Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 28ste augustus 1972 houdende regelen betreffende het beëindigen van de dienstbetrekking van personen op arbeidsovereenkomst werkzaam bij de Landsloterij, de Sociale Verzekeringsbank, de Bouwkredietbank van de Nederlandse Antillen en de Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, en het toekennen van een uitkering bij wijze van pensioen aan deze personen en aan hun weduwen en wezen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 28ste augustus 1972 houdende regelen betreffende het beëindigen van de dienstbetrekking van personen op arbeidsovereenkomst werkzaam bij de Landsloterij, de Sociale Verzekeringsbank, de Bouwkredietbank van de Nederlandse Antillen en de Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, en het toekennen van een uitkering bij wijze van pensioen aan deze personen en aan hun weduwen en wezen
CiteertitelLandsverordening leeftijdsgrens werknemers Landsloterij, Sociale Verzekeringsbank, Bouwkredietbank van de Nederlandse Antillen en Volkskrediet van de Nederlandse Antillen
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-1972Nieuwe regeling

28-08-1972

P.B. 1972, no. 177

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 28ste augustus 1972 houdende regelen betreffende het beëindigen van de dienstbetrekking van personen op arbeidsovereenkomst werkzaam bij de Landsloterij, de Sociale Verzekeringsbank, de Bouwkredietbank van de Nederlandse Antillen en de Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd, en het toekennen van een uitkering bij wijze van pensioen aan deze personen en aan hun weduwen en wezen

Artikel 1

Deze landsverordening verstaat onder:

a. instelling:de Landsloterij
   de Sociale Verzekeringsbank,
   de Bouwkredietbank van de Nederlandse Antillen, of
   de Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen.
b. werknemer:degene met wie door of namens de Minister een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten teneinde gedurende gehele dagen ten behoeve van een van de sub a genoemde instellingen werkzaamheden te verrichten.
c. de minister:voor wat betreft de Landsloterij en de Bouwkredietbank van de Ned. Antillen: de Minister van Financiën; voor wat betreft de Volkskredietbank van de Nederlandse Antillen: de Minister van Sociale Zaken en Economische Zaken.
d. diensttijd:de tijd doorgebracht bij een of meer van de instellingen sub a. genoemd en voorzover het betreft de werknemers bij de Landsloterij ook de tijd doorgebracht in dienst van de Loterijbond Fortuna, alsmede, de tijd, die als pensioengeldige diensttijd wordt aangemerkt in de zin van de bepalingen van de Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125).
Artikel 2
  • 1. De arbeidsovereenkomst eindigt in ieder geval met ingang van de dag, waarop de werknemer de leeftijd van 60 jaar bereikt.

  • 2. Indien de werknemer op de dag bedoeld in het vorige lid krachtens de voor hem geldende regelingen in het genot is van verlof of van vakantie eindigt de arbeidsovereenkomst in aansluiting daarop.

  • 3. Heeft de werknemer op de in het eerste lid bedoelde dag aanspraak op verlof of vakantie, dan wordt hem met ingang van die dag verlof of vakantie verleend en eindigt de arbeidsovereenkomst in aansluiting daarop.

Artikel 3

Onverminderd het bepaalde in artikel 2 lid 1 kan de arbeidsovereenkomst door of namens de minister met inachtneming van de wettelijke geldende opzeggingstermijn worden opgezegd wanneer de werknemer de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt of overschreden, en alsdan recht op pensioen zou hebben kunnen doen gelden, indien de Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) op hem van toepassing zou zijn geweest.

