Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 26ste oktober 1999 ter uitvoering van artikel 14d, tweede lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) (Beschikking voorwaarden vrijstelling omzetbelasting inzake invoer door ondernemers)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 26ste oktober 1999 ter uitvoering van artikel 14d, tweede lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) (Beschikking voorwaarden vrijstelling omzetbelasting inzake invoer door ondernemers)
CiteertitelBeschikking voorwaarden vrijstelling omzetbelasting inzake de invoer door ondernemers
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening omzetbelasting 1999, art. 14d, tweede lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

30-10-199901-10-1999Nieuwe regeling

26-10-1999

P.B. 1999, no. 181

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 26ste oktober 1999 ter uitvoering van artikel 14d, tweede lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43) (Beschikking voorwaarden vrijstelling omzetbelasting inzake invoer door ondernemers)

Artikel 1

In deze beschikking wordt onder Inspecteur verstaan de Inspecteur der Invoerrechten en Accijnzen.

Artikel 2

  • 1. Ondernemers die in het heffingsgebied wonen of zijn gevestigd of aldaar een vaste inrichting hebben, kunnen de Inspecteur schriftelijk verzoeken aangewezen te worden voor de toepassing van de vrijstellingsregeling terzake van de invoer van handelsgoederen.

  • 2. De Inspecteur beslist op het verzoek bij beschikking.

  • 3. De aanwijzing gaat in op de dag die de Inspecteur vaststelt in de beschikking waarbij de aanwijzing wordt verstrekt.

Artikel 3

Het verzoek om aanwijzing wordt ingewilligd indien de ondernemer:

  • a.

    een bewijs van inschrijving heeft overgelegd van de Kamer van Koophandel;

  • b.

    een vestigingsvergunning heeft overgelegd als importeur van de Dienst Economische Zaken in het heffingsgebied;

  • c.

    een CRIB-nummer heeft overgelegd van de Belastingdienst in het heffingsgebied;

  • d.

    een door hem ondertekende verklaring heeft overgelegd waarin hij aangeeft dat de met vrijstelling in te voeren goederen uitsluitend handelsgoederen betreffen;

  • e.

    een bedrijfsadministratie voert waarin de volgens de Inspecteur der Belastingen benodigde gegevens overzichtelijk zijn opgenomen; en

  • f.

    bij de invoer facturen, vracht- en ladingspapieren en dergelijke bescheiden overlegt, waaruit blijkt dat de handelsgoederen voor hem zijn bestemd en onder de vrijstellingsregeling vallen. De ondernemer is verplicht op deze bescheiden de datum en het nummer van de beschikking van de Inspecteur waarbij de ondernemer is aangewezen en het CRIB-nummer te vermelden.

Artikel 4

Indien de ondernemer handelt in strijd met de gestelde voorwaarden, kan de Inspecteur de aanwijzing intrekken en een nieuwe aanwijzing weigeren.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van de uitgifte van het Publicatieblad, waarin het geplaatst is en werkt terug tot en met 1 oktober 1999.

Artikel 6

Deze beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking voorwaarden vrijstelling omzetbelasting inzake de invoer door ondernemers.