Overheidsorganisatie | Gemeente Oostflakkee |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | belastingen, heffingen |
Geen.
Gemeentewet
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2012 | 01-01-2013 | intrekking | 29-11-2012 Ons Eiland, 06-12-2012 | 2012-XI-7c | |
31-12-2012 | 01-01-2013 | intrekking | 29-11-2012 Ons Eiland, 06-12-2012 | 2012-XI-7c | |
01-01-2012 | 31-12-2012 | Regeling vervangt Verordening Toeristenbelasting 2009 | 15-11-2011 Ons Eiland 9 december 2011 | 2011-XIII-10 |
De raad van de gemeente Oostflakkee;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 november 2011;
gelet op de artikel 224 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012
Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.
1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.
2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
3 Als er geen person is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.
1 De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:
1 Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
2 Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c,d,f,g,h, van voornoemde wet en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;
3 Van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;
4 Op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.
1 De belasting wordt geheven over de vergoeding die voor het verblijf in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daarbij niet in begrepen;
2 Indien de belastingplichtige ondernemer is in de zin van de Wet op de omzetbelasting wordt als vergoeding aangemerkt het bedrag dat als verschuldigd wegens logies aan de heffing van de omzetbelasting is onderworpen.
1 De belasting bedraagt voor een hotelonderkomen 1,3%
2 De belasting bedraagt voor overige onderkomens 4,5%
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.
Na de aanvang van het belastingjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.
2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
1 De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal gelegenheid tot verblijf biedt, dit schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en de van de Gemeentewet.
2 De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.
1 Een ieder die gelegenheid tot het houden van verblijf biedt in de zin van de verordening is verplicht verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt verblijfregister.
2 Het genoemde verblijfregister is kosteloos beschikbaar.
3 De verplichting als bedoeld in het eerste lid vervalt indien de belastingplichtige een soortgelijk verblijfregister voert.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De ‘Verordening toeristenbelasting 2009’ laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 11 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 16, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2012”.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Oostflakkee, gehouden op 24 november 2011.
de voorzitter.
de griffier.