Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING, van de 22ste januari 2003, ter uitvoering van een aantal artikelen van de Landsverordening tarief van invoerrechten (P.B. 2002, no. 109) (Uitvoeringsbeschikking LVTI)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING, van de 22ste januari 2003, ter uitvoering van een aantal artikelen van de Landsverordening tarief van invoerrechten (P.B. 2002, no. 109) (Uitvoeringsbeschikking LVTI)
CiteertitelUitvoeringsbeschikking LVTI
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze beschikking vervangt de ministeriële beschikking van de 5de maart 1975 ter uitvoering van artikel 8 van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62) (P.B. 1975, no. 30).

De formulieren in de bijlagen 1 en 2 zijn niet opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening tarief van invoerrechten, art. 11, derde lid, 46, tweede lid, 48, tweede lid, 52, eerste lid, 53, onder b, 75, eerste lid, onder f, I en u, 136, 138, tweede lid, onder a, en 140, eerste lid, onder c

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-07-201001-01-2010art. 2a en invoer paragraaf 6

29-06-2010

P.B. 2010, no. 39

n.v.t.
15-02-2003Nieuwe regeling

22-01-2003

P.B. 2003, no. 21

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING, van de 22ste januari 2003, ter uitvoering van een aantal artikelen van de Landsverordening tarief van invoerrechten (P.B. 2002, no. 109) (Uitvoeringsbeschikking LVTI)

§ 1 Algemene bepalingen

MINISTERIELE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 22ste januari 2003 ter uitvoering van een aantal artikelen van de Landsverordening tarief van invoerrechten (P.B. 2002, no. 109) (Uitvoeringsbeschikking LVTI)

Artikel 1

In deze beschikking wordt onder Landsverordening verstaan, de Landsverordening tarief van invoerrechten (P.B. 2002, no. 109).

Artikel 2

Het model van het formulier bedoeld in artikel 11, derde lid, van de Landsverordening is het formulier D.V. 1, dat overeenstemt met het model in bijlage 1, in voorkomend geval vergezeld met een of meer formulieren D.V. 1 BIS die overeenstemmen met het model in bijlage 2.

Artikel 2a

Indien de gegevens voor het vaststellen van de douanewaarde zijn uitgedrukt in een andere munteenheid dan die van het binnenland, dan passen de douaneautoriteiten, overeenkomstig artikel 15, tweede lid, van de Landsverordening, de door hen vastgestelde weekkoers toe.

§ 2 Beperking hoeveelheid vrijgestelde goederen bij door particulier aan particulier gerichte zendingen

Artikel 3

Voor de hierna genoemde goederen wordt in artikel 46, tweede lid, van de Landsverordening bedoelde vrijstelling per zending beperkt tot de voor elk van die goederen vastgestelde hoeveelheden:

  • a.

    tabaksproducten:

    • i.

      sigaretten, of

    • ii.

      25 cigarillo’s (sigaren met een maximumgewicht van 3 gram per stuk), of

    • iii.

      10 sigaren, of

    • iv.

      50 gram rooktabak, of

een proportioneel assortiment van deze onderscheiden producten;

  • b.

    alcohol en alcoholhoudende dranken:

    • i.

      gedistilleerde dranken en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22% vol; niet-gedenatureerde ethylalcohol van 80% vol en hoger: 1 liter, of

    • ii.

      gedistilleerde dranken en alcoholhoudende dranken, aperitieven op basis van wijn of alcohol, tafia, saké of soortgelijke dranken met een alcoholgehalte van 22% vol of minder; mousserende wijnen, likeurwijnen: 1 liter, of

    • iii.

      een proportioneel assortiment van deze onderscheiden producten, en

  • c.

    niet-mousserende wijnen: 2 liter;

  • d.

    parfum: 50 gram of

    toiletwater: 0,25 liter;

  • e.

    koffie: 500 gram of

    koffie-extract en -essence: 200 gram;

  • f.

    thee: 100 gram of

    thee-extract en -essence: 40 gram.

