Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 25ste Augustus 1956 houdende bepalingen met betrekking tot de toekenning van vrije overtocht en reis- en verblijfkosten aan de leden der Staten van de Nederlandse Antillen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 25ste Augustus 1956 houdende bepalingen met betrekking tot de toekenning van vrije overtocht en reis- en verblijfkosten aan de leden der Staten van de Nederlandse Antillen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-09-1956Nieuwe regeling

25-08-1956

P.B. 1956, no. 103

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 25ste Augustus 1956 houdende bepalingen met betrekking tot de toekenning van vrije overtocht en reis- en verblijfkosten aan de leden der Staten van de Nederlandse Antillen

Artikel1

De leden der Staten van de Nederlandse Antillen genieten vrije overtocht:

  • a.

    voor het bijwonen van vergaderingen der Staten of van hun krachtens het Reglement van Orde gevormde of benoemde Commissies, indien zij op een ander eiland woonachtig zijn, dan dat, alwaar de vergadering wordt gehouden, dan wel indien zij door omstandigheden tijdelijk op een zodanig eiland verblijven;

  • b.

    voor reizen binnen het grondgebied van de Nederlandse Antillen voor het bezoek in ’s Lands belang van een ander eilandgebied dan dat, waarin zij woonachtig zijn. Een dergelijke reis mag evenwel niet vaker dan een keer per zittingsjaar naar eenzelfde eilandgebied worden gemaakt, tenzij tenminste vier leden de reis gezamenlijk maken. In afwijking van het voorstaande mogen leden, die in een ander eilandgebied woonachtig zijn dan dat, waarin zij zijn gekozen, ten hoogste vier keer per zittingsjaar reizen naar laatstbedoeld eilandgebied.

  • c.

    voor reizen, tot welke bij meerderheid van stemmen is besloten.

    • 2.

      Van een reis, als bedoeld onder b van het eerste lid, dient door het betrokken lid, c.q. de betrokken leden kennis te worden gegeven aan de Voorzitter der Staten.

    • 3.

      De Voorzitter doet mededeling aan de Gouverneur van reizen als bedoeld onder b en c van het eerste lid.

Artikel 2

Bij reizen, als in artikel 1 bedoeld, wordt de overtocht verleend in de 1ste klasse van het vervoermiddel, waarmede gereisd wordt.

Artikel 3

Tot het bekomen van rijde overtocht, als in artikel 1 bedoeld, wenden de leden zicht op Curaçao tot de Griffier der Staten en op de overige eilanden tot de Gezaghebber, c.q. de Administrateur.

Artikel 4

  • 1.

    Bij een der reizen, als bedoeld in artikel 1, genieten de leden vergoeding van vervoerkosten ten belope van de werkelijke gemaakte kosten.

  • 2.

    De leden genieten bovendien een vaste maandelijkse vergoeding naar reden van f 40,-- ten behoeve van het vervoer naar en van de plaats der vergaderingen, welke worden gehouden binnen het eiland hunner vestiging.

Artikel 5

  • 1. De leden der Staten genieten bij reizen, als bedoeld in artikel 1 sub a en b, indien zij hun intrek nemen in een openbare logeergelegenheid, vergoeding wegens verblijfkosten als volgt:

    • a.

      bij reizen naar de eilandgebieden Aruba en Curaçao f 25,-- per dag;

    • b.

      bij reizen naar de eilandgebieden Bonaire en de Bovenwindse Eilanden f 20,-- per dag.

  • 2. Indien bij reizen als in het eerste lid bedoeld niet van een openbare logeergelegenheid gebruik wordt gemaakt, wordt vergoeding wegens verblijfkosten genoten naar reden van de helft van de in het eerste lid bedoelde bedragen.

Artikel 6

  • 1. Bij reizen, die 12 uur of korter hebben geduurd, wordt vergoeding wegens verblijfkosten berkend over een halve dag, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.

  • 2. Bij reizen, die langer dan 12 uur doch ten hoogste 24 uur hebben geduurd, wordt de vergoeding berekend over een gehele dag, overeenkomstig het bepaalde in artikel 5.

  • 3. Bij reizen, die langer dan 24 uur hebben geduurd, wordt een halve dag in rekening gebracht voor de dag, waarop de reis na 12 uur ’s middags is aangevangen, zomede voor de dag, waarop de terugkeer v??r 12 uur ’s middags plaats vindt.

  • 4. Bij reizen, als bedoeld in artikel 1 sub c, wordt een voor ieder geval afzonderlijk door de Staten te bepalen bedrag per dag als vergoeding wegens verblijfkosten genoten. Bij de vaststelling van zodanig bedrag kan van het bepaalde in artikel 5 worden afgeweken.

Artikel 7

De bepalingen dezer landsverordening gelden dienovereenkomstig voor de Griffier der staten, alsmede voor zodanige personen, die, alhoewel geen lid der Staten zijnde, op verzoek der Staten of van de krachtens het Reglement van Orde gevormde of benoemd Commissies een reis maken of mede maken.

Artikel 8

Bij het maken van een reis op de voet van de bepalingen dezer landsverordening worden de premiekosten van een vrijwillige verzekering tegen reisongevallen vergoed. De voor landsdienaren ter zake geldende regelingen zijn ten deze van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat premievergoeding plaats vindt voor een verzekering tot ten hoogste f 75.000,--.

Artikel 9

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging. Met ingang van die dag vervalt de verordening van den 1sten April 1939, houdende toekenning van reis- en verblijfkosten aan de leden der Staten van de Nederlandse Antillen (P.B. 1939, no. 17)