Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 27ste februari 1963 regelende de justitiekosten in strafzaken ter uitvoering van artikel 26 onderdeel 4 van de Rechterlijke Organisatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 27ste februari 1963 regelende de justitiekosten in strafzaken ter uitvoering van artikel 26 onderdeel 4 van de Rechterlijke Organisatie
CiteertitelTarief justitiekosten strafzaken
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpstrafrecht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Reglement op de inrichting en de samenstelling van de rechterlijke macht in de Nederlandse Antillen (Rechterlijke Organisatie), waarvan de geldende tekst opgenomen is in P.B. 1965, no. 146, zoals nadien gewijzigd, is bij de inwerkingtreding op 1 januari 1986 van de Landsverordening van de 31ste december 1985 houdende regels betreffende de rechterlijke organisatie van de Nederlandse Antillen en Aruba (Eenvormige landsverordening op de rechterlijke organisatie), P.B. 1985, no. 170, ingetrokken. Op grond van de overgangsbepaling van artikel 41, tweede lid, van genoemde eenvormige landsverordening, blijft het Tarief justitiekosten strafzaken echter na 1 januari 1986 van kracht totdat overeenkomstig artikel 40 aanhef en sub 4 van de eenvormige landsverordening bij landsbesluit houdende algemene maatregelen, door de Nederlandse Antillen en Aruba gelijkluidend vast te stellen, zal zijn voorzien in de vervanging van het Tarief justitiekosten strafzaken. Ingevolge genoemd artikel 40, tweede lid, dienen de bepalingen van het Tarief justitiekosten strafzaken zoveel mogelijk overeenkomstig genoemde eenvormige landsverordening te worden uitgelegd en toegepast.

Lees in artikel 23 in plaats van “de Administratie van Financiën”: “het Departement van Financiën” in verband met artikel 1 van de Lv. van de 20ste augustus 1968 houdende wijziging van de benaming "Administratie van Financiën" en "Administrateur van Financiën" in een aantal wettelijke regelingen, P.B. 1968, no. 119.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Reglement op de inrichting en de samenstelling van de rechterlijke macht in de Nederlandse Antillen (Rechterlijke Organisatie), art. 26, onder 4

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-198401-01-1982art. 16, 21

15-11-1984

P.B. 1984, no. 104

n.v.t
28-04-197901-01-1977art. 6, 10, 11, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 21

08-03-1979

P.B. 1979, no. 88

n.v.t
14-12-196601-07-1966art. 6, 7

23-11-1966

P.B. 1966, no. 177

n.v.t
21-08-1965art. 8a, 9, 10

05-08-1965

P.B. 1965, no. 125

n.v.t.
12-11-1963art. 10

02-11-1963

P.B. 1963, no. 168

n.v.t.
01-04-1963Nieuwe regeling

27-02-1963

P.B. 1963, no. 39

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 27ste februari 1963 regelende de justitiekosten in strafzaken ter uitvoering van artikel 26 onderdeel 4 van de Rechterlijke Organisatie

Toepasselijkheid

Artikel 1

De bepalingen van dit landsbesluit zijn van toepassing op de kosten die in verband met de behandeling van strafzaken moeten worden gemaakt en de kosten die moeten worden gemaakt in zaken, waarin het openbaar ministerie optreedt en waarvan de burgerlijke rechter kennis neemt.

Reis- en verblijfkosten

Artikel 2
  • 1. Aan getuigen, deskundigen en tolken worden de werkelijke reiskosten vergoed, voorzover hun geen reisbiljet van landswege werd verstrekt.

  • 2. De reiskosten worden berekend op basis van de reiskosten die worden vergoed aan landsdienaren die recht hebben op vervoer per tweede klasse vervoermiddelen. In bijzondere gevallen kan de procureur-generaal toestaan, dat een getuige, deskundige of tolk gebruik maakt van de eerste klasse van een vervoermiddel.

  • 3. Voor de berekening van de reiskosten van getuigen, deskundigen en tolken, wordt de plaats van het hoofdverblijf als uitgangspunt genomen. De tijdelijke verblijfplaats kan tot uitgangspunt worden genomen, indien de getuige, deskundige of tolk zich buiten zijn hoofdverblijf ophoudt.

