Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Schoonhoven

Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Schoonhoven
Officiële naam regelingVerordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-201201-01-2016Actualisatie

26-04-2012

Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten

Tekst van de regeling

Artikel 1

De raad van de Gemeente Schoonhoven,

 

gelezen het voorstel van het college van 9 maart 2012, nr. SC12/01456;

gelet op de Woningwet en de Monumentenwet 1988;

 

b e s l u i t :

 

I. In te trekken de Verordening op de commissie voor welstand

en monumenten van 2000;

II. vast te stellen de volgende

 

 

VERORDENING op de Commissie voor Welstand en Monumenten.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

1. Welstands- en monumentencommissie: de commissie van onafhankelijke deskundigen zoals bedoeld in art. 1 van de Woningwet juncto artikel 6.2 van het Besluit Omgevingsrecht (BOR) en conform artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en artikel 1 juncto artikel 11B, lid 2 en 3 van de Monumentenverordening 2008;

2. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schoonhoven;

3. raad: de gemeenteraad van de gemeente Schoonhoven;

4. commissie: de welstands- en monumentencommissie;

5. aanvraag: een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een bouwwerk dat geheel of gedeeltelijk ziet op het bouwen van een bouwwerk (ex art. 2.1, eerste lid, sub a van de Wabo);

6. advies: advies als bedoeld in art. 2.26, derde en vierde lid van de Wabo, in combinatie met art. 6.2 eerste en tweede lid van het BOR.

7. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

8. Bor: het Besluit omgevingsrecht.

 

Artikel 2. Adviestaak

2.1 De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders schriftelijk te adviseren ten aanzien van:

- aanvragen om omgevingsvergunningen, indien betreffende:

o een object gelegen in of op de rand van het beschermd stadsgezicht;

o afwijking van het bestemmingsplan;

o nieuwbouw van één of meerdere objecten;

o rijks- of gemeentelijke monumenten.

- de aanwijzing van gemeentelijke monumenten

- de aanwijzing van beschermde stadsgezichten

- bestemmingsplannen

- beeldkwaliteitplannen

- overige aanvragen om vergunning/ontheffing waarbij welstand aan de orde komt,

waartoe de Woningwet, de Monumentenverordening, de Welstandsnota, Bouwverordening, bestemmingsplannen of de Algemene Plaatselijke Verordening wordt toegepast;

2.2 Het college zendt aanvragen omgevingsvergunningen als bedoeld in de in het eerste lid genoemde regelingen om advies naar de commissie. Zij kunnen de commissie ook advies vragen over algemene welstandsaspecten en/of aspecten van monumentenzorg.

2.3 De commissie is bevoegd voorstellen bij het college in te dienen, indien zij dit in het belang van de tot haar werkveld behorende zaken nuttig oordeelt.

2.4 Een commissielid mag geen opdracht aanvaarden tot het aanpassen, verbeteren of anderszins wijzigen van een plan of tot het maken van een nieuw plan behorende bij een in de commissie behandelde of in behandeling zijnde aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.1

 

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

3.1 De commissie bestaat uit vijf leden waaronder de voorzitter. Deze kunnen betrokken worden vanuit een stichting gericht op welstandsadvies.

3.2 Tenminste drie leden moeten deskundig zijn op het gebied van architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel architectuurhistorie.

3.3 Tenminste één burgerlid moet deskundig zijn op het gebied van de geschiedenis van Schoonhoven en kennis hebben van bouwkunde, architectuur(historie) of ruimtelijke kwaliteit.

3.4 Leden van de gemeenteraad, leden van het college en medewerkers in dienst van de gemeente Schoonhoven kunnen niet tot lid of voorzitter van de commissie worden benoemd.

3.5 De commissie wordt ondersteund door een architect-secretaris en een ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris is geen lid van de commissie.

3.6 Aan de commissie kunnen andere (ambtelijke) adviseurs worden toegevoegd. Zij worden door het hoofd van de afdeling VROM aangewezen en zijn geen lid van de commissie.

 

Artikel 4. Benoeming, ontslag, zittingduur, enz.

4.1 De voorzitter en de overige leden van de welstandscommissie worden op voorstel van het college benoemd en ontslagen door de gemeenteraad.

4.2 De leden van de commissie kunnen ten hoogste voor een termijn van drie jaar worden benoemd. Zij kunnen eenmaal worden herbenoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.

4.3 Het reglement van orde van de commissie bevat nadere regels over verhindering, vroegtijdig beëindigen en aftreden.

 

Artikel 5. Vergadering

5.1 De commissie verricht haar werkzaamheden volgens een door het college vast te stellen reglement van orde. Daarbij worden de bepalingen van dit artikel in acht genomen.

