Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Verordening op de Monumentencommissie Rijnwoude

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingVerordening op de Monumentencommissie Rijnwoude
Citeertitel"Verordening op de Monumentencommissie Rijnwoude"
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpmonumentencommissie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 84 en 149
  2. Monumentenwet 1988, art. 15
  3. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, art. 2.1 en 2.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

23-02-201221-11-2012Nieuwe Regeling

02-02-2012

Rijnwoude Koerier, 22 februari 2012

2012/I/10
23-02-201231-12-2015Nieuwe Regeling

02-02-2012

Rijnwoude Koerier, 22 februari 2012

2012/I/10

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Monumentencommissie Rijnwoude

Agendapunt : 2012/I/10

 

De raad van de gemeente Rijnwoude

 

b e s l u i t :

 

  • 1.

    in te trekken de “Monumentencommissieverordening  2007”;

  • 2.

    hiervoor in de plaats te stellen de volgende “Verordening op de Monumentencommissie Rijnwoude”.

  • 3.

    op grond van artikel 84 van de Gemeentewet te besluiten tot instelling van een vaste commissie van advies aan Burgemeester en Wethouders, belast met de advisering op het gebied van (gemeentelijk) monumentenbeleid en archeologie en de benoeming van haar leden over te laten aan het college;

  • 4.

    de met het functioneren van de Monumentencommissie samenhangende kosten met ingang van het begrotingsjaar 2012 ten laste te brengen van het jaarlijkse budget voor de instandhouding van gemeentelijke monumenten.

 

Verordening op de Monumentencommissie Rijnwoude

=============================================

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    lid: lid van de monumentencommissie;

  • 2.

    monumentencommissie: de door burgemeester en wethouders ingestelde monumentencommissie;

  • 3.

    voorzitter: de voorzitter van de monumentencommissie of diens plaatsvervanger;

  • 4.

    commissiesecretaris: de secretaris van de monumentencommissie of diens plaatsvervanger;

  • 5.

    vergadering: vergadering van de monumentencommissie;

  • 6.

    monumentenverordening: de door de raad van de gemeente Rijnwoude vastgestelde “Monumentenverordening Rijnwoude”;

  • 7.

    subsidieverordening: de door de raad van de gemeente Rijnwoude vastgestelde “Subsidieverordening instandhouding gemeentelijke monumenten Rijnwoude”;

  • 8.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijnwoude;

  • 9.

    kandidaat lid: een ieder die voor benoeming in de monumentencommissie in aanmerking komt, op basis van binding met de monumentenzorg en/of deskundigheid op het beleidsterrein van historisch- en cultureel erfgoed.

Hoofdstuk 2 Samenstelling van de monumentencommissie

Artikel 2

  • 1. De leden van de monumentencommissie worden door burgemeester en wethouders benoemd. De monumentencommissie telt tenminste vijf en ten hoogste negen leden.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden rekening met de binding van de kandidaten met op het terrein van de monumentenzorg actieve particuliere instellingen en met hun deskundigheid.

  • 3. De benoeming van de leden geschiedt voor een periode van vier jaar. De leden treden na verloop van deze periode af. Zij zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar voor een periode van 4 jaren.

  • 4. Een lid, dat ter vervulling van een – anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding – opengevallen plaats wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

Artikel 3

  • 1. De voorzitter wordt door burgemeester en wethouders aangewezen.

  • 2. De voorzitter is tevens lid van de monumentencommissie.

  • 3. De monumentencommissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 4. Burgemeester en wethouders wijzen een ambtelijk secretaris aan en kunnen ambtelijke adviseurs aanwijzen.

Hoofdstuk 3

Taken en bevoegdheden van de monumentencommissie.

