Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Het Bildt

Verordening kamerverhuur het Bildt

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Het Bildt
Officiële naam regelingVerordening kamerverhuur het Bildt
CiteertitelVerordening kamerverhuur het Bildt 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2012nieuwe regeling

19-04-2012

Geen.

Onbekend.

Tekst van de regeling

VERORDENING KAMERVERHUUR HET BILDT 2012

De raad van de gemeente het Bildt;

overwegende dat het wenselijk is de omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige

woonruimten te reguleren, zulks met het oog op het behoud en de samenstelling van de

woonruimtevoorraad, alsmede ter bescherming van het woon- en leefmilieu;

gelet op artikel 2 van de Huisvestingswet;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende "Verordening kamerverhuur het Bildt 2012"

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. college: het college van burgemeester en wethouders van het Bildt;

b. eigenaar: degene die bevoegd is tot het in gebruik geven van woonruimte of een gebouw, daaronder mede begrepen de erfpachter, vruchtgebruiker, gerechtigde tot een appartementsrecht als bedoeld in artikel 5:106 Burgerlijk Wetboek, of degene aan wie door een rechtspersoon het gebruiksrecht van een woonruimte is verleend;

c. huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren;

d. woonruimte: besloten ruimte die, al dan niet samen met een of meer andere ruimten,

bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden;

e. zelfstandige woonruimte: woonruimte die een eigen toegang heeft en die door een

huishouden kan worden bewoond zonder dat dit afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte;

f. kamerverhuurpand : gebouw of een deel van een gebouw dat twee of meer onzelfstandige woonruimten bevat, welke woonruimten als hoofdverblijf apart worden of kunnen worden bewoond door verschillende huishoudens, waarbij niet van belang is of die onzelfstandige woonruimten worden gebruikt op basis van een huurovereenkomst dan wel op grond van enige andere titel.

g. onzelfstandige woonruimte: een verblijfsruimte die door de aard van de inrichting en gebruik, het privé-domein is van een bewoner die daarbij is aangewezen op het gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen.

h. gemeenschappelijke voorzieningen: ruimten, opstelplaatsen, aansluitingen, installaties, apparatuur en dergelijke die gebruikt kunnen worden door de bewoners van twee of meer onzelfstandige woonruimtes;

i. omzetting: het omzetten van een zelfstandige woonruimte in een of meerdere onzelfstandige woonruimten;

j. omzettingsvergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, sub c, van de Huisvestingswet;

k. gebruiksoppervlaktemaat: de maat van de gebruiksoppervlakte als bedoeld in NEN 2580;

I. gebouw voor bijzondere logiesverstrekking : een gebouw dat krachtens een bestemmingsplan mag worden gebruikt voor een activiteit, die enkel of in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding huisvesten van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaalmedische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven.

Artikel 1.2 Werkingsgebied

Het bepaalde in deze verordening is van toepassing op alle woonruimte in bestaande en nieuwe gebouwen in de gemeente het Bildt.

HOOFDSTUK 2 Omzettingsvergunning

Artikel 2.1 Vergunningvereiste

1. Het is verboden om een zelfstandige woonruimte, of een deel van een zodanige woonruimte, gelegen in het in artikel 1.2 genoemde werkingsgebied, zonder vergunning van het college om te zetten in twee of meer onzelfstandige woonruimtes.

2. Het in het eerste lid bedoelde verbod is eveneens van toepassing wanneer het aantal

onzelfstandige woonruimten binnen een pand wordt uitgebreid en er ten tijde van die uitbreiding reeds een of meerdere onzelfstandige woonruimten in dat pand aanwezig zijn.

Artikel 2.2 De aanvraag voor een omzettingsvergunning

1. De aanvraag voor een omzettingsvergunning wordt door de eigenaar in drievoud ingediend bij het college op een door het college vastgesteld formulier.

2. Bij de aanvraag worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

a. bewijs van eigendom van de woonruimte en, voor zover van toepassing, bewijs dat de aanvrager gerechtigd is tot de gevraagde omzetting;

b. een plattegrond van de bestaande situatie, voorzien van gebruiksoppervlaktematen;

c. een plattegrond van de gewijzigde situatie, voorzien van gebruiksoppervlaktematen, waarbij is aangegeven welke ruimten de aanvrager als afzonderlijke woonruimte wil doen gebruiken.

3. Het college is bevoegd om aanvullende gegevens en bescheiden te vragen, voor zover dat ter beoordeling van de aanvraag redelijkerwijs nodig is.

4. Van de in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde bevoegdheid om de aanvraag wegens onvolledigheid niet te behandelen, kan slechts gebruik worden gemaakt, indien de aanvrager binnen vier weken na de ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen. De door het college ingevolge dat artikel te stellen termijn bedraagt vier weken.

6. De beschikking wordt genomen binnen 12 weken na de dag waarop de aanvraag is

ontvangen.

Artikel 2.3 Maximaal aantal kamerverhuurpanden per gebied

Op de bij deze verordening behorende kaarten zijn gebieden aangewezen waarvoor het aantal kamerverhuurpanden tot een maximum wordt beperkt. Deze gebieden en de binnen deze gebieden geldende maxima zijn:

Kaartnummer Gebied Maximum aantal kamerverhuurpanden

per gebied

1 Vrouwenparochie 7

2 Minnertsga 21

3 Oudebildtzijl 10

4 Nij Altoenae 4

5 St.-Annaparochie 52

6 St.-Jacobiparochie 18

Artikel 2.4 Criteria voor de vergunningverlening

1. Het college weigert de vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte in de volgende gevallen:

a. indien vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen, dat het verlenen van de vergunning leidt tot een ontoelaatbare inbreuk op een geordend woon- en leefmilieu in het gebouwentof de omgeving van het gebouw, waarop de aanvraag betrekking heeft.

b. indien het verlenen van de vergunning zou leiden tot overschrijding van het voor het betrokken gebied geldende maximum aantal kamerverhuurpanden, zoals vastgelegd in artikel 2.3.

c. indien de aanvraag betrekking heeft op een pand dat is gelegen op minder dan 100 meter, rondom gemeten van gevel tot gevel, van een ander kamerverhuurpand.