5.2 De commissie komt bijeen:

- tenminste tweemaal per maand;

- op verzoek van één van de leden;

- op verzoek van burgemeester en wethouders.

In gevallen bedoeld onder het tweede en derde gedachtestreepje wordt namens de voorzitter binnen zeven dagen na de dag van ontvangst van het verzoek een vergadering belegd.

5.3 De vergaderdata worden gepubliceerd in ‘Het Kontakt’ en op de gemeentelijke website.

5.4 De agenda wordt gepubliceerd op de gemeentelijke website, één werkdag voor de geplande vergadering.

5.5 Het verslag wordt opgesteld door de secretaris volgens de in het Reglement van Orde bepaalde wijze. Het verslag wordt na goedkeuring van de commissie gepubliceerd op de gemeentelijke website.

5.6 De vergadering is openbaar tenzij de planindiener, het college of de commissie van mening is/zijn dat er op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid Bestuur redenen zijn voor geheimhouding.

5.7 Indien een aanvrager hierom bij het indienen van het plan heeft verzocht wordt deze door de secretaris uitgenodigd voor het geven van een toelichting.

5.8 De behandeling van de aanvraag verloopt zoals omschreven in het Reglement van Orde.

 

Artikel 6. Vooroverleg

6.1 Door het indienen van een aanvraag om vooroverleg kan de welstandscommissie om een pre-advies gevraagd worden.

6.2 Behandeling van een vooroverleg is niet openbaar, tenzij de planindiener, het college en de commissie geen bezwaar heeft/hebben tegen een openbare behandeling.

6.3 Indien het vooroverleg leidt tot een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt het advies openbaar.

6.4 Indien een aanvraag in vooroverleg na drie beoordelingen door de commissie niet positief beoordeeld kan worden wordt het vooroverleg beëindigd.

6.5. Indien een vooroverleg niet binnen een jaar na de laatste beoordeling door de commissie leidt tot een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt de behandeling door de commissie gesloten.

 

Artikel 7. Onderzoek ter plaatse

7.1. De commissie stelt onderzoek ter plaatse in indien zij bij de beoordeling van een bouwplan van oordeel is dat dit onderzoek redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig is.

7.2 De ambtelijk secretaris kan namens de commissie verzocht worden een informatief onderzoek ter plaatse te doen.

 

Artikel 8. Besluiten: beraadslaging, stemming, besluit in mandaat

8.1 Indien de voorzitter het noodzakelijk acht kan besloten worden tot een formele stemming.

8.2 Alle aanwezige leden dan wel hun vervangers brengen één stem uit.

8.3 De commissie beslist over het advies bij meerderheid van stemmen.

8.4 Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

8.5 De commissie is bevoegd zich bij haar beraadslagingen door andere, daartoe door de voorzitter uitgenodigde, personen te laten bijstaan.

8.6 Aan de beraadslaging over en aan het uitbrengen van een advies omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 2 mogen de commissieleden, de voorzitter en de in het vijfde lid bedoelde personen niet deelnemen indien zij in enige hoedanigheid direct of indirect persoonlijk en/of zakelijk bij de aanvraag betrokken zijn.

8.7 De welstandscommissie kan de advisering over een aanvraag om advies mandateren aan een of meerdere daartoe aangewezen leden. De aangewezen leden adviseren over bouwplannen waarvan volgens hen het oordeel van de welstandscommissie als bekend mag worden verondersteld. In elk geval van twijfel legt de gemandateerde dit bouwplan alsnog voor aan de welstandscommissie.

8.8 Behandeling van bouwplannen onder mandaat is openbaar. Indien burgemeester en

wethouders –al dan niet op verzoek van de aanvrager- een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan dienen burgemeester en wethouders daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen, tenzij het een behandeling zoals in artikel 6 betreft.

8.9 Het college kan de beoordeling van een bouwplan welke niet behoord tot de in artikel 2.1 genoemde, welke niet in strijd is met de in de welstandsnota genoemde criteria, mandateren aan een door hen aan te wijzen ambtenaar, indien in de welstandsnota toetsingscriteria zijn opgenomen. In het geval dit bouwplan niet voldoet aan de betreffende welstandscriteria, legt het college het bouwplan alsnog voor aan de commissie.

 

Artikel 9. Advisering

9.1 Het welstandsadvies geeft aan of de aanvraag al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand. De toetsingskaders zijn opgenomen in het Reglement van Orde.

