Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
CiteertitelVerordening Ambtelijke bijstand en fractieondersteuning
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 33 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-11-200401-01-2013onbekend

21-09-2004

Regiokrant

2004-02-24 RV 014

Tekst van de regeling

Intitulé

Overwegende dat het wenselijk is om in het kader van de dualisering van het gemeentebestuur nieuwe regels te stellen met betrekking tot ambtelijke bijstand en de ondersteuning van de in de raad vertegenwoordigde groeperingen;

HOOFDSTUK 1. Ambtelijke bijstand

Artikel 1
  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn

  • 2. Indien de griffier of de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de gemeentesecretaris daarvan in kennis. De gemeentesecretaris beslist.

  • 3. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand, bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de gemeentesecretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2
  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de gemeentesecretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden

  • 2. De gemeentesecretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de gemeentesecretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de gemeentesecretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist na overleg met de gemeentesecretaris en de griffier zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4
  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de gemeentesecretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist, na overleg met de gemeentesecretaris en de griffier, zo spoedig mogelijk over de zaak.

  • 3. Indien de burgemeester het nodig acht kan de burgemeester, alvorens te besluiten op een zaak als genoemd in het tweede lid van dit artikel, eerst de zaak voorleggen aan een overleggroep bestaande uit: de voorzitter van de raad, de plaatsvervangend voorzitter van de raad en de loco-burgemeester. Als adviseurs zijn bij deze overleggroep tevens aanwezig de gemeentesecretaris en de raadsgriffier.

Artikel 5
  • 1. Elk raadslid heeft per jaar recht op ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, derde lid.

  • 2. De gemeentesecretaris regelt dat in het tijdschrijfsregistratie en informatiemanagementsysteem bijgehouden wordt hoeveel uren per jaar raadsleden gebruik maken van ambtelijke bijstand als bedoeld in artikel 1, derde lid

Artikel 6

De gemeentesecretaris draagt er zorg voor dat informatie over de omvang van verleende ambtelijke bijstand wordt opgenomen in de sector- en collegerapportages.

Artikel 7
  • 1. De inhoud van een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wordt vertrouwelijk behandeld, met in achtneming van het bepaalde in hogere regelingen.

  • 2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over de inhoud van een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

HOOFDSTUK 2 Fractieondersteuning

Artikel 8
  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het reglement van orde, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van €1.500 voor elke fractie. Daarnaast ontvangt elke fractie een bedrag van €250 per raadszetel.

Artikel 9
  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b.

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c.

      giften;

    • d.

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en de verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden toekomen;

    • e.

      opleidingen voor raads- en commissieleden;

    • f.

      uitgaven voor de politiek inhudelijke profilering van de partij.

    • (Toegevoegd bij raadsbesluit van 22 november 2005)

Artikel 10
  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 31 januari van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld bedoeld in artikel 8, tweede lid.

Artikel 11
  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt

    • b.

      bij vermeerdering van het zetaltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt.

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie, voor het resterende deel van het betreffende jaar, verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 12
  • 1. De fractie reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve is per kalenderjaar niet groter dan € 3.000,-- . Het eventuele meerdere vloeit terug naar de gemeente.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 13 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5. Als bij zetelverlies de reserve voor een fractie hoger zou worden dan aangegeven in het tweede lid, vervalt het recht op dat meerdere.

  • 6. Bij splitsing van een fractie, wordt de reserve verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 7. Indien een fractie na de verkiezingen niet terugkeert in de raad, dient de uitgekeerde fractievergoeding, verminderd na rato met het bedrag van de maanden voor de verkiezingen, binnen 1 maand na de verkiezingen terug te worden gestort naar de gemeente.

Artikel 13
  • 1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een door de fractie gewaarmerkt (tussengevoegd bij raadsbesluit van 22 november 2005) verslag.

  • 2. Het verslag dient te worden ingericht conform een bij deze verordening vastgesteld model en te worden voorzien van documenten ter onderbouwing van de aangegane verplichtingen.

  • 3. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 4. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a.

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b.

      de wijziging van de reserve;

    • c.

      de resterende reserve;

    • d.

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Artikel 14 Slotbepaling hoofdstuk 1 en 2

Deze verordening treedt in werking één dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 februari 2004.

De Raad voornoemd,

mevrouw M. Salet, voorzitter.

mevrouw C.A.M. Bodewes, raadsgriffier.