplichte leerkracht bij het gesubsidieerd bijzonder onderwijs in de Nederlandse Antillen;

    • e.

      de werknemer in dienst van een rechtspersoon, die in de Nederlandse Antillen is gevestigd en bindingen heeft met de overheid, voor zover bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, of bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, is bepaald, dat deze landsverordening overeenkomstige toepassing op hem vindt.

  • 2. Tevens wordt als werknemer in de zin van de landsverordening aangemerkt de werknemer in overheidsdienst, die niet behoort tot de categorie bedoeld in lid 1, onder a, b of c, doch op wie deze landsverordening van overeenkomstige toepassing is verklaard door de Gouverneur of het desbetreffende bestuurscollege.

  • 3. Voor de toepassing van deze landsverordening worden niet als werknemer beschouwd:

    • a.

      de leden en buitengewone leden van de Raad van Advies;

    • b.

      de Ministers.

  • 4. Deze landsverordening is niet van toepassing op de werknemer die een betrekking of functie vervult waarvoor niet geregeld een volle dagtaak is vereist en die deswege niet in pensioengerechtigde dienst zou kunnen komen.

Artikel 2

Als inkomen van de in artikel 1, lid 1, letters a tot en met c bedoelde categorieën van werknemers geldt het inkomen in de zin van de Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Ambtenaren (P.B. 1969, no. 44), of het inkomen in de zin van de Regeling Vakantie en Vrijstelling van Dienst Werknemers (P.B. 1971, no. 85), met uitzondering van de compensatietoeslag krachtens de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) en de landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering (P.B. 1965, no. 194).

Het vorenstaande vindt overeenkomstige toepassing voor wat betreft het inkomen en de overige categorieën van werknemers bedoeld in artikel 1, leden 1 en 2.

Artikel 3

In deze landsverordening wordt verstaan onder pensioeninkomen:

  • a.

    pensioen ten laste van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, vermeerderd met de toegekende duurtetoeslag;

  • b.

    uitkering bij wijze van pensioen ingevolge de Landsverordening leeftijdsgrens ambtenaren (P.B. 1959, no. 126) of de Landsverordening leeftijdsgrens werknemers Landsloterij, Sociale Verzekeringsbank, Bouwcredietbank van de Nederlandse Antillen en Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen (P.B. 1972, no. 177), vermeerderd met de toegekende duurtetoeslag;

  • c.

    pensioen ten laste van het Werkliedenpensioenfonds, vermeerderd met de eventueel toegekende duurtetoeslag;

  • d.

    onderstand bij wijze van pensioen ten laste van de begroting van de Nederlandse Antillen of van één der eilandgebieden, vermeerderd met de eventueel toegekende duurtetoeslag.

Artikel 4

Voor de toepassing van deze landsverordening geldt als woonplaats, de woonplaats overeenkomstig de derde titel van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek van de Nederlandse Antillen, met dien verstande, dat de woonplaats geacht wordt buiten de Nederlandse Antillen te zijn bij een onafgebroken verblijf buiten de Nederlandse Antillen van langer dan een jaar van de gewezen werknemer of van de weduwe die pensioeninkomen geniet.

Artikel 5

Bij elke uitbetaling van het inkomen van de werknemer wordt daarop een premie ten bedrage van 1% van dit inkomen ingehouden.

Artikel 6

  • 1. Op het pensioeninkomen van:

    • 1.
      • a.

        de werknemer die de dienst verlaat na vervulling van een diensttijd van tenminste 20 jaren en in aanmerking komt voor direct ingaand pensioeninkomen;

      • b.

        de werknemer die de dienst verlaat op grond van medische ongeschiktheid voor de verdere uitoefening van zijn dienst en in aanmerking komt voor direct ingaand pensioeninkomen;

      • c.

        de werknemer, aan wie op grond van het bereiken van een bij wettelijke regeling gestelde leeftijdsgrens eervol ontslag is verleend, tenminste een diensttijd van 10 jaren heeft volbracht en in aanmerking komt voor direct ingaand pensioeninkomen;

      • d.

