Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 12de augustus 1969 ter uitvoering van artikel 12, eerste lid, onder 2, derde lid en artikel 13 van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (Beschikking inlichtingen justitiële documentatie)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING van de 12de augustus 1969 ter uitvoering van artikel 12, eerste lid, onder 2, derde lid en artikel 13 van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (Beschikking inlichtingen justitiële documentatie)
CiteertitelBeschikking inlichtingen justitiële documentatie
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpstrafrecht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is ingevolge artikel 5 in werking getreden op het tijdstip waarop de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (P.B. 1968, no. 213) in werking trad (zie landsbesluit van 21-08-1973, P.B. 1973, no. 142).

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag, art. 12 en 13

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-04-1988art. 3

21-04-1988

P.B. 1988, no. 34

n.v.t.
16-09-1973Nieuwe regeling

12-08-1969

P.B. 1969, no. 118

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 12de augustus 1969 ter uitvoering van artikel 12, eerste lid, onder 2, derde lid en artikel 13 van de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (Beschikking inlichtingen justitiële documentatie)

Artikel 1

  • 1. Aan de rechterlijke ambtenaren, verbonden aan gerechten van Nederland of Suriname of van enig land, waarmede een overeenkomst bestaat betreffende de uitwisseling van gegevens over strafrechtelijke veroordelingen, worden inlichtingen verstrekt uit het strafkaartsysteem, alsmede over gegevens, die in de strafregisters zijn opgenomen of daarin opgenomen zijn geweest. Voorts kunnen inlichtingen worden verstrekt omtrent aanhangige strafzaken.

  • 2. Gelijke inlichtingen als in het vorige lid bedoeld kan de Procureur-Generaal verstrekken ten behoeve van andere buitenlandse rechterlijke ambtenaren, indien dit naar zijn oordeel wenselijk is in het belang van een juiste rechtsbedeling.

Artikel 2

Als instellingen en personen, bedoeld in artikel 12, derde lid der Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (P.B. 1968, no. 213) worden aangewezen:

  • -

    de Stichting Reclassering Curaçao;

  • -

    de Stichting Reclassering en Kinderbescherming Aruba;

  • -

    de Directeur van het Psychiatrisch Ziekenhuis "Rustoord",

  • -

    de psychiaters en psychologen, aan wie door de rechter of het openbaar ministerie het uitbrengen van rapport wordt opgedragen, of die bij rechterlijke beslissing met enig toezicht op een veroordeelde zijn belast.

Artikel 3

De Procureur-Generaal is voorts bevoegd uit inlichtingen van de justitiële documentatiedienst gegevens te verstrekken aan:

  • 1.

    de hoofden van dienst en hoofdambtenaren van het Land in verband met de benoeming en het ontslag van landsambtenaren of de indienstneming en het ontslag van personeel op arbeidsovereenkomst, zomede in verband met het nemen van disciplinaire maatregelen tegen onder hen ressorterend personeel;

  • 2.

    het hoofd van het Centraal Bureau voor Personeelszaken en het hoofd van de afdeling Personeelszaken van een Eilandgebied in verband met personeelsaangelegenheden van het Land respectievelijk een Eilandgebied en de op openbaar gezag ingestelde rechtspersonen;

  • 3.

    de bestuurscolleges en de gezaghebbers in verband met de benoeming en het ontslag van eilandsambtenaren of de indienstneming en het ontslag van personeel op arbeidsovereenkomst, zomede in verband met het nemen van disciplinaire maatregelen tegen onder hen ressorterend personeel;

  • 4.

    het commandement der Zeemacht in de Nederlandse Antillen, indien en voorzover de gegevens in het belang van de taakvervulling van deze dienst nodig zijn;

  • 5.

    de Veiligheidsdienst Nederlandse Antillen, indien en voorzover de gegevens in het belang van de taakvervulling van deze dienst nodig zijn;

  • 6.

    het overheidsbureau, dat adviseert inzake emigratie of plaatsing van personeel in het buitenland of in een der andere rijksdelen;

  • 7.

    consulaten in verband met te verlenen visa;

  • 8.

    de autoriteiten in Nederland en Suriname, die inlichtingen verzoeken in verband met vestiging in die landen;

  • 9.

    het Kabinet van de Gouverneur en de gezaghebbers in verband met visum- en paspoortaanvragen;

  • 10.

    de Directeur van het Departement van Onderwijs in verband met de benoeming en het ontslag van en het toezicht op het gedrag van leerkrachten en ander personeel, verbonden aan onderwijsinstellingen;

  • 11.

    de autoriteiten, die tot taak hebben te adviseren of te beslissen inzake het verlenen, intrekken of schorsen van vergunningen, het sluiten van lokaliteiten of het doen staken van bepaalde activiteiten, voorzover de adviezen of beslissingen (mede) gebaseerd kunnen worden op gegevens uit de justitiële documentatiedienst;

  • 12.

    de Minister van Algemene Zaken of de persoon door deze gemachtigd in verband met personeelsaangelegenheden der weerkorpsen.

Artikel 4

Indien op grond van het bepaalde in het voorgaande artikel inlichtingen worden gevraagd en de Procureur-Generaal bevindt, dat de persoon op wie het verzoek om inlichtingen betrekking heeft, wordt verdacht van een strafbaar feit, dat zou kunnen leiden tot een strafrechtelijke beslissing, die bij de beoordeling van de te verstrekken inlichtingen in aanmerking zou worden genomen, is de Procureur-Generaal, indien hij daartoe bepaaldelijk termen vindt, bevoegd aan degene, die het verzoek om inlichtingen heeft gedaan, mede te delen, dat nog een strafzaak hangende is.

De door de Procureur-Generaal te verstrekken inlichtingen kunnen mede omvatten de gegevens, die in de strafregisters zijn opgenomen geweest.

Artikel 5

Deze beschikking, die in het Publicatieblad zal worden opgenomen, kan worden aangehaald als "Beschikking inlichtingen justitiële documentatie".

Zij treedt in werking tegelijk met de Landsverordening op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag (P.B. 1968, no. 213).