Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIELE BESCHIKKING met algemene werking van de 4de april 2002, ter uitvoering van artikel 13, tweede lid, van de Rijkswet administratieve bijstand douane (P.B. 1999, no. 192) (Uitvoeringsbeschikking artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIELE BESCHIKKING met algemene werking van de 4de april 2002, ter uitvoering van artikel 13, tweede lid, van de Rijkswet administratieve bijstand douane (P.B. 1999, no. 192) (Uitvoeringsbeschikking artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane)
CiteertitelUitvoeringsbeschikking artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Rijkswet administratieve bijstand douane, art. 13

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-04-2002Nieuwe regeling

04-04-2002

P.B. 2002, no. 68

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING met algemene werking van de 4de april 2002, ter uitvoering van artikel 13, tweede lid, van de Rijkswet administratieve bijstand douane (P.B. 1999, no. 192) (Uitvoeringsbeschikking artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane)

Artikel 1

De definities van de Rijkswet administratieve bijstand douane (P.B. 1999, no. 192) zijn voor zover nodig op deze beschikking van toepassing.

Artikel 2

Indien aan de douane-administratie van Nederland of Aruba bijstand wordt verleend bij de daadwerkelijke invordering van een in Nederland, respectievelijk Aruba, ontstane douanevordering, geschieden de betekening van de executoriale titel, het bevel tot betaling en de tenuitvoerlegging in de Nederlandse Antillen, overeenkomstig de regels die te dezen bij of krachtens de Algemene Verordening I. U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62), de Algemene landsverordening Landsbelastingen (P.B. 2001, no. 89), de Landsverordening houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften, alsmede van de rechtspleging inzake belastingen, bijdragen en vergoedingen (P.B. 1942, no. 246) en de Landsverordening op de invordering van directe belastingen (P.B. 1942, no. 248) gelden voor de schuldvorderingen bedoeld in deze landsverordeningen, die als gelijksoortig zijn aan te merken.

Artikel 3

De Minister van Financiën kan in daartoe aanleiding gevende gevallen uitdrukkelijk bepalen welke van de in artikel 2 bedoelde schuldvorderingen voor de toepassing van artikel 13, tweede lid, van de Rijkswet administratieve bijstand douane als gelijksoortig zijn aan te merken.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

Artikel 5

Deze beschikking wordt aangehaald als: Uitvoeringsbeschikking artikel 13 Rijkswet administratieve bijstand douane.