        de gewezen werknemer die vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening de dienst heeft verlaten en daarbij in aanmerking is gekomen voor direct ingaand pensioeninkomen;

      • e.

        de weduwe en/of wezen die pensioeninkomen genieten indien het betreft de weduwe en/of wezen van de in artikel 1 bedoelde werknemer of van de onder a, b of c bedoelde gewezen werknemer, wordt maandelijks de in het tweede lid bedoelde premie ingehouden.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde premie bedraagt:

    • a.

      bij een pensioeninkomen van f. 500,-- per maand of minder 2½ % van het pensioeninkomen;

    • b.

      bij een pensioeninkomen van meer dan f. 500,-- per maand 2½ % van de eerste f. 500,-- en 5% van het resterende gedeelte van het pensioeninkomen.

  • 3. Het in het voorgaande lid vermelde geldsbedrag kan bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden gewijzigd ingeval van een algemene aanpassing van het pensioeninkomen.

  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op de gewezen werknemer, die voor zich en zijn na te laten betrekkingen en evenmin op de weduwe van een werknemer, die voor zich en de uit haar geboren wezen binnen een maand na ingang van het pensioen schriftelijk verklaart afstand te doen van de rechten voortvloeiende uit deze landsverordening.

  • 5. Het eerste lid is niet van toepassing op de daarin vermelde gewezen werknemers en weduwen en wezen zolang zij hun woonplaats niet binnen de Nederlandse Antillen hebben.

  • 6. Het eerste lid is niet van toepassing op de daarin vermelde gewezen werknemer of weduwe zolang zij werknemer zijn in de zijn van artikel 1 van deze landsverordening.

Artikel 7

  • 1. Er is een „Fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden”, dat door de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen wordt beheerd. Dit fonds is rechtspersoon.

  • 2. De ingevolge de artikelen 5 en 6 ingehouden premie worden in dit fonds gestort.

  • 3. Voorschriften betreffende het beheer van dit fonds worden vastgesteld bij landsbesluit houdende algemene maatregelen.

Artikel 8

  • 1. De landsverordening van de 18de maart 1946 houdende voorziening inzake de verlening van een tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging van werknemers in overheidsdienst en hun gezinsleden (P.B. 1971, no. 135), zoals gewijzigd, is van overeenkomstige toepassing op de gewezen werknemer en op de weduwe en/of wezen bedoeld sub a tot en met d van artikel 6, lid 1, indien de ziekte-uitgaven gemaakt zijn op een tijdstip dat de belanghebbende premie heeft betaald op het pensioeninkomen en zijn woonplaats had in de Nederlandse Antillen.

  • 2. De tegemoetkoming in de blijkens overgelegde bewijsstukken gedane onvermijdelijke uitgaven wordt verleend terzake van geneeskundige behandeling en/of verpleging betreffende:

    • a.

      de gewezen werknemer bedoeld sub a tot en met c van artikel 6, lid 1, zijn echtgenote en zijn kinderen als bedoeld in artikel 2 van de in lid 1 vermelde landsverordening;

    • b.

      de weduwe en/of wezen bedoeld sub d van artikel 6, lid 1.

  • 3. Voor de vaststelling van de tegemoetkoming in de uitgaven van verpleging in een ziekeninrichting geldt:

    • a.

      indien de werknemer op het tijdstip van eindiging van zijn dienstverband bij toepassing van artikel 5, lid 3 van de in lid 1 vermelde landsverordening voor verpleging in de eerste of tweede klasse in aanmerking zou zijn gekomen, wordt de tweede klasse als maatstaf genomen in de overige gevallen de derde klasse;

    • b.

      voor de nagelaten betrekkingen van de gewezen werknemer geldt de klasse welke voor de gewezen werknemer ingevolge sub a zou hebben gegolden.

