Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Oostflakkee

Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Oostflakkee
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2012
CiteertitelVerordening watertoeristenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen, heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2014intrekking

28-11-2013

Groot Goeree-Overflakkee, 10-12-2013

Z-13-12615/1862
01-01-201201-01-2014nieuwe regeling

24-11-2011

Ons eiland, 9 december 2011

2011-XIII-10

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Oostflakkee;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2011;

gelet op de artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van watertoeristenbelasting 2012

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder een vaartuig: een vaartuig dat is bestand of wordt gebezigd voor vakantie- of andere doeleinden.

Artikel 2 Belastbaar feit

Voor het houden van verblijf binnen de gemeente op vaartuigen waarvoor wegens de aanwezigheid in het watergebied van de gemeente in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald door personen, die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam watertoeristenbelasting een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene voor van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3 Indien met toepassing met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de schipper, eigenaar of gebruiker van een vaartuig als in artikel 2 bedoeld dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1 De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1 door degenen die verblijf houden aan boord van:

    a. een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    b. kano’s, roei- en volgboten;

    c. motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    d. een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt. 

     

  • 2 van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van voornoemde wet en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

  • 3 waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1 De belasting wordt geheven over de vergoeding die voor het verblijf in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daarbij niet in begrepen;

  • 2 Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens logies aan de heffing van de omzetbelasting is onderworpen.

Artikel 6 Tarief

De belasting bedraagt 4,5% van de verblijfsvergoeding.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Voorlopige aanslag

Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerst termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 12 Kwijtschelding

Bij de invordering van de watertoeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot verblijf biedt, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1 Een ieder die gelegenheid tot het houden van verblijf biedt in de zin van de verordening is verplicht verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt verblijfregister.

  • 2 Het genoemde verblijfregister is kosteloos beschikbaar.

  • 3 De verplichting als bedoeld in het eerste lid vervalt indien de belastingplichtige een soortgelijk verblijfregister voert.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de watertoeristenbelasting.

Artikel 16 Overgangsrecht

De ‘Verordening watertoeristenbelasting 2009’ laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 11 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 17, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 17 inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening watertoeristenbelasting 2012”. 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Oostflakkee, gehouden op 24 november 2011.

 

de voorzitter.

de griffier.