Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 13de november 2001 ter uitvoering van artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 (P.B. 1975, no. 254) (Beschikking vaste vergoedingen)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 13de november 2001 ter uitvoering van artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 (P.B. 1975, no. 254) (Beschikking vaste vergoedingen)
CiteertitelBeschikking vaste vergoedingen
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening op de Loonbelasting (P.B. 1975, no. 254), art. 6, derde lid, onder f, onder 3º

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-11-2001Nieuwe regeling

13-11-2001

P.B. 2001, no. 123

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 13de november 2001 ter uitvoering van artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de Loonbelasting 1976 (P.B. 1975, no. 254) (Beschikking vaste vergoedingen)

Artikel 1

  • 1. Vaste vergoedingen als bedoeld in artikel 6, derde lid, onderdeel f, onder 3º, van de Landsverordening op de Loonbelasting (P.B. 1975, no. 254) behoren niet tot het loon indien:

    • a.

      de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat deze vergoedingen geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van de noodzakelijke kosten die de werknemer tot verwerving van zijn loon maakt;

    • b.

      deze vergoedingen naar aard en veronderstelde omvang van de kosten zijn gespecificeerd.

  • 2. Aan de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is in ieder geval voldaan indien om de drie jaar een steekproefsgewijs onderzoek van de werkelijk gemaakte kosten tot verwerving van het loon wordt verricht, waarbij de werknemer gedurende tenminste drie aaneengesloten maanden een overzicht bijhoudt van de werkelijk gemaakte kosten, met inbegrip van de declaraties en de betalingsbewijzen hiervan.

  • 3. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de toekenning van vergoedingen aan een groep van werknemers, die vanuit het kostenoogpunt redelijkerwijs geacht kunnen worden in dezelfde omstandigheden te verkeren, met dien verstande dat deze vergoedingen niet hoeven te worden afgestemd op de kosten die door een tot deze groep behorende individuele werknemer zijn gemaakt, maar kan worden volstaan met een door de desbetreffende groep van werknemers gemiddeld te maken kosten.

  • 4. De Inspecteur kan op verzoek het bedrag, dat ingevolge het eerste tot en met het derde lid ten hoogste als vaste vergoedingen in aanmerking wordt genomen, vaststellen.

Artikel 2

Deze ministeriële beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking vaste vergoedingen.

Artikel 3

Deze ministeriële beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van de uitgifte van het Publicatieblad, waarin de afkondiging is geschied.