Artikel 3
  • 1. Aan getuigen, deskundigen en tolken worden zo nodig verblijfkosten vergoed, berekend op basis van de verblijfkosten, die toegekend worden aan landsdienaren, gerangschikt in de tweede klasse.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de procureur-generaal toestaan, dat een getuige, deskundige of tolk wat de vergoeding van verblijfkosten betreft zal worden gelijkgesteld met een landsdienaar, gerangschikt in de eerste klasse.

Artikel 4

Wanneer een getuige, deskundige of tolk de reis- en verblijfkosten niet kan voorschieten, kan het openbaar ministerie in de verblijfplaats van de opgeroepene hem een reisbiljet doen uitreiken, terwijl het openbaar ministerie op het eiland, waar de zaak wordt behandeld, de betaling van de verblijfkosten rechtstreeks met de betrokken hotel-, logement- of pensionhouder kan regelen.

Artikel 5

Als een getuige, deskundige of tolk die in het buitenland verblijft, zijn overkomst afhankelijk stelt van een andere of hogere schadeloosstelling dan voorzien in dit landsbesluit, wordt de schadeloosstelling vooraf geregeld na bekomen machtiging van de Minister van Justitie.

Vergoedingen wegens dienstverlening door deskundigen en tolken

Artikel 6
  • 1. Aan geneeskundigen en psychologen is verschuldigd:

    • a.

      voor het verlenen van eerste hulp aan een gewonde, inclusief verbandmiddelen en verklaring ten behoeve van de justitie 25,-;

    • b.

      voor ieder nader onderzoek, inclusief verklaring ten behoeve van de justitie 25,-;

    • c.

      voor een onderzoek door een specialist, inclusief uitgebreid wetenschappelijk rapport ten behoeve van de justitie 50,-;

    • d.

      voor het constateren van de dood, inclusief verklaring, mede betreffende de vermoedelijke doodsoorzaak, ten behoeve van de justitie 35,-;

    • e.

      voor lijkopeningen, teneinde de oorzaak van de dood vast te stellen, inclusief histologisch onderzoek en bijbehorend rapport ten behoeve der justitie 300,-;

    • f.

      voor het onderzoek naar de toestand van personen, die vermoed worden krankzinnig te zijn, inclusief zo nodig verklaring tot opname in een inrichting tot verpleging van geesteszieken 35,-;

    • g.

      voor het eerste onderzoek naar de zielstoestand van verdachten of beklaagden, inclusief verslag ten behoeve van de justitie 50,-;

    • h.

      voor ieder nader verslag betreffende de zielstoestand van verdachten of beklaagden 50,-;

    • i.

      het op verzoek van de justitie afgeven van een kort praktisch rapport met toegelichte conclusie niet vallende onder verrichtingen 1 t/m 8:

      huisarts 20,-;

      specialist 30,-;

    • j.

      het op verzoek van de justitie afgeven van een uitvoerig wetenschappelijk rapport, niet vallende onder de verrichtingen 1 t/m 8:

      huisarts 10,-;

      specialist 75,-.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de Minister van Justitie een hoger bedrag toekennen ter zake van verrichtingen als in het voorgaande lid bedoeld.

  • 3. Wanneer de in het eerste lid onder 1 tot en met 6 bedoelde verrichtingen geheel of gedeeltelijk plaats vinden tussen 22.00 en 06.00 uur wordt de vergoeding verdubbeld.

Artikel 7

Geneeskundigen en psychologen, die een inkomen uit de Overheidskas genieten, zijn uitgesloten van het genot der vergoedingen als bedoeld in artikel 6, tenzij de Minister van Justitie anders bepaalt.

Artikel 8

Voor verdere behandeling na het verlenen van eerste hulp en na het instellen van een nader onderzoek op verzoek van de justitie, wordt geen vergoeding uit 's Lands kas verleend. Evenmin wordt het honorarium bedoeld in artikel 6 gelijktijdig genoten met vacantiegelden.

Artikel 8a
  • 1. De Procureur-Generaal kan voor het duiken naar drenkelingen of lijken een redelijke schadeloosstelling toekennen tot een maximum van 50,- per uur;

  • 2. Onder "duiken" wordt in dit artikel verstaan de tijd gedurende welke de duiker zich in het water heeft bevonden.

