Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 13de februari 1997 ter uitvoering van artikel 10, vijfde lid van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 (P.B. 1996, no. 210)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 13de februari 1997 ter uitvoering van artikel 10, vijfde lid van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 (P.B. 1996, no. 210)
CiteertitelBeschikking vaststelling nadere regels inzake factuurstelsel BBO
Vastgesteld doorMinister van Financiën
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het Publicatieblad waarin deze beschikking is geplaatst, is uitgegeven op 28-2-1997. Zij is dus in werking getreden voor zij is gepubliceerd.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997, art. 10, vijfde lid

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-02-199701-01-1997Nieuwe regeling

13-02-1997

P.B. 1997, no. 28

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 13de februari 1997 ter uitvoering van artikel 10, vijfde lid van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 (P.B. 1996, no. 210)

Artikel 1

De ondernemer die verkiest de belasting op bedrijfsomzetten te voldoen op basis van de door hem uitgereikte facturen is verplicht hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij de Inspecteur.

Artikel 2

Indien het op de factuur vermelde bedrag niet of niet geheel wordt ontvangen kan de ondernemer het niet ontvangen bedrag aftrekken van de bedrijfsomzet in de maand waarin hij de factuur als oninbaar afboekt.

Artikel 3

Indien de ondernemer, nadat hij de factuur als oninbaar heeft afgeboekt alsnog een betaling op de factuur ontvangt, dient hij deze betaling in het tijdvak dat deze wordt ontvangen als gerealiseerde bedrijfsomzet aan te geven.

Artikel 4

Indien een ondernemer een creditfactuur uitreikt kan hij het op deze creditfactuur vermelde bedrag in mindering brengen op de bedrijfsomzet van het tijdvak waarin hij de creditfactuur uitreikt, mits hij het op de creditfactuur vermelde bedrag nog niet heeft ontvangen dan wel, indien hij dit bedrag wel heeft ontvangen, hij dit bedrag binnen een maand na uitreiking van de creditfactuur terugbetaalt.

Artikel 5

Het maximumbedrag dat een ondernemer op grond van deze beschikking in een tijdvak kan aftrekken is gelijk aan de in dat tijdvak gerealiseerde bedrijfsomzet.

Artikel 6

Indien een ondernemer in een tijdvak de niet-ontvangen en de gecrediteerde bedragen niet geheel af kan trekken van zijn gerealiseerde bedrijfsomzet kan hij het resterende bedrag in mindering brengen in het eerstvolgende tijdvak.

Artikel 7

De ondernemer dient zijn boekhouding zodanig in te richten dat bij controle op eenvoudige wijze is na te gaan welke bedragen van de gerealiseerde bedrijfsomzet zijn afgetrokken, op welke facturen deze bedragen betrekking hebben en welke betaling op deze facturen hebben plaatsgevonden zowel voor als na de afboeking van de factuur.

Artikel 8

Deze beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst.

Artikel 9

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van heden en werkt terug tot en met 1 januari 1997.

  • 2. Deze beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking vaststelling nadere regels inzake factuurstelsel BBO.