Artikel 9

De gewezen werknemer, de weduwe of wees die ingevolge artikel 8 aanspraak heeft op tegemoetkoming in ziektekosten is gehouden de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen vóór zijn/haar vertrek naar het buitenland mededeling te doen van de vermoedelijke duur van hun verblijf in het buitenland

De Directeur geeft een bewijsstuk af waaruit blijkt dat deze mededeling is gedaan. Het niet tijdig voldoen aan de mededelingsplicht heeft, behoudens ingeval van overmacht, tot gevolg dat geen aanspraak kan worden gemaakt op tegemoetkoming in de ziektekosten gemaakt tijdens dat verblijf buiten de Nederlandse Antillen.

Artikel 10

  • 1. Deze landsverordening vindt overeenkomstige toepassing op de werknemer, die de dienst verlaat na een diensttijd van 20 jaar met uitzicht op uitgesteld pensioen mits de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen binnen een maand na de ingangsdatum van zijn ontslag zijn schriftelijk verzoek ontvangt om onder de werking van deze landsverordening te blijven vallen en hij op zich neemt de verschuldigde premie ten bedrage van tweemaal de laatstelijk door hem als werknemer betaalde premie maandelijks te voldoen tot de dag, dat zijn uitgesteld pensioen ingaat, tenzij hij eerder als werknemer zou worden herplaatst of zou komen te overlijden.

  • 2. Ingeval de in lid 1 bedoelde werknemer een echtgenote en/of kinderen heeft, die bij zijn overlijden in aanmerking komen voor weduwen- en onderscheidenlijk wezenpensioen indien hij ten behoeve van hen het vrijwillig deelgenootschap overeenkomstig de Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) verzoekt, kan deze landsverordening slechts overeenkomstige toepassing op hem vinden, indien hij het verzoek tot vrijwillig deelgenootschap als voormeld heeft gedaan.

  • 3. Deze landsverordening houdt op voor de in lid 1 bedoelde werknemer alsmede zijn weduwe en wezen te gelden, indien de premie een jaar na het einde van de maand waarover zij is verschuldigd nog niet is voldaan.

  • 4. Door het indienen van het verzoek bedoeld in lid 1 wordt de betrokkenen geacht afstand te hebben gedaan van het recht tot restitutie van de helft van betaalde premies als bedoeld in artikel 11.

  • 5. Indien de in lid 1 bedoelde werknemer de dienst reeds heeft verlaten op het tijdstip waarop deze landsverordening in werking treedt wordt het tijdstip van een maand als bedoeld in dat lid geacht aan te vangen op het tijdstip waarop deze landsverordening in werking treedt en bedraagt de premie 2% van het inkomen dat hij genoot op het tijdstip dat hij de dienst heeft verlaten.

  • 6. Met ingang van de dag waarop het uitgesteld pensioen van de in lid 1 bedoelde werknemer of het weduwen- en/of wezenpensioen van zijn nagelaten betrekkingen ingaat, wordt met overeenkomstige toepassing van artikel 6 een aanvang gemaakt met inhouding van de premie op het pensioeninkomen en kunnen in de ziekte-uitgaven vanaf dat tijdstip gemaakt overeenkomstig artikel 8 tegemoetkomingen worden verleend.

Artikel 11

De gewezen werknemer of zijn weduwe kan slechts restitutie verkrijgen van de helft van de betaalde premies:

  • a.

    indien op het tijdstip van eindiging van zijn dienstverband vaststaat dat hij, als gewezen werknemer, nimmer rechten aan deze landsverordening zal kunnen ontlenen;

  • b.

    indien overeenkomstig artikel 6, lid 4 afstand is gedaan van de rechten voortvloeiende uit deze landsverordening.

Artikel 12

  • 1. De in deze landsverordening bedoelde tegemoetkoming in ziekte kosten wordt door of namens de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen vastgesteld en betaalbaar gesteld ten last van het “Fonds Ziektekosten Overheidsgepensioneerden”.

  • 2. Restitutie van ingehouden premies wordt verleend en uitbetaald door voornoemde Directeur.

Artikel 13

Deze landsverordening welke kan worden aangehaald als „Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden”, treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij is afgekondigd, met uitzondering van artikel 12, dat in werking treedt met ingang van de eerste dag van de derde maand volgende op de maand, waarin zij is afgekondigd.