§ 3 Beperking hoeveelheid vrijgestelde goederen bij persoonlijke bagage van reizigers

Artikel 4
  • 1. Voor de hierna genoemde goederen wordt de in artikel 48, tweede lid, van de Landsverordening bedoelde vrijstelling per zending beperkt tot de voor elk van die goederen vastgestelde hoeveelheden:

    • a.

      tabaksproducten:

      • i.

        200 sigaretten, of

      • ii.

        50 cigarillo’s (sigaren met een maximumgewicht van 3 gram per stuk), of

      • iii.

        25 sigaren, of

      • iv.

        125 gram rooktabak, of

      • v.

        een proportioneel assortiment van deze onderscheiden producten;

    • b.

      alcohol en alcoholhoudende dranken:

      • i.

        gedistilleerde dranken en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22% vol; niet-gedenatureerde ethylalcohol van 80% vol en hoger: 1 liter, of

      • ii.

        gedistilleerde dranken en alcoholhoudende dranken, aperitieven op basis van wijn of alcohol, tafia, saké of soortgelijke dranken met een alcoholgehalte van 22% vol of minder; mousserende wijnen, likeurwijnen: 1 liter, of

      • iii.

        een proportioneel assortiment van deze onderscheiden producten, en

      • iv.

        niet-mousserende wijnen: 2 liter;

    • c.

      parfum: 50 gram of

      toiletwater: 0,25 liter;

    • d.

      koffie: 500 gram of

      koffie-extract en -essence: 100 gram;

    • e.

      thee: 100 gram of

      thee-extract en -essence: 40 gram.

  • 2. Reizigers die hun hoofdverblijf in het binnenland hebben, kunnen aanspraak maken op de helft van de in het eerste lid, onderdelen a en b, genoemde hoeveelheden. Voor goederen, als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c, d en e, gelden voor hen de hoeveelheden als aldaar vermeld.

§ 4 Aanwijzing diverse goederen

Artikel 5

Als visueel en auditief materiaal als bedoeld in artikel 52, eerste lid, van de Landsverordening worden aangewezen de voorwerpen, genoemd in bijlage 3 bij deze beschikking.

Artikel 6

Als producten als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onderdeel f, van de Landsverordening worden aangewezen de voorwerpen, genoemd in bijlage 4 bij deze beschikking.

Artikel 7

Vrijstelling van de heffing van invoerrechten voor goederen als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onderdeel 1, van de Landsverordening, wordt verleend, indien:

  • a.

    uit de aard en de hoeveelheid van de goederen geen commerciële bijbedoelingen blijken;

  • b.

    een schriftelijke vergunning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de Landsverordening is afgegeven waarin, ten behoeve van de douanecontrole, eisen aan de administratie van de vergunninghouder kunnen worden gesteld, en

  • c.

    de vergunninghouder ten genoegen van de douaneautoriteiten heeft aangetoond dat de financiering van de goederen voor rekening van Nederland of Aruba, dan wel een internationale organisatie komt.

Artikel 8

Als producten als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onderdeel u, van de Landsverordening worden aangewezen:

  • a.

    zwemvesten;

  • b.

    seinspiegels;

  • c.

    noodsignalen, waaronder handstakellichten en rooksignalen;

  • d.

    door het Bureau Telecommunicatie goedgekeurde V.H.F.-radio;

  • e.

    reddingsboeien;

  • f.

    reddingsvlotten;

  • g.

    handblusapparaten;

  • h.

    E.H.B.O.-kist, met boek;

  • i.

    G.P.S. (Global Positioning System);

  • j.

    radar;

  • k.

    roeiriemen.

Artikel 9

Als producten als bedoeld in artikel 136 van de Landsverordening worden aangewezen:

  • a.

    platen en tekeningen, ingelijste fotografieën en fotografische vergrotingen, boeken op het gebied van kunst, schilderijen, gravures of lithografieën, beeldhouwwerk, tapijten en andere soortgelijke kunstvoorwerpen;

  • b.

    materiaal voor het uitstallen (uitstalkasten, stands en soortgelijke goederen), daaronder begrepen elektrische en mechanische uitrusting welke nodig is om dit materiaal te doen werken;

  • c.

    documentaire films, grammofoonplaten, bandopnamen en andere geluidopnamen, bestemd om te worden gebruikt bij voorstellingen waarvoor geen toegangsgeld verschuldigd is, met uitzondering van materiaal dat zich leent voor handelspropaganda en van materiaal dat in het binnenland gewoonlijk wordt verkocht;

  • d.

    een redelijk aantal vlaggen;

  • e.

    diorama’s, maquettes, diapositieven, clichés, fotografische negatieven;

  • f.

    een redelijk hoeveelheid stalen van voorwerpen van nationale handenarbeid, nationale kostuums en andere soortgelijke artikelen van folkloristische aard.

