Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden
CiteertitelVerordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 95 t/m 98 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-10-200901-01-2018Nieuwe regeling

29-09-2009

Regiokrant, 7 oktober 2009

29-08-2009, Rv 058

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2009;

gelet op:

- de artikelen 95 t/m 98 van de Gemeentewet;

- het Koninklijk Besluit tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet, zoals dit eventueel is gewijzigd;

besluit: de verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden vast te stellen.

Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden

Artikel 1

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

  • A. de leden van de raad: de leden van de raad van de gemeente Hoogezand-Sappemeer.

  • B. commissie:

  • - een commissie, ingesteld op grond van artikel 83 der Gemeentewet, waaraan bevoegdheden van de raad, de burgemeester en/of het college van burgemeester en wethouders zijn overgedragen (Bestuurscommissie voor openbaar voortgezet onderwijs: het betreffende kalenderjaar);

  • - de gemeentelijke monumentencommissie (8 weken na het betreffende kalenderjaar);

  • - de ombudscommissie (4 weken na ontvangst van definitieve declaratie over een kalenderjaar);

  • - de adviescommissies als bedoeld in artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht (Commissie Sociale Zaken en WMO: 8 weken na het betreffende kalenderjaar/Algemene Commissie: 4 weken na iedere zittingsdatum);

  • - de Wmo-/Wwb-adviesraad (8 weken na het betreffende kalenderjaar);

  • - de raadscommissies als bedoeld in artikel 82, eerste lidGemeentewet.

  • C. A.M.v.B.: het koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet,zoals dit eventueel gewijzigd is.

  • D. Eén vergadering/zitting: bijeenkomst(en) van een commissie op één dag, ongeacht de op die dag te behandelen onderwerpen.

Artikel 2

  • 1. De leden van de raad ontvangen per kalenderjaar een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ten bedrage van 100%, van de bedragen, vermeld in de bij A.M.v.B. behorende tabel I en tabel II of III, zoals die bedragen telkenjare zijn of worden vastgesteld voor een gemeente in klasse 9.

  • 2. Hij, die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest, ontvangt de vergoeding en de tegemoetkoming in de kosten, als bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen, dat hij het lidmaatschap van de raad heeft bekleed.

  • 3. Fractievertegenwoordigers als bedoeld in artikel 4 van de Verordening op de raads- en bestuurscommissies, komen, voor zover ze optreden als plaatsvervanger in die raads- en bestuurscommissies, niet voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking.

Artikel 3

  • 1. De leden van een commissie, die geen raadslid zijn en geen lid van het college van burgemeester en wethouders zijn, ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een vergoeding ten bedrage van 100% van het bedrag, vermeld in de bij A.M.v.B. behorende tabel IV, zoals dat bedrag telkenjare door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 3.

  • 2. In afwijking van het vorige lid ontvangen de volgende personen voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie een vergoeding van tweemaal het bedrag, vermeld in de bij de A.M.v.B. behorende tabel IV, zoals dat bedrag telkenjare door de Minister van Binnenlandse Zaken is of wordt vastgesteld voor een gemeente in klasse 3:

  • - voorzitters en de leden van de Commissie voor de bezwaar- en beroepschriften;

  • - de voorzitter van de monumentencommissie;

  • - de voorzitter, het (plaatsvervangende) lid en de secretaris van de ombudscommissie;

  • - de voorzitter en de leden van de Wmo-/Wwb-adviesraad.

  • De in dit artikellid genoemde vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van de commissie wordt voor de voorzitters van de commissies voor de bezwaar- en beroepschriften verhoogd met€ 50,--. Deze verhoging geldt eveneens voor de voorzitter van de Wmo-/Wwb-adviesraad voor het bijwonen van een vergadering van die raad.

  • 3 Daarnaast ontvangen de voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissies voor bezwaar- en beroepschriften en van de ombudscommissie, evenals de secretaris van de ombudscommissie, als ze een hoorzitting niet hebben bijgewoond, de bijwoningsvergoeding als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, indien ze schriftelijk:

  • - vragen hebben aangedragen voor een hoorzitting;

  • - vóór een hoorzitting hun mening hebben gegeven over de ontvankelijkheid

  • 4 Daarnaast ontvangen de leden van de ombudscommissie:

  • - een vaste vergoeding per kalenderjaar, waarvan de hoogte door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld;

  • - indien de ombudscommissie zonder zitting een rapport heeft opgesteld, de bijwoningsvergoeding als bedoeld in de eerste twee leden van dit artikel, wanneer ze bij de voorbereiding ervan betrokken waren.

Artikel 4

De leden van de raad en de leden van een commissie ontvangen een vergoeding van reis- en verblijfskosten, gemaakt in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een besluit van het gemeentebestuur of een gemeentelijke commissie, welke wordt vastgesteld overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en de daarop gebaseerde Reisregeling binnenland, zoals die laatstelijk zijn vastgesteld en eventueel gewijzigd.

Artikel 5

  • 1. De vergoedingen uit deze verordening worden betaald zonder dat de verplichting daartoe bij beschikking is vastgesteld.

  • 2. De in de verordening bedoelde vergoedingen voor raadsleden worden maandelijks, binnen de betreffende maand, uitbetaald. Fractievertegenwoordigers, die lid zijn van één of meer raads- en/of bestuurscommissies, krijgen de voornoemde vergoeding per raads- en/of bestuurscommissie achteraf uitbetaald als vast bedrag per half kalenderjaar, gebaseerd op 10 gecombineerde vergaderingen per raads- en/of bestuurscommissie per jaar. Betaling vindt telkens plaats in de maanden januari en juli. Bij tussentijdse wijziging in het fractievertegenwoordigerschap en aan het begin en het einde van iedere raadsperiode wordt naar rato verrekend en uitbetaald.De overige vergoedingen worden betaald binnen de in artikel 1 onder b telkens opgenomen termijn.

Artikel 6

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden".

  • 2. Zij treedt in werking op 8 oktober 2009 en is ook van toepassingop vergoedingen die betrekking hebben op 2009 en niet zijn uitbetaald vóór de datum van inwerkingtreding.

  • 3. Met ingang van de in lid 2 van dit artikel vermelde datum vervalt de verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden, vastgesteld bij raadsbesluit van 16 december 2008. Die laatste verordening blijft, met inachtneming van lid 2, van toepassing op de periode waarvoor zij heeft gegolden.