Overheidsorganisatie | Gemeente Slochteren |
---|---|
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Slochteren 2012 |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Slochteren 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Toeslagenverordening WWB 2010.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-04-2012 | 19-04-2012 | Nieuwe regeling | 05-04-2012 't Bokkeblad, 11-04-2012 | 2012/1174 |
De raad van de gemeente Slochteren;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012;
gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 27 februari 2012 ;
gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet werk en bijstand;
overwegende dat op grond van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet werk en bijstand regels dienen te worden gesteld met betrekking tot het verhogen of verlagen van de landelijke bijstandsnorm voor bijstandsgerechtigden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, zoals bedoeld in artikel 30 van die wet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende:
“TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE SLOCHTEREN 2012”
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet werk en bijstand;
de gezinsnorm: de norm, als bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet;
het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Slochteren;
de schoolverlater: de alleenstaande die, gedurende de eerste zes maanden na beëindiging van de deelname aan onderwijs of beroepsopleiding, voor zover voor dat onderwijs of die opleiding aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van het vierde hoofdstuk van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, bijstand aanvraagt;
de belanghebbende: de alleenstaande, de alleenstaande ouder of het gezin, en het kind of de kinderen van de alleenstaande ouder of het gezin;
de verzorgingsbehoevende: degene die is aangewezen op verpleging of verzorging ter voorkoming van een opname in een verpleeg- of verzorgingshuis.
2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
1. De bepalingen in deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van een gezin gelden de bepalingen van deze verordening alleen, indien alle gezinsleden jonger zijn dan 65 jaar zijn én er geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 21, tweede lid of artikel 23 van de wet.
2. De bepalingen in het tweede en derde hoofdstuk laten toepassing van artikel 18 van de wet onverlet.
3. De betaling kan geschieden anders dan op rekening van de schuldeiser.
4. De betaling kan geschieden aan anderen dan de schuldeiser. Dit kunnen onder andere de gemeentelijke Kredietbank en door belanghebbende aangewezen derden zijn.
1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt het maximaal genoemde bedrag van artikel 25, tweede lid, van de wet voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder in wiens woning geen ander dan een ten last komend kind tot 18 jaar zijn hoofdverblijf heeft.
2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10% van de gezinsnorm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder op wie het eerste lid niet van toepassing is.
3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt geen rekening gehouden met een inwonende verzorgingsbehoevende die door de belanghebbende wordt verzorgd of, als de belanghebbende verzorgingsbehoevende is, met een inwonende die de belanghebbende verzorgt, voor zover de verzorgende en de verzorgingsbehoevende bloedverwanten in de tweede graad zijn.
1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10% van de norm voor een gezin die een woning deelt met één of meer anderen, anders dan bloed- of aanverwanten in de eerste graad.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt geen rekening gehouden met een inwonende verzorgingsbehoevende die door de belanghebbende wordt verzorgd of, als de belanghebbende verzorgingsbehoevende is, met een inwonende die de belanghebbende verzorgt, voor zover de verzorgende en de verzorgingsbehoevende bloedverwanten in de tweede graad zijn.
1. Voor de schoolverlater is de bijstandsnorm het bedrag, zoals genoemd in artikel 33, tweede lid, van de wet.
2. Het bepaalde in de artikelen 3, 4, 6 en 7 is niet van toepassing op de schoolverlater voor wie toepassing wordt gegeven aan het eerste lid.
1. De bijstandsnorm of de toeslag wordt lager vastgesteld, indien de belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorzien als gevolg van zijn woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning of het niet hebben van woonkosten in de vorm van huur of hypothecaire verplichtingen.
2. De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 10% van de gezinsnorm.
1. De verlaging van de toeslag als bedoeld in artikel 29 van de wet en in afwijking van artikel 25 van de wet, bedraagt 5% van de gezinsnorm voor alleenstaanden van 21 en 22 jaar.
2. Voor zolang voor de alleenstaande van 21 of 22 jaar toepassing wordt gegeven aan artikel 5 van deze verordening, is het bepaalde in het vorige lid niet van toepassing.
De toepassing van de artikelen 3, 4 en 6 geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende tenminste bedraagt:
35% van de gezinsnorm voor een alleenstaande;
55% van de gezinsnorm voor een alleenstaande ouder;
65% van de gezinsnorm voor een gezin.
Indien aan belanghebbende teveel bijstand inclusief toeslag is verstrekt kan de vordering worden verrekend met de bijstand met ingang van de eerstkomende maand waarover bijstand wordt verleend.
1. De uitvoering van deze verordening berust bij het college.
2. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Slochteren 2012”.
2. Deze verordening treedt in werking per 19 april 2012 en per die datum wordt ingetrokken de Toeslagenverordening WWB 2010.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 5 april 2012.
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.