Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

Nederlands-Antilliaans Kiesreglement

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingNederlands-Antilliaans Kiesreglement
CiteertitelNederlands-Antilliaans Kiesreglement
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het opschrift van de oorspronkelijke regeling is niet bekend.

Andere dan de vermelde wetshistorische gegevens zijn niet bekend over de wijzigingsregelingen van 21-11-1997 (P.B. 1997, no. 287), 24-3-1995 (P.B. 1995, no. 60), 21-12-1989 (P.B. 1989, no. 78).

Een doorlopende tekst van deze regeling is krachtens landsbesluit van 21-12-2001 geplaatst in P.B. 2001, no. 159.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-11-2001art. 4, 8, 16, 17, 18, 21, 34, 37, 44, 48, 52

26-11-2001

P.B. 2001, no. 125

Zitting 2001-2002-2505
26-11-2001art. 4, 8, 16, 17, 18, 21, 34, 37, 44, 48, 52

26-11-2001

P.B. 2001, no. 125

Zitting 2001-2002-2505
30-12-2009Art. 35, 47, 51, 59, 60a, 61a, 63, 63a, 68, 68a, 69, 72, 78, 87, 126a, 131

29-12-2009

P.B. 2009, no. 76

Staten-zitting 2009-2010, 3504
15-03-2001art. 4

15-03-2001

P.B. 2001, no. 24

onbekend
18-04-1973Nieuwe regeling

01-03-1973

P.B. 1973, no. 27

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nederlands-Antilliaans Kiesreglement

I. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze landsverordening en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    Staten: de Staten van de Nederlandse Antillen;

  • b.

    bestuurscollege: de gezaghebber en de gedeputeerden van het betrokken eilandgebied;

  • c.

    ingezetenen: zij, die werkelijk woonplaats hebben in één der eilandgebieden van de Nederlandse Antillen;

  • d.

    hoofdstembureau: het betreffende hoofdstembureau volgens deze landsverordening benoemd voor de verkiezing van de Staten;

  • e.

    politieke groepering: een georganiseerde groep die als zodanig kandidaten stelt voor de verkiezing van de Staten.

Onder politieke groepering wordt mede verstaan een persoon die zich als individu kandidaat stelt voor de verkiezing van de Staten.

Artikel 2

Voor de toepassing van de landsverordening en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften worden, behoudens bewijs van het tegendeel, geacht in een eilandgebied werkelijke woonplaats te hebben, zij die in het bevolkingsregister van dat eilandgebied staan ingeschreven.

II. Kiesrecht

Artikel 3

De leden van de Staten worden rechtstreeks gekozen door degenen, die op de dertigste dag vóór die der kandidaatstelling, bedoeld in artikel 14, ingezetenen zijn mits zij Nederlander zijn en de kiesgerechtigde leeftijd, genoemd in artikel 45 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen, op de dag van de stemming hebben bereikt.

Artikel 4
  • 1. Van de uitoefening van het kiesrecht zijn uitgesloten:

    • a.

      zij, die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak het kiesrecht is ontzegd;

    • b.

      zij, die krachtens onherroepelijke uitspraak wegens krankzinnigheid of zwakheid van