Artikel 10

Als producten als bedoeld in artikel 138, tweede lid, onderdeel a, van de Landsverordening worden aangewezen:

  • a.

    boeken en drukwerken, zoals schriftelijke cursussen, dagbladen en tijdschriften, en brochures over welzijnszorg in de havens;

  • b.

    audiovisueel materiaal, zoals toestellen voor het weergeven van geluid, bandrecorders; radio- en televisietoestellen, projectietoestellen, opnamen op grammofoonplaten of magnetofoonbanden (talencursussen, radioprogramma’ s, groeten, muziek en ontspanning), belichte en ontwikkelde films, en diapositieven;

  • c.

    sportartikelen, zoals sportkleding, ballen, tennisrackets en netten, dekspelen, atletiekuitrusting en gymnastiekuitrusting;

  • d.

    artikelen voor spelbeoefening en andere vormen van vrijetijdsbesteding, zoals gezelschapspelen, muziekinstrumenten, benodigdheden voor amateurtoneel, benodigdheden voor schilderijen, beeldhouwen, hout- en metaalbewerking en het maken van tapijten;

  • e.

    goederen voor de uitoefening van de eredienst (gewaden daaronder begrepen);

  • f.

    delen, onderdelen en toebehoren van de onder a. tot en met e. genoemde goederen.

§ 5 Aanwijzing doeleinden voor de tijdelijke invoer van dieren

Artikel 11

Als doeleinden als bedoeld in artikel 140, eerste lid, onderdeel c, van de Landsverordening worden aangewezen:

  • a.

    dressuur;

  • b.

    africhting;

  • c.

    fokken;

  • d.

    beslaan of wegen;

  • e.

    veterinaire behandeling;

  • f.

    keuring (bijvoorbeeld met het oog op aankoop);

  • g.

    deelname aan shows, tentoonstellingen, concours, wedstrijden of demonstraties;

  • h.

    vermaak (circus, enz.);

  • i.

    toeristische reizen (met inbegrip van huisdieren van reizigers);

  • j.

    uitoefening van een functie (politiehonden of -paarden, speurhonden, blindengeleidehonden enz.);

  • k.

    weiden of verweiden;

  • l.

    werk als trek-, rij- of lastdier;

  • m.

    medische doeleinden (het leveren van slangengif, enz.).

Paragraaf 6 Aanwijzing ziekenhuizen

Artikel 11a

Als ziekenhuizen als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onderdeel n, en artikel 121, eerste lid, onderdeel c, van de Landsverordeningen worden aangewezen:

1. de bij landsbesluit, houdende algemen maatregelen, krachtens artikel 1, onderdeel l, van de Landsverordening zorginstellingen (P.B. 2007, no. 19) aangewezen ziekenhuisvoorzieningen;

2. de bij vergunning van het bestuurscollege krachtens artikel 3 van de Landsverordening zorginstellingen toegelaten zorginstellingen, die medische apparatuur invoeren die uitsluitend zal worden gebruikt in deze zorginstellingen, die:

  • a.

    blijkens hun statutaire doel, geen winst beogen;

  • b.

    uitsluitend activiteiten verrichten die ook tot de normale ziekenhuisvoorziening behoren;

  • c.

    eventuele overschotten direct noch indirect aan het bestuur of enige derde uitkeren.

§ 7 Slotbepalingen

Artikel 12

De ministeriële beschikking van de 5de maart 1975 ter uitvoering van artikel 8 van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62) (P.B. 1975, no. 30), wordt ingetrokken.

Artikel 13
  • 1 Deze beschikking wordt met de bijbehorende toelichting in het Publicatieblad geplaatst.

