LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 23ste december 1970 ter uitvoering van artikel 4 van de landsverordening In – en Uitvoer (P.B. 1968, no. 42)

Artikel 1

• 1. De na te noemen goederen mogen in de eilandgebieden Aruba, Bonaire en Curaçao slechts met vergunning worden ingevoerd:

  • a.

    Deeg, brood, krentenbrood, al dan niet bevroren, Bevroren cake van alle soorten;

  • b.

    Kippeneieren;

  • c.

    Bevroren kip, geheel of in stukken;

  • d.

    Bevroren kalkoen, geheel of in stukken;

  • e.

    Bevroren en gekoeld rundervlees, in stukken of in delen; schapen-, geiten- en varkensvlees, met uitzondering van dat in luchtdichte verpakking, van ham en van reuzel en van spek;

  • f.

    Sla, komkommers, West-Indische komkommers, pompoen, calbas, tomaten, niet in luchtdichte verpakking;

  • g.

    Paprika’s, pika’s (spaanse perers), aubergines, kousebanden, siboyo largu (prei) niet in luchtdichte verpakking;

  • h.

    Watermeloenen, meloen, mango’s, papaya’s;

  • i.

    Alle citrusvruchten; o.a. limoenen (lamoentji zuur) en laraha’s (oranje appel) grape fruit en manderijnen;

  • j.

    Batata Dushi (zoete aardappelen);

  • k.

    Hooi en stro;

  • l.

    Tweedehandse-automobielen, niet vallende onder verhuisboedel of reisbagage

  • m.

    Tegels, al dan niet hard-gebakken, vloerwand en straattegels;

  • n.

    Aanrechten; al dan niet van metaal;

  • o.

    Meubilair; niet vallende onder verhuisboedel of reisbagage;

  • p.

    Radiateuren en koel-elementen voor diesel- en benzinemotoren; electrische autobatterijen;

  • q.

    bier en moutbier zonder alkohol in blikken of flessen;

  • r.

    dakpannen.

  Een vergunning is niet vereist voor het invoeren van de in lid 1 genoemde goederen, indien deze een C.I.F. waarde hebben van ten hoogste f. 100,-- per zending, bestemd zijn voor natuurlijke personen en niet voor handels-doeleinden worden ingevoerd.

Artikel 2

• 1. Het is met ingang van een door de Minister van Economische Zaken te bepalen tijdstip en onder nadere omschrijving van het goed verboden in de eilandgebieden Aruba, Bonaire en Curaçao goederen in te voeren die vallen onder de hieronder volgende opsomming van goederen of groepen van goederen;

  • a.

    Tarwemeel en tarwebloem

  • b.

    Maïsmeel

  • c.

    Granen, al dan niet bestemd voor menselijke consumptie; met uitzondering van voor menselijke consumptie bestemde maïskolven, hetzij bevroren, hetzij in luchtdichte verpakking

  • d.

    Grutten van maïs en grof gemalen maïs

  • e.

    Gemengd voer en concentraten voor de produktie van gemengd voer

    • a)

      voor varkens,

    • b)

      voor runderen en/of paarden,

    • c)

      voor pluimvee;

• 2. Zolang het in het eerste lid bedoelde tijdstip niet is bepaald, mogen de in dat lid genoemde goederen in de eilandgebieden Aruba, Bonaire en Curaçao , slechts met vergunning worden ingevoerd.

• 3. De Minister van Economische Zaken kan, op daartoe strekkend verzoek, geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het in het eerste lid genoemde verbod.

  Aan de vergunning tot ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

• 4. Artikelen 3 t/m 6 zijn in geval van ontheffing van het in het eerste lid bedoelde verbod, van toepassing.

Artikel 3

• 1. Vergunning tot invoer wordt verleend nadat het bedrijf dat, of de persoon die de goederen wenst in te voeren heeft aangetoond in het bezit te zijn van:

  • a.

    een vergunning zoals bedoeld in de Vestigingsregeling voor Bedrijven (P.B. 1946, no. 34), voorzover die regeling op het bedrijf of op de persoon, van toepassing is;

  • b.

    een bewijs dat het bedrijf of de persoon staat ingeschreven in het Handelsregister, voorzover deze inschrijving voor het bedrijf of de persoon, vereist is.

    Dit bewijs mag niet vroeger zijn afgegeven dan een jaar voorafgaande aan de datum waarop de vergunning tot invoer wordt aangevraagd.

• 2. Het gestelde in het eerste lid is niet van toepassing op degenene die met kleine motor- en zeilschepen de in artikel 1 genoemde goederen aanvoert.

• 3. Voorts wordt de vergunning tot invoer slechts afgegeven na overlegging van de factuur, de aangifte tot invoer en/of andere bescheiden waaruit de volgende gegevens blijken;

  • a.

    nauwkeurige omschrijving van het artikel;

  • b.

    de leverancier;

  • c.

    het merk;

  • d.

    het land van herkomst;

  • e.

    het brutogewicht in kg., dan wel het aantal eenheden of stuks;

  • f.

    de invoerwaarde zoals bedoeld in artikel 59 van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62);

  • g.

    de invoerwaarde zoals bedoeld in artikel 59 van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62), exclusief vracht, assurantie, verpakking en commissie.

Artikel 4

• 1. Bij de invoer van granen als bedoeld in artikel 2, eerste lid dient mede aangegeven te worden de soort.

• 2. Eieren dienen bij invoer voorzien te zijn van een stempel vermeldende het land van oorsprong.

• 3. Bij de invoer van tweedehands-automobielen als bedoeld in artikel 1 eerste lid dient mede aangegeven te worden het bouwjaar.

Artikel 5

• 1. In die gevallen waarbij een factuur niet tijdig kan worden overgelegd, wordt een voorlopige vergunning afgegeven na vertoning van bescheiden waaruit de gegevens van artikel 3 derde lid sub a t/m g kunnen worden afgeleid.

  De importeur is verplicht binnen 14 dagen na invoer van de goederen een definitieve vergunning aan te vragen onder overlegging van de desbetreffende facturen en de bescheiden waaruit de in artikel 3 derde lid sub a t/m g bedoelde gegevens zijn af te leiden.

• 2. In die gevallen waarbij geen factuur kan worden overgelegd, wordt een definitieve vergunning afgegeven aan de hand van een pro-forma factuur waaruit de gegevens van artikel 3 derde lid sub a t/m g kunnen worden afgeleid.

• 3. Goederen aangebracht buiten de normale kantooruren kunnen vooruitlopend op het verkrijgen van een definitieve vergunning worden afgegeven, met dien verstande, dat de borgstelling vanwege de Inspectie der Invoerrechten en Accijnzen vereist, eerst wordt gerestitueerd nadat de betreffende vergunning is verkregen.

Artikel 6

• 1. De aanvrage tot het verkrijgen van een vergunning moeten worden ingediend:

  a. in het eilandgebied Curaçao	:	bij het Departement Sociale en Economische Zaken;
  b. in het eiland gebied Aruba	:	bij het Departement Sociale en Economische Zaken;
  c. in het eilandgebied Bonaire	:	bij de controleur bij het Departement Sociale en Economische Zaken op Bonaire.

• 2. De vergunning zal bestaan uit een op de aangifte ten invoer door of namens de Minister van Economische Zaken te plaatsen stempelafdruk met paraaf.

Artikel 7

Met het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit landsbesluit zijn behalve de ambtenaren, bedoeld in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen, mede belast de ambtenaren als bedoeld in artikel 1 eerste lid van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62).

Artikel 8.

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de 30ste dag na die van zijn afkondiging.