Artikel 4
  • 1. Aan de werknemer, wiens arbeidsovereenkomst hetzij op eigen verzoek, hetzij overeenkomstig artikel 2 of artikel 3, dan wel wegens ongeschiktheid voor de verdere dienst uit hoofde van ouderdoms-, ziels- of lichaamsziekten of -gebreken is geëindigd, en die alsdan recht op pensioen zou hebben kunnen doen gelden indien de Pensioenverordening Burgelijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) op hem van toepassing zou zijn geweest, wordt ten laste van de geldmiddelen van de instelling bij welke de werknemer in dienst is of is geweest door de minister een uitkering bij wijze van pensioen toegekend.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde uitkering wordt bepaald op de helft van het pensioenbedrag, dat krachtens de Pensioenverordening Burgelijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) zou kunnen zijn toegekend en wordt naar boven afgerond tot het naaste getal in volle guldens, dat een veelvoud is van 3, met dien verstande evenwel, dat deze uitkering niet meer dan f 4.800,- (1976, 281) per jaar mag bedragen.

Artikel 5
  • 1. Aan de weduwen en wezen van de overleden werknemer of overleden gewezen werknemer, wordt, indien zij recht op pensioen zouden hebben kunnen doen gelden indien de Pensioenverordening Burgelijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) op hun overleden echtgenoot of ouder van toepassing zou zijn geweest ten laste van de geldmiddelen van de instelling bij welke de werknemer in dienst is of is geweest door de minister een uitkering bij wijze van pensioen toegekend.

  • 2. De in het vorig lid bedoelde uitkeringen worden bepaald op de helft van de pensioenbedragen welke krachtens de Pensioenverordening Burgelijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) zou kunnen zijn toegekend en worden elk naar boven afgerond tot het naaste getal in volle guldens dat een veelvoud is van 3, met dien verstande evenwel, dat elk van deze uitkeringen niet meer dan f 3.000,- (1976, 281) per jaar mag bedragen.

Artikel 6
  • 1. Indien naast de ingevolge deze landsverordening toegekende of toe te kennen uitkering uit hoofde van een vervulde dienstbetrekking een pensioen krachtens een andere in de Nederlandse Antillen geldende wettelijke regeling is of wordt toegekend en het totaal van die uitkering en pensioen meer zou bedragen dan het hoogste bedrag in de Pensioenverordening Burgelijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) onderscheidenlijk voor eigen en weduwen- of wezenpensioen vermeld, wordt de uitkering verminderd met het bedrag waarmee het betreffende maximum zou worden overschreden.

  • 2. Eenzelfde persoon kan aan uitkering en pensioen als het vorig lid bedoeld in totaal niet meer dan f 9.600,- (1976, 281) per jaar genieten.

  • 3. De bepalingen der hoofdstukken V en VI van de Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren 1938 (P.B. 1949, no. 125) zijn ten aanzien van de gewezen werknemer, diens weduwe en wezen van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7

Omtrent de toekenning van duurtetoeslag op de uitkeringen bij wijze van pensioen, worden regelen vastgesteld bij landsbesluit houdende algemene maatregelen.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8

In afwijking van het bepaalde in artikel 2 eindigt de arbeidsovereenkomst van de werknemer die op de dag van de inwerkingtreding van deze landsverordening de leeftijd van 60 jaar reeds heeft bereikt of die leeftijd binnen een jaar daarna bereikt, een jaar na die inwerkingtreding. Het bepaalde in artikel 2, leden 2 en 3, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9
  • 1. Aan de gewezen werknemer, wiens arbeidsovereenkomst vóór de inwerkingtreding van deze landsverordening is geëindigd en die, wanneer deze landsverordening alsdan van kracht was geweest, krachtens artikel 4 recht op uitkering zou hebben gehad wordt deze uitkering toegekend met ingang van de datum van de inwerkingtreding.

  • 2. Ten aanzien van de weduwe en wezen van de gewezen werknemer als bedoeld in het vorige lid is op de dag van inwerkingtreding van deze landsverordening artikel 5 van toepassing.

Artikel 10

Deze landsverordening, welke kan worden aangehaald als “Landsverordening leeftijdsgrens werknemers Landsloterij, Sociale Verzekeringsbank, Bouwkredietbank van de Nederlandse Antillen en Volkskrediet van de Nederlandse Antillen” treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die van haar afkondiging.