Artikel 4

De monumentencommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over:

  • 1.

    het aanwijzen van beschermde rijksmonumenten als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenwet 1988;

  • 2.

    het aanvragen van een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 of artikel 10 en 24 van de Monumentenverordening;

  • 3.

    het aanwijzen of intrekken van beschermde stads- of dorpsgezichten als bedoeld in artikel 19 van de Monumentenverordening;

  • 4.

    het aanwijzen of afvoeren van gemeentelijke monumenten op grond van de artikelen 3 tot en met 9 van de Monumentenverordening;

  • 5.

    de uitvoering van alle overige zaken die voortvloeien uit de Monumentenverordening;

  • 6.

    de uitvoering van de Subsidieverordening;

  • 7.

    alle overige aangelegenheden die van belang zijn voor de behartiging van de monumentenzorg in de gemeente Rijnwoude.

Artikel 5

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de monumentencommissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, cultuur- of sociaalhistorisch belang.

Hoofdstuk 4

Werkwijze van de monumentencommissie.

Artikel 6

  • 1. De monumentencommissie komt bijeen:

    • a.

      minimaal 1 x per jaar en na schriftelijke oproep van de voorzitter;

    • b.

      op verzoek van tenminste twee van haar leden;

    • c.

      op verzoek van burgemeester en wethouders.

  • 2. In de gevallen, genoemd onder b. en c., belegt de voorzitter de vergadering binnen veertiendagen na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 3. De monumentencommissie mag slechts besluiten nemen indien alle leden aanwezig zijn.

  • 4. Als niet alle leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapuntenbesluiten worden genomen wanneer er tenminste drie stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

  • 5. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikelgemotiveerd worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

Artikel 7

Burgemeester en wethouders kunnen over de inhoud van de stukken, die aan de monumentencommissie worden overgelegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.

Artikel 8

De monumentencommissie is bevoegd deskundigen te horen, met dien verstande dat zij toestemming van burgemeester en wethouders nodig heeft, wanneer aan het horen van deskundigen kosten voor de gemeente zijn verbonden.

Artikel 9

  • 1. In de vergadering van de monumentencommissie heeft ieder lid een stem.

  • 2. De monumentencommissie besluit bij meerderheid van stemmen.

  • 3. De voorzitter of diens plaatsvervanger ziet erop toe dat de leden zich onthouden van stemming over zaken die hen persoonlijk aangaan of waarin zij als gelastigde zijn betrokken.

  • 4. Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd.

  • 5. Indien bij het nemen van een besluit door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.

  • 6. Het standpunt van de minderheid wordt desgewenst in het advies vermeld.

  • 7. De vergaderingen van de monumentencommissie zijn openbaar.

Artikel 10

  • 1. De secretaris van de monumentencommissie draagt er zorg voor dat van het behandelde in de vergadering een kort verslag wordt gemaakt dat gelijktijdig met de adviezen ter kennisneming wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Het verslag moet ten minste inhouden:

    • a.

      de namen van de aanwezige leden, de secretaris en de ter vergadering aanwezige overige personen worden vermeld;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de aanwezigen die het woord hebben gevoerd;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan burgemeester en wethouders;

  • 3. Het verslag wordt opgesteld door of onder de verantwoordelijkheid van de secretaris.

  • 4. Het definitieve verslag wordt door de voorzitter en de secretaris van de monumentencommissie ondertekend.

Artikel 11

  • 1. De leden van de monumentencommissie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een vergoeding.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen het bedrag van de vergoedingen vast.

Hoofdstuk 5

Overgangs- en slotbepalingen.

Artikel 12

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen beslissen burgemeester en wethouders, nadat de monumentencommissie is gehoord.

Artikel 13

De “Monumentencommissieverordening”, vastgesteld door de raad van de gemeente Rijnwoude d.d. 23 januari 2007, wordt ingetrokken op het moment dat deze verordening in werking treedt.

Artikel 14

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de Monumentencommissie Rijnwoude”.

Ondertekening

Bij dit besluit heeft de raad zich gebaseerd op:

- Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22 december 2011.

- Behandeling in de commissie Welzijn d.d. 18 januari 2012.

- Artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet, artikel 15 van de Monumentenwet 1988, de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de “Monumentenverordening Rijnwoude”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijnwoude

d.d. 2 februari 2012,