Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Zeevang

Verordening langdurigheidstoeslag

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Zeevang
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening langdurigheidstoeslag 2009.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 8, 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-04-201201-01-201201-01-2013nieuwe regeling

13-03-2012

Polder Express, 04-04-2012

2012 02 2.7, -1.84

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag

DE RAAD DER GEMEENTE ZEEVANG;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 36 en artikel 8 lid 1 onder d van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T:

vast te stellen de VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders

    • b.

      wet: de Wet werk en bijstand

    • c.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

    • d.

      WSF 2000: Wet Studiefinanciering

    • e.

      bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet

    • f.

      peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor een gezin € 517;

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 465;

    • c.

      voor een alleenstaande € 365.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3. Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komen de overige rechthebbende gezinsleden in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hen zou gelden als het uitgesloten gezinslid niet tot het gezin zou behoren.

  • 4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met eenpercentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gezinsnorm, bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet, per 1 januari van dat jaar en de gezinsnorm van het daar aan voorafgaande jaar met een afronding op € 1 naar boven.

Artikel 4 Nadere regels

Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van deze verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 6 Inwerkingtreding

  • 1. De verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2012.

  • 2. De Verordening langdurigheidstoeslag van 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening langdurigheidstoeslag 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van Zeevang van 13 maart 2012,

H.C. Heerschop, voorzitter.

mr. T.G. Heikens, griffier.

Toelichting

Algemene toelichting

Op grond van artikel 8, lid 1, onder d, en lid 2, onder b, van de Wet werk en bijstand dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen “langdurig” en “laag inkomen”, evenals het begrip “geen uitzicht op inkomensverbetering” zoals die in artikel 36, lid 1 worden gebruikt. Hiermee is beoogd te bewerkstelligen, dat de langdurigheidstoeslag zoveel mogelijk een gemeentelijke verantwoordelijkheid wordt.

Als gevolg van het afschaffen van de bijstand voor inwonenden en het vervangen van de toets op het inkomen van de partner door een toets op gezinsniveau (huishoudinkomen) is aanpassing van de verordening noodzakelijk.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Voorwaarden

In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt evenals het begrip uitzicht op inkomensverbetering.

Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm. Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen de persoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gezin). Studenten mogen in staat worden geacht na afronding van hun studie door werkaanvaarding een inkomensstijging te realiseren en dus uitzicht te hebben op inkomensverbetering en worden daarom uitgesloten.

Artikel 3 Hoogte van de langdurigheidstoeslag

De hoogte van de langdurigheidstoeslag is gebaseerd op de huidige hoogte. Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogte jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met de bijstandsnormen. Omdat de bijstandsnormen in beginsel 2 maal per jaar worden geïndexeerd en de langdurigheidstoeslag maar eenmaal, wordt steeds een vergelijking gemaakt met de bijstandsnormen van per 1 januari van het voorafgaande jaar.

Als er sprake is van een gezinssituatie waarbij een gezinslid is uitgesloten van recht ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet, dan laten we bij de beoordeling van recht op langdurigheidstoeslag deze persoon buiten beschouwing. Er kan vervolgens recht ontstaan als alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin.

Een meerderjarig kind als bedoeld in artikel 4, lid 2, van de wet (student met WSF of WTOS) en een bepaald maximum inkomen valt niet onder het begrip van ‘gezin’. Ook een bloedverwant in de eerste graad waarbij toepassing wordt gegeven aan artikel 4, lid 5, van de wet (mantelzorg) valt buiten het uitgebreide begrip van ’gezin’.

Artikel 4 Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van deze regeling. Te denken valt aan uitvoeringsaspecten als richtlijnen, verificatie van bewijsstukken, vaststellen formulieren, folders et cetera.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Bij de inwerkingtreding is aangesloten bij de inwerkingtreding van de wet, 1 januari 2012. In de wet is een bepaling over overgangsrecht opgenomen. Voor de gezinsbijstand en de huishoudinkomenstoets geldt een overgangstermijn van zes maanden tot 1 juli 2012 (artikel 78s WWB). Voor de inkomensnormering in het kader van de langdurigheidstoeslag geldt een overgangsregeling tot 1 april 2012 voor degene aan wie op 31 december 2011 een langdurigheidtoeslag werd verleend. Indien in voorkomende gevallen na 1 januari 2012 het recht op langdurigheidstoeslag moet worden beoordeeld, en het een situatie betreft waarin ook de regels van het overgangsrecht met betrekking tot de huishoudinkomenstoets tot 1 juli 2012 van toepassing zijn, is het uiteindelijk aan de gemeente om de vaststelling van het recht op langdurigheidstoeslag via de voor de individuele cliënt gunstigste overgangsregeling te laten verlopen. Dit kan dus net als in het geval van de huishoudinkomenstoets neerkomen op 1 juli 2012.