  • 2 Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop het Publicatieblad is verschenen waarin het is geplaatst.

Artikel 14

Deze beschikking kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbeschikking LVTI.

BIJLAGE 3 VISUEEL EN AUDITIEF MATERIAAL VAN OPVOEDKUNDIGE, WETENSCHAPPELIJKE OF CULTURELE AARD (ARTIKEL 52, TWEEDE LID, VAN DE LANDSVERORDENING)

  • 1.

    Cinematografische films, positief, van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard.

  • 2.

    Fotografische platen en films, belicht en ontwikkeld, andere dan cinematografische film, van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard.

  • 3.

    Cinematografische films, belicht en ontwikkeld, waarop al dan niet geluid is vastgelegd of waarop uitsluitend geluid is vastgelegd, andere dan voor offsetreproductie, microfilm en grafische doeleinden:

    • -

      filmjournaals (al dan niet met geluid) die gebeurtenissen vertonen welke op het moment van invoer actueel zijn en waarvan ten hoogste twee kopieën per onderwerp voor reproductiedoeleinden worden ingevoerd;

    • -

      archieffilms (al dan niet met geluid) bestemd om aan nieuwsfilms te worden toegevoegd;

    • -

      ontspanningsfilms die vooral voor kinderen en jongeren geschikt zijn elders genoemd noch elders onder begrepen, van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard.

  • 4.

    Drukwerk, prenten, gravures en foto’s daaronder begrepen, anders dan kalenders, (prent)briefkaarten, gedrukte kaarten met persoonlijke wensen of mededelingen, decalcomanieën, postzegels, fiscale zegels, gedrukte cartografische werken (waaronder atlassen en landkaarten), geschreven of gedrukte muziek, couranten, tijdschriften, boeken, brochures en dergelijk drukwerk, anders dan reclamedrukwerk, handelscatalogi en dergelijke, anders dan niet gevouwen bladen zonder tekst, opschrift, onderschrift of kantschrift, enkel voorzien van illustraties of afbeeldingen:

    • -

      microkaarten of andere dragers die gebruikt worden door voorlichtings- en documentatiediensten die gebruik maken van een computer, van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard.

  • 5.

    Grammofoonplaten, banden en andere dragers voor het opnemen van geluid of voor dergelijke doeleinden, waarop is opgenomen, galvanische vormen en matrijzen voor het maken van platen daaronder begrepen, andere dan de producten voor fotografie en cinematografie, van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard.

  • 6.

    Instrumenten, apparaten, toestellen en modellen, bestemd voor het geven van demonstraties (bij voorbeeld voor onderwijs of voor tentoonstellingen), niet bruikbaar voor andere doeleinden: modellen, maquettes en wandkaarten van opvoedkundige, wetenschappelijke of culturele aard, uitsluitend bestemd voor demonstratie- en onderwijsdoeleinden.

  • 7.

    Hologrammen voor projectie met laserstraal.

  • 8.

    Verkleinde visuele maquettes of modellen van abstracte vormen zoals molecuulstructuren of wiskundige formules.

  • 9.

    Multimediaseries.

  • 10.

    Geprogrammeerd onderwijsmateriaal, ook in sets, vergezeld van het overeenkomstig gedrukte materiaal.

BIJLAGE 4 GOEDEREN BESTEMD OM IN EN TEN BEHOEVE VAN DE LUCHTVAART TE WORDEN GEBRUIKT (ARTIKEL 75, EERSTE LID, ONDERDEEL F, VAN DE LANDS VERORDENING)

  • 1.

    Buizen en pijpen, van kunstmatige plastische stof, voorzien van hulpstukken (fittings), voor gas- of vloeistofleidingen.

  • 2.

    Buizen en slangen, van niet geharde gevulkaniseerde rubber, voor gas- of vloeistoffenleidingen.

  • 3.

    Buitenbanden van rubber.

  • 4.

    Buizen en pijpen, van geharde rubber, voorzien van hulpstukken (fittings), voor gas- of vloeistofleidingen,

  • 5.

    Glijgoten voor passagiers.

  • 6.

