Overheidsorganisatie | Gemeente Lemsterland |
---|---|
Officiële naam regeling | Brandbeveiligingsverordening 2012 |
Citeertitel | Brandbeveiligingsverordening gemeente Lemsterland 2012. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Geen
Wet veiligheidsregio's en het Bouwbesluit 2012.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2012 | 01-01-2015 | Onbekend | 28-03-2012 Zuid-Friesland | RA1200021 |
De raad van de gemeente Lemsterland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2012, ra1200021:
gezien de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk ECGR/U201200218, d.d. 16 februari 2012;
gelet op artikel 3 van de Wet veiligheidsregio’s en de aanpassing daarop (Stb 2010, 145 en 146);
overwegende dat het verplicht is een verordening vast te stellen omtrent het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
besluit:
vast te stellen de Brandbeveiligingsverordening 2012
Paragraaf 1 Algemeen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
een inrichting: een voor mensen toegankelijke ruimtelijk begrensde plaats voor zover die geen bouwwerk is;
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Paragraaf 2 Gebruiksvergunning
Artikel 2 Verbodsbepaling
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleende gebruiksvergunning een inrichting in gebruik te hebben of te houden, voor zover daarin:
meer dan 50 personen tegelijk aanwezig zullen zijn;
aan meer dan 10 personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft;
aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar, of aan meer dan 10 lichamelijk of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft.
Het college kan aan de gebruiksvergunning voorwaarden verbinden met inachtneming van het gestelde in de artikelen 4 en 5.
Het college kan aan de gebruiksvergunning nieuwe voorwaarden verbinden en gestelde voorwaarden wijzigen of intrekken, indien het belang waarvoor de gebruiksvergunning is verleend dit vereist op grond van een verandering van inzichten of verandering van de omstandigheden gelegen buiten de inrichting, opgetreden na het verlenen van de gebruiksvergunning.
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.
Artikel 3 Weigeringsgronden
Het college weigert een gebruiksvergunning, indien de in de aanvraag vermelde wijze van gebruik van de inrichting niet brandveilig is en door het stellen van voorschriften ook niet kan worden bereikt.
Paragraaf 3 Het voorkomen van brand en het beperken van brand en brandgevaar
Artikel 4 Gebruikseisen
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de artikelen 1.16, 1.17 en 6.5 en in de afdelingen 6.5, 6.6, 7.1 en 7.2 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn overeenkomstig van toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
Paragraaf 4 Het bestrijden van brand en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand
Artikel 5 Brandveiligheidsvoorzieningen
De eisen gesteld aan het brandveilig gebruik van bouwwerken in de afdelingen 6.7 en 6.8 van het Bouwbesluit 2012 (Stb. 2011, 416 en 676) zijn, met uitzondering van de artikelen 6.28, 6.29 en 6.39, van overeenkomstige toepassing op vergunningplichtige en niet vergunningplichtige inrichtingen.
Artikel 6 Melden van brand en broei
Ieder die brand of broei ontdekt of deze vermoedt, is verplicht dit onmiddellijk aan de brandweer te melden.
Artikel 7 Bossen, heidevelden, venen
De eigenaar van een aaneengesloten of vrijwel aaneengesloten opstand die voor meer dan de helft bestaat uit naaldhout, een heideveld, een veen of een ander terrein, voor zover niet bedoeld in artikel 8, tweede lid, onder b van de Woningwet, dat met brandbare gewassen is begroeid, is verplicht de voorschriften op te volgen, die het college geeft tot het voorkomen van brand en het beperken van de gevolgen van brand.
Paragraaf 5 Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 8 Toezicht op de naleving
Het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening wordt opgedragen aan ambtenaren van de brandweer en daartoe door het college aangewezen ambtenaren.
Artikel 9 Overgangsrecht
Vergunningen die zijn verleend op grond van eerder vastgestelde brandbeveiligingsverordeningen en die van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden aangemerkt als vergunning krachtens deze verordening.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Op bezwaarschriften gericht tegen een beschikking op een aanvraag om vergunning krachtens de brandbeveiligingsverordening van vóór de inwerkingtreding van deze verordening, wordt beslist met toepassing van deze verordening.
Artikel 10 Slotbepalingen
Deze verordening treedt in werking op 1 april 2012.
Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze brandbeveiligingsverordening wordt de brandbeveiligingsverordening, zoals die is vastgesteld op 26 april 2009, ingetrokken.
Deze verordening kan worden aangehaald als brandbeveiligingsverordening gemeente Lemsterland 2012.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Lemsterland in zijn openbare vergadering van 28 maart 2012.
De raad voornoemd,
De voorzitter De griffier
D.J. Stellingwerf Mw. H.A. van Dijk - Beekman