Overheidsorganisatie | Gemeente Hoogezand-Sappemeer |
---|---|
Officiële naam regeling | Begrafenisrechten op de gemeentelijke begraafplaats ''De Stille Hof'' 2012 |
Citeertitel | Begrafenisrechten op de gemeentelijke begraafplaats ''De Stille Hof'' 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229 gemeentewet
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2011 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 07-11-2011 Regiokrant, 23 november 2011 | Geen |
1. Deze verordening verstaat onder:
begraafplaats: begraafplaats De Stille Hof;
eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan
een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
het doen begraven en begraven houden van lijken;
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
het doen verstrooien van as;
algemeen graf: een graf waarop geen uitsluitend recht rust en waarbij de gemeente de beschikking en de rechten over het graf houdt en primair bestemt voor degene die geen voorzieningen heeft getroffen.
eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
het doen verstrooien van as;
urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;
urnenamfitheater: een bouwwerk waar op consoles vaste urnen kunnen worden aangebracht;
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
urn: een voorwerp ter berging van de as van één of meer personen; verstrooiingsplaats: de permanente groenvoorzieningen van de begraafplaats en de eigen graftuinen waarop as wordt verstrooid.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.
1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
2. Met betrekking tot de rechten genoemd onder 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
1. De onderhoudsrechten, bedoeld in 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
2. Andere rechten als die bedoeld in 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.
3. Het college van burgemeester en wethouders stelt de modellen van de in het eerste lid bedoelde bescheiden vast.
Bij sluiting van de begraafplaats zal geen restitutie van betaalde rechten plaatsvinden over nog niet verstreken tijdvakken.
1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld onder 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld onder 5.3 en 5.3.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald op het moment van uitreiken van de kennisgeving.
2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, tweede lid, bedoelde rechten worden betaald ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, binnen 2 weken na de dagtekening van de kennisgeving.
3. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de in artikel 6, eerste lid, bedoelde aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van begrafenisrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
De "Verordening begrafenisrechten De Stille Hof 2011" van
13 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening begrafenisrechten De Stille Hof 2012”.