    Werken van asbest, met uitzondering van garens en weefsels van asbest.

  • 7.

    Wrijvingsmateriaal (segmenten, schrijven, ringen, banden, platen, rollen, enz.), voor remmen, voor koppelingen en voor frictiemechanismen, samengesteld met asbest.

  • 8.

    Cockpitruiten, van veiligheidsglas, niet omlijst.

  • 9.

    Kabel, geslagen of gevlochten, lengen en dergelijke kabels, van ijzerdraad of van staaldraad, voorzien van hulpstukken (fittings) of verwerkt tot artikelen.

  • 10.

    Sanitaire artikelen, van ijzer of van staal, met uitzondering van delen daarvan.

  • 11.

    Garnituren, beslag en dergelijke artikelen (scharnieren daaronder begrepen), van onedel metaal.

  • 12.

    Verlichtingstoestellen, lampen en luchters, alsmede niet elektrische delen en onderdelen daarvan, van onedel metaal.

  • 13.

    Buigzame buizen (slangen), van onedel metaal, voorzien van hulpstukken (fittings).

  • 14.

    Explosiemotoren en verbrandingsmotoren, met zuigers, alsmede delen en onderdelen daarvan.

  • 15.

    Hydraulische krachtmachines, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 16.

    Explosiemotoren en verbrandingsmotoren, zonder zuigers, alsmede delen en onderdelen daarvan; andere motoren en krachtmachines, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 17.

    Pompen voor vloeistoffen, al dan niet voorzien van een meettoestel, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 18.

    Lucht- en vacuümpompen, compressors voor lucht of voor andere gassen, ventilatoren, aanjagers en dergelijke, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 19.

    Aggregaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en apparatuur voor het wijzigen van de temperatuur en van de vochtigheid van de lucht, welke één geheel vormen, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 20.

    Koel- en vriesinstallaties, koel- en vriesmachines, koelkasten en dergelijke machines en toestellen voor de koeltechniek, al dan niet elektrisch werkend, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 21.

    Centrifuges, toestellen voor het filtreren of zuiveren van vloeistoffen of van gassen, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 22.

    Blusapparaten (ook indien gevuld), met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 23.

    Hef-, hijs-, land- en losmachines en -toestellen alsmede machine en toestellen voor het hanteren van goederen (liften, skips, windassen of lieren, dommekrachten, takels, bandtransporteurs, enz.), een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 24.

    Automatische gegevensverwerkende machines.

  • 25.

    Niet-elektrische starttoestellen, niet-elektrische toestellen voor het regelen van de stand van vliegtuigpropellers, niet-elektrische bekrachtigingsmechanismen (servomechanismen), niet-elektrische ruitenwissers, hydraulische servomotoren, sferische hydropneumatische accumulatoren, pneumatische starttoestellen voor straalmotoren, speciale toileteenheden voor vliegtoestellen, mechanische aandrijfinrichtingen voor stuwkrachtkeerders, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 26.

    Mechanismen voor het regelen van de snelheid en versnellingsbakken, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 27.

    Riemschijven, koppelingsorganen en delen en onderdelen daarvan, speciaal ontworpen voor montage in burgerluchtvaartuigen.

  • 28.

    Koppelomvormers en delen en onderdelen daarvan, speciaal ontworpen voor montage in burgerluchtvaartuigen.

  • 29.

    Kettingwielen, koppelingen en beweeglijke koppelingen, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 30.

    Transformatoren met een nominaal vermogen van 1 kVA of meer, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 31.

    Elektromotoren met een vermogen van 1 pk of meer, doch minder dan 200 pk, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 32.

    Generatoren, motorgeneratoren, roterende of statische omvormers, smoorspoelen en zelfinductiespoelen, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 33.

    Elektrische ontstekings- en starttoestellen voor explosiemotoren en voor verbrandingsmotoren (magneto’s, dynamo-magneto’s, ontstekingsspoelen, ontstekingsbougies en gloeibougies, starters, enz.), generatoren of dynamo’s (voor gelijkstroom of voor wisselstroom) en automatische schakelaars, welke bij deze motoren worden gebruikt, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 34.

    Elektrische ketels, kachels en ovens, elektrische toestellen om voedsel op te warmen, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 35.