2. Bij de toetsing van de aanvraag aan het bepaalde in lid 1, onderdelen a t/m c, wordt tevens rekening gehouden met panden die naar verwachting binnenkort in gebruik zullen worden genomen als kamerverhuurpand, bijvoorbeeld krachtens een reeds verleende vergunning dan wel krachtens een nog te verlenen vergunning op een aanvraag die eerder is ingediend.

3. Bij de toetsing van de aanvraag aan het bepaalde in lid 1, onderdelen a t/m c, worden gebouwen voor bijzondere logiesverstrekking tevens als een kamerverhuurpand aangemerkt.

Artikel 2.5 De omzettingsvergunning

1. In de omzettingsvergunning vermeldt het college in ieder geval:

a. het adres van de woonruimte waarop de vergunning betrekking heeft;

b. de eigenaar van de woonruimte waarop de vergunning betrekking heeft;

c. het aantal onzelfstandige woonruimten dat gecreëerd mag worden.

2. De vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte geldt maximaal vijf jaar, behoudens eerdere intrekking overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.7.

3. Aan een omzettingsvergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden dat de

vergunninghouder het college in kennis dient te stellen van de feitelijke beëindiging van het gebruik waarvoor de omzettingsvergunning is verleend, binnen een termijn van vier weken vanaf die feitelijke beëindiging.

4. Het college kan aan een omzettingsvergunning het voorschrift verbinden dat het aantal bewoners van het kamerverhuurpand wordt beperkt tot een in de vergunning te noemen maximum.

Artikel 2.6 Overschrijving

Een omzettingsvergunning kan op verzoek van de eigenaar of een rechtverkrijgende worden

overgeschreven op naam van een ander dan degene op wiens naam de vergunning is

gesteld.

Artikel 2.7 Intrekken van de omzettingsvergunning

1. Het college kan de omzettingsvergunning intrekken indien:

a. niet binnen een jaar nadat de beschikking onherroepelijk is geworden, is overgegaan tot de vergunde omzetting;

b. de vergunning is verleend op grond van door de vergunninghouder verstrekte gegevens waarvan deze wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat zij onjuist of onvolledig waren;

c. een of meer aan de vergunning verbonden voorschriften en/of beperkingen niet worden nagekomen, waaronder begrepen de situatie waarin het aantal onzelfstandige woonruimten dat in het in de vergunning bedoelde pand feitelijk aanwezig is, afwijkt van het in de vergunning vermelde aantal;

d. het pand waarvoor de vergunning is verleend langer dan één jaar niet meer als kamerverhuurpand in gebruik is of eerder wanneer voldoende aannemelijk is dat dit gebruik definitief is gestaakt;

e. de vergunninghouder daartoe een verzoek heeft ingediend;

f. vaststaat of redelijkerwijs moet worden aangenomen dat handhaving van de vergunning zou leiden tot een verstoring van een geordend woon- en leefmilieu in het gebouw waarop de vergunning betrekking heeft of van de directe omgeving van dat gebouw.

2. Het college gaat niet tot intrekking van de vergunning over, voordat degene te wiens aanzien het besluit tot intrekking wordt genomen in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze tegen het voorgenomen besluit kenbaar te maken.

3. Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing in het geval bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.

HOOFDSTUK 3 Verdere bepalingen

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt ten gunste van de aanvrager af te wijken van de verordening.

Artikel 3.2 Strafbepaling

Hij of zij die handelt in strijd met het bepaalde in artikel 2.1 wordt gestraft met hechtenis

van ten hoogste vier maanden of geldboete van de derde categorie. Het genoemde strafbaar gestelde feit is een overtreding.

Artikel 3.3 Handhaving

1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de daartoe door het college aangewezen ambtenaren.

2. Met de opsporing van het bij artikel 3.2 strafbaar gestelde feit zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering en de in artikel 75 van de Huisvestingswet aangewezen ambtenaren, belast de in het eerste lid genoemde ambtenaren, voor zover zij door de minister van veiligheid en justitie daartoe zijn aangewezen.

3. De in het eerste lid genoemde ambtenaren hebben de bevoegdheden als genoemd in artikel 77 van de Huisvestingswet.

HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 Overgangsbepalingen

1. Het gebruik van enig pand als kamerverhuurpand, zoals dat aantoonbaar bestond op 1 april 2012, mag worden voortgezet, indien voor dit gebruik binnen drie maanden na inwerkingtreding van deze verordening een vergunning wordt aangevraagd als bedoeld in artikel 2.1 van deze verordening, totdat een termijn van zes weken na de bekendmaking van de beslissing op die aanvraag is verstreken.

2. Bij de beslissing op een aanvraag als bedoeld in het eerste lid kan het college afwijken van het bepaalde in de artikelen 2.3 en 2.4.

3. Het bepaalde in lid 2 is niet van toepassing voor zover er sprake is van een uitbreiding van het aantal in het pand aanwezige onzelfstandige woonruimten ten opzichte van de situatie op 1 april 2012.

Artikel 4.2 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening kamerverhuur het Bildt 2012".

Artikel 4.3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente het Bildt d.d. 19 april 2012