Artikel 9

De kosten wegens justitiële onderzoeken in verband met de mogelijkheid van een gepleegd misdrijf, zoals lijkschouwingen, het opgraven en weer begraven van lijken en het duiken naar drenkelingen of lijken worden gerekend tot de gerechtskosten in strafzaken.

Artikel 10
  • 1. Voor andere verrichtingen dan die, genoemd in artikel 6, is aan deskundigen en tolken verschuldigd een vergoeding naar reden van 20,- per uur, en een naar die maatstaf te berekenen beloning voor het afgeven van schriftelijke verklaringen.

  • 2. Aan personen in bezoldigde overheidsdienst wordt geen beloning toegekend wegens verrichtingen ten behoeve van de justitie als deskundige, tolk of voor het duiken naar drenkelingen of lijken indien de verrichtingen in diensttijd hebben plaats gehad, tenzij de Minister van Justitie anders bepaalt.

Artikel 11

Voor schriftelijke vertalingen is verschuldigd voor elke bladzijde van vijf en twintig regels, elke regel van twaalf tot veertien lettergrepen, 25,-.

Artikel 12

De uitgaven voor benodigdheden, die zijn aangekocht voor een onderzoek, worden terugbetaald op gespecificeerde rekeningen, tenzij de deskundige de benodigdheden voor verder gebruik wil behouden.

Schadeloosstelling voor tijdverlies aan getuigen

Artikel 13
  • 1. De rechter kan aan getuigen wegens tijdverlies een redelijke schadeloosstelling toekennen tot een maximum van 20,- per uur.

  • 2. Aan begeleiders van getuigen, die zich door ziekte of lichaamsgebreken of op grond van hun leeftijd noodzakelijk moeten laten vergezellen, kan de rechter eveneens een schadeloosstelling als in het eerste lid van dit artikel bedoeld toekennen.

Bewaarloon en onderhoudskosten

Artikel 14

Voor de bewaring en het noodzakelijke onderhoud van in beslag genomen of verzegelde zaken worden vergoed de werkelijk gemaakte kosten, waaronder begrepen het arbeidsloon, vermeerderd met een bewaarloon van 6,- per dag.

Uitlevering en rogatoire commissies

Artikel 15

De kosten van uitlevering en van rogatoire commissies worden zoveel mogelijk berekend op de voet van dit tarief, met dien verstande dat uit te leveren misdadigers zoveel mogelijk per goedkoopste gelegenheid worden vervoerd.

Vergoedingen aan deurwaarders voor strafzaken

Artikel 16
  • 1. Voor elke door de deurwaarder uitgebrachte dagvaarding, oproeping, betekening of kennisgeving wordt hem het bedrag van 7,40 toegekend.

  • 2. Wegens schrijfloon wordt geen afzonderlijke vergoeding toegekend.

Artikel 17

Voor verkoop van inbeslaggenomen zaken wordt aan de deurwaarders 2% van de bruto opbrengst toegekend met een minimum van 4,-.

Artikel 18

Voor de medebrenging van verdachten, beklaagden, tolken, deskundigen of getuigen ter uitvoering van een rechterlijk bevel dan wel overbrenging op rechterlijk bevel van verdachten, beklaagden of veroordeelden wordt aan de deurwaarder een bedrag van 12,50 toegekend. Het exploot van betekening en het afschrift van het bevel of rechterlijke beslissing zijn in dit bedrag begrepen.

Artikel 19
  • 1. Voor het proces-verbaal van nasporing bedoeld bij artikel 96 van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen, ingeval de beklaagde niet krachtens het tegen hem uitgevaardigde bevel van gevangenneming kan worden gevat, de betekening en afschrift van het bevel daaronder begrepen, wordt aan de deurwaarder toegekend 6,-.

  • 2. Voor iedere persoon in een en dezelfde zaak zal slechts één proces-verbaal van nasporing in rekening worden gebracht.

Artikel 20

Voor gevangenneming wordt geen vergoeding toegekend, indien de aan te houden personen zich reeds in de macht der justitie of politie bevinden of zich vrijwillig aanmelden.

Artikel 21

Bij dienst ter terechtzitting wordt per afgeroepen zaak 0,75 vergoed.