    Microfoons en statieven daarvoor, luidsprekers, elektrische laagfrequentieversterkers, een en ander met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 36.

    Ontvangtoestellen voor radio-omroep (zonder elektronenbuizen), met uitzondering van delen en onderdelen.

  • 37.

    Andere zend- en ontvangtoestellen, voor radiotelefonie en radiotelegrafie, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 38.

    Radio- en radartoestellen voor navigatiedoeleinden, voor plaatsbepaling, voor peiling, voor hoogtemeting of voor bediening op afstand; groepen samengevoegde delen en onderdelen van deze toestellen, bestaande uit twee of meer delen of onderdelen, speciaal ontworpen voor montage in burgerluchtvaartuigen.

  • 39.

    Elektrische toestellen voor hoorbare of zichtbare signalen, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 40.

    “Sealed-beam” lampen, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 41.

    Toestellen voor het registreren van vluchtgegevens en groepen samengevoegde delen en onderdelen voor deze toestellen, bestaande uit twee of meer delen of onderdelen, speciaal ontworpen voor montage in burgerluchtvaartuigen.

  • 42.

    Kabelbundels en andere samenstellingen van elektrische kabels, ontworpen voor gebruik in burgerluchtvaartuigen.

  • 43.

    Luchtballons en luchtschepen.

  • 44.

    Zweefvliegtuigen.

  • 45.

    Vliegtoestellen, hefschroefvliegtuigen daaronder begrepen.

  • 46.

    Delen en onderdelen van luchtballons, luchtschepen, vliegtoestellen en hefschroefvliegtuigen.

  • 47.

    Toestellen voor vliegoefeningen op de grond, alsmede delen en onderdelen daarvan.

  • 48.

    Automatische piloten, alsmede delen en onderdelen daarvan.

  • 49.

    Optische instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie, alsmede delen en onderdelen daarvan.

  • 50.

    Andere instrumenten, apparaten en toestellen voor de navigatie, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 51.

    Gyroscopische kompassen, alsmede delen en onderdelen daarvan.

  • 52.

    Andere kompassen, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 53.

    Ademhalingstoestellen, gasmaskers daaronder begrepen, met uitzondering van delen en onderdelen daarvan.

  • 54.

    Thermometers.

  • 55.

    Meet-, controle- en regelinstrumenten, -apparaten en -toestellen, voor gassen of voor vloeistoffen of voor het automatisch regelen van temperaturen.

  • 56.

    Snelheidsmeters en tachometers.

  • 57.

    Controle-instrumenten, -apparaten en -toestellen voor het vliegen met behulp van een automatische piloot.

  • 58.

    Andere elektrische of elektronische meet-, verificatie-, controle-, regel- of analyseerinstrumenten, -apparaten en -toestellen.

  • 59.

    Delen en onderdelen van controle-instrumenten voor het vliegen met behulp van automatische piloot.

  • 60.

    Klokjes voor instrumentenborden en dergelijke klokjes, met een uurwerk met een diameter van minder dan 1,77 inch dan wel met een horlogeuurwerk.

  • 61.

    Gemonteerde uurwerken met of zonder wijzerplaat of wijzers, met meer dan één steen, welke gedurende meer dan 47 uur kunnen lopen zonder opnieuw te worden opgewonden.

  • 62.

    Zitmeubelen (niet met leder overtrokken), met uitzondering van delen daarvan.

  • 63.

    Andere meubelen, met uitzondering van delen daarvan.

Van deze producten zijn uitgesloten:

  • -

    onvolledige of onafgewerkte producten, tenzij deze de wezenlijke kenmerken van een voltooid of afgewerkt deel, component, geassembleerd deel, of bestanddeel van de uitrusting van een burgerluchtvaartuig bezitten;

  • -

    materialen in enigerlei vorm (bijvoorbeeld vellen, platen, profielen, stroken, staven, leidingen, buizen, enz.), tenzij deze de juiste afmetingen of vormen hebben of geschikt zijn gemaakt om in burgerluchtvaartuigen te worden aangebracht;

  • -

    grondstoffen en verbruiksgoederen.