Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 5de februari 1963 houdende regelen ter uitvoering van het op 15 april 1958 te 's Gravenhage tot stand gekomen verdrag nopens de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen jegens kinderen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 5de februari 1963 houdende regelen ter uitvoering van het op 15 april 1958 te 's Gravenhage tot stand gekomen verdrag nopens de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen jegens kinderen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Veronderstelde datum van inwerkingtreding

Art 1 gewijzigd bij Landsverordening van 15 maart 2001 (PB 2001, 24)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

15 april 1958 te 's Gravenhage tot stand gekomen verdrag nopens de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen jegens kinderen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-03-2001art. 1

15-03-2001

P.B. 2001, no. 24

onbekend
18-12-1968Nieuwe regeling

05-02-1963

P.B. 1963, no. 18

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 5de februari 1963 houdende regelen ter uitvoering van het op 15 april 1958 te 's Gravenhage tot stand gekomen verdrag nopens de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen jegens kinderen

Artikel 1

De beslissingen, als bedoeld in het op 15 april 1958 te 's Gravenhage tot stand gekomen Verdrag nopens de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen jegens kinderen, gegeven door een autoriteit van een andere bij dat Verdrag partij zijnde Staat, worden in de Nederlandse Antillen niet ten uitvoer gelegd, dan na verkregen verlof tot tenuitvoerlegging in de vorm, vermeld artikel 430 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, van de rechter in eerste aanleg op het eiland waar de beslissing moet worden ten uitvoer gelegd.

Artikel 2

Het verlof tot tenuitvoerlegging wordt gevraagd bij verzoekschrift, dat tevens inhoudt de keuze van woonplaats in de Nederlandse Antillen.

Artikel 3

  • 1. De rechter geeft zijn beschikking met bekwame spoed, doch niet dan na verhoor, althans behoorlijke oproeping, van alle partijen in de zaak waarop de beslissing betrekking heeft.

  • 2. De rechter bepaalt dag en uur voor het verhoor, alsmede de termijn, bij de oproepingen in acht te nemen. De oproepingen geschieden vanwege de verzoeker bij deurwaardersexploot. De verzoeker legt de bewijzen van oproeping vóór of bij het verhoor aan de rechter over.

  • 3. De rechter kan, indien een opgeroepene niet verschijnt, zijn nadere oproeping bevelen. Hetzelfde geldt, indien een partij ten onrechte niet is opgeroepen.

  • 4. Bij ongenoegzaamheid der overgelegde stukken wordt de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.

  • 5. De rechter kan eisen, dat de beslissing, waarvan de uitvoerbaarverklaring wordt verzocht, en de overige overgelegde stukken worden vertaald in het Nederlands dat deze vertaling voor eensluidend wordt verklaard door een beëdigde vertaler.

Artikel 4

  • 1. De beschikking is met redenen omkleed en wordt het openbaar uitgesproken. De beschikking, waarbij verlof tot tenuitvoerlegging wordt verleend, geldt jegens alle partijen en in het gehele land.

  • 2. Ook indien van meerdere door de verzoeker opgeroepen partijen slechts één is verschenen, wordt de beschikking beschouwd als op tegenspraak te zijn gegeven.

  • 3. De rechter kan bevelen, dat de uitvoerbaarverklaring volledig gevolg heeft, niettegenstaande beroep, met of zonder zekerheidsstelling.

Artikel 5

  • 1. De beschikking is niet vatbaar voor verzet.

  • 2. Het hoger beroep kan tegen de beschikking worden ingesteld binnen vier weken na de dag, waarop zij gegeven, in geval van tegenspraak, en binnen vier weken na de dag der betekening in geval van verstek.

  • 3. In geval van hoger beroep vinden de artikelen 1, 2 en 3 en het eerste lid van artikel 4 overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat slechts behoeven te worden opgeroepen de oorspronkelijke verzoeker en de andere partijen, die voor het gerecht in eerste aanleg zijn verschenen.

Artikel 6

Geschillen over de tenuitvoerlegging van beslissingen, welke overeenkomstig deze landsverordening uitvoerbaar zijn verklaard, worden gebracht voor de rechter van de plaats van tenuitvoerlegging.

Artikel 7

Alle stukken in de Nederlandse Antillen of in een van de andere Staten, die partij zijn bij het in artikel 1 genoemde Verdrag, benodigd in procedures betreffende uitvoerbaarverklaring van beslissingen, als bedoeld in dat Verdrag, voor de tenuitvoerlegging van zodanige uitvoerbaar verklaarde beslissingen of voor de behandeling van geschillen over de tenuitvoerlegging van zodanige uitvoerbaar verklaarde beslissingen, zijn vrij van zegel en van de formaliteit van registratie of worden, indien deze formaliteit wordt verlangd, kosteloos geregistreerd. Ter zake van de genoemde procedures zijn geen griffierechten verschuldigd.

Artikel 8

Deze landsverordening treedt in werking tegelijk met de inwerkingtreding voor de Nederlandse Antillen van het in artikel 1 genoemde Verdrag.