Artikel 22
  • 1. De deurwaarders dienen in het begin van elke maand een declaratie in wegens hun verrichtingen gedurende de afgelopen maand.

  • 2. Aan de declaratie wordt gehecht een door de deurwaarder gedagtekende en ondertekende specificatie, waarvan het model in bijlage I van dit landsbesluit is opgenomen.

Artikel 23

De in het vorige artikel bedoelde stukken worden ingediend bij het openbaar ministerie bij het gerecht in eerste aanleg, hetwelk de bescheiden - na akkoordverklaring voorzover het de zaken in eerste aanleg betreft - zal doen toekomen aan de procureur-generaal, die deze na deugdelijkverklaring ter betaalbaarstelling doorzendt aan de Administratie van Financiën.

Verdachten

Artikel 24

In geval van vrijspraak, niet-ontvankelijk-verklaring van het openbaar ministerie of ontslag van rechtsvervolging kan de rechter aan de verdachte een schadeloosstelling wegens reis- en verblijfkosten en tijdverlies toekennen, tenzij de artikelen 126a tot en met 126e van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen kunnen worden toegepast.

Artikel 25

De schadeloosstelling aan getuigen en deskundigen, die door een verdachte worden opgeroepen, komen alleen ten laste van 's Lands kas als de verdachte wordt vrijgesproken, buiten vervolging gesteld of het openbaar ministerie niet ontvankelijk wordt verklaard.

Betaling van schadeloosstellingen en vergoedingen

Artikel 26
  • 1. De kosten, voortvloeiende uit de toepassing van dit landsbesluit, worden onverminderd het bepaalde bij artikel 23 in de eilandgebieden Aruba en Curaçao zoveel mogelijk voldaan uit gelden ter goede rekening ter griffie of ten parkette, en in andere eilandgebieden door de Landsontvanger.

  • 2. Indien er ter griffie of ten parkette op Aruba of Curaçao niet voldoende gelden ter goede rekening zijn om de betalingen te doen, worden de betalingen verricht door de Landsontvanger*.

  • 3. De betalingen zullen plaats vinden tegen overlegging van een verklaring, afgegeven door het openbaar ministerie of de rechter, zonder nadere betaalbaarstelling, ingevolge het model in bijlage II van dit landsbesluit opgenomen.

Slotbepalingen

Artikel 27

Het openbaar ministerie draagt zorg voor de toekenning van vergoedingen en schadeloosstellingen en de afgifte van reisbiljetten, voorzover een en ander niet uitdrukkelijk aan de rechter is opgedragen.

Artikel 28

Waar in de bepalingen van dit landsbesluit de vaststelling van vergoedingen of schadeloosstellingen aan de rechter wordt opgedragen, wordt bij zaken, die in hoger beroep behandeld worden, onder "rechter" verstaan de president van het Hof van Justitie.

Artikel 29

In gevallen, waarin dit landsbesluit niet voorziet, kan de procureur-generaal uitgaven doen ten behoeve van de justitie mits het bedrag niet hoger is dan 300,-. Voor het doen van grotere uitgaven is machtiging van de Minister van Justitie vereist.

Artikel 30

Dit landsbesluit dat kan worden aangehaald als "Tarief justitiekosten strafzaken", treedt in werking met ingang van een nader bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

BIJLAGE I

behorende bij landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 27ste februari 1963 (P.B. 1963, no. 39).

Specificatie van verrichtingen van de deurwaarder voor strafzaken:

OVER DE MAAND 19

           
 19.........Akkoord wat betreft deAkkoord  
(eiland)  zaken in eerste aanleg.Curaçao.19.......
De deurwaarder:  19.......De Procureur-Generaal,
 De Officier van Justitie,      

BIJLAGE II

behorende bij landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 27ste februari 1963 (P.B. 1963, no. 39).

De ondergetekende

……………………………………………………………………………………………..……. (kwaliteit)

kent hierbij toe aan:

……………………………………………………………………………………..… (naam, voornamen)

…………………………………………………………………………………………..………….. *) in de

strafzaak tegen …………………………………………………………………………………………….

een bedrag van …………………………………………………………………………………………..

wegens:

 ................................., .................................
 (plaats)(datum)

Ontvangen

 ................................., .................................
 (plaats)(datum)

*) in te vullen: getuige; deskundige;