9.2 Het welstandsadvies is niet gericht op zaken die geen betrekking hebben op het welstandstoezicht.

9.3 Het welstandsadvies kan worden gecombineerd met suggesties voor beleid of procedurele zaken. Deze suggesties maken geen deel uit van de conclusies van het advies en zijn vrijblijvend.

9.4 Indien de aanvraag een rijks- of gemeentelijk monument betreft brengt de commissie advies uit op grond van de in het Reglement van Orde genoemde toetsingskaders.

9.5 De commissie brengt een integraal advies uit, waarin een duidelijk onderscheid is aangebracht tussen het welstandsadvies en het advies op monumentale aspecten.

9.6 De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien tenminste drie leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn, tenzij één van de leden namens de commissie volledig gemandateerd is tot het geven van een al dan niet voorwaardelijk positief of negatief advies.

9.7 Een aanvraag kan positief of negatief worden geadviseerd.

9.8 Een negatief advies wordt onderbouwd op de wijze zoals aangegeven in het Reglement van Orde.

9.9 Het advies is gemotiveerd en wordt door de voorzitter ondertekend. De commissie kan de ondertekening van de adviezen mandateren aan de ambtelijke ondersteuning.

9.10 De aanvrager kan een mondelinge toelichting vragen op het advies bij de ambtelijk secretaris of de commissie.

9.11 De welstandscommissie brengt in ieder geval binnen een zodanige termijn advies uit, dat het college binnen de termijnen genoemd in de Wabo, de Bouwverordening en de Algemene wet bestuursrecht tijdig een beslissing kan nemen.

9.12 Indien de voorzitter van de commissie dit nodig acht wordt het plan ter advies voorgelegd aan een andere onder DSL ressorterende welstandscommissie, waarbij het uiteindelijke advies door de commissie opgesteld wordt. Van deze formele stappen wordt in het advies melding gemaakt.

 

Artikel 10. Advies op overige zaken

10.1 Bij het opstellen van een beeldkwaliteitplan voor herontwikkeling kan de commissie om raad gevraagd worden.

10.2 Op verzoek van de projectleider kan de commissie een lid afvaardigen om deel te nemen aan de opstelling van het beeldkwaliteitplan. Dit beeldkwaliteitplan zal dienen als bindend toetsingskader en als gedeeltelijke aanpassing van de welstandsnota.

10.3 de advisering van de commissie bij bestemmingsplannen beperkt zich tot visuele en ruimtelijke effecten en de bescherming van cultuurhistorische waarden.

10.4 De commissie kan indien zij dat wenst ook ongewenst advies uitbrengen aan burgemeester en wethouders.

 

Artikel 11. Afwijkingsbevoegdheid

11.1 Het college kan afwijken van een advies van de commissie.

11.2 Het besluit van het college op aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 2, waarbij van het advies van de commissie wordt afgeweken, is gemotiveerd en wordt schriftelijk aan de commissie medegedeeld.

 

Artikel 12. Jaarverslag

12.1 De commissie stelt ter uitvoering van artikel 12b lid 3 van de Woningwet jaarlijks voor de gemeenteraad een verslag op. In het jaarverslag komt ten minste aan de orde:

a) op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota;

b) of de welstandsnota voldoende houvast biedt bij het beoordelen van plannen;

c) In welke gevallen is afgeweken van het vastgestelde welstandsbeleid.

12.2 De commissie kan in het jaarverslag aandacht besteden aan overige in het Reglement van Orde opgenomen zaken.

12.3 De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.

 

Artikel 13. Vergoeding

De leden van de commissie genieten een vergoeding per bijgewoonde vergadering. Het reglement van orde geeft nadere bepalingen ten aanzien van deze vergoeding.

 

Artikel 14. Overig

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college, nadat zij de Commissie voor Welstand en Monumenten gehoord hebben.

 

Artikel 15. Slotbepalingen

15.1 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten". Zij treedt in werking op 1 mei 2012

15.2 Het Reglement van Orde Welstands- en monumentencommissie in de gemeente Schoonhoven, vastgesteld door de raad d.d. 26 april 2012, maakt onderdeel uit van deze verordening.

15.3 Met het inwerking treden van de verordening zoals genoemd in lid 1 komt de Verordening op de Commissie voor Welstand en Monumenten van 2000 te vervallen.

15.4 Met het inwerking treden van de verordening zoals genoemd in lid 1 komt bijlage 9 van de bouwverordening 14e serie wijzigingen uit 2012 te vervallen.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Schoonhoven van 26 april 2012.

De griffier,                              de voorzitter,

 

 

P.A.M. Goedvolk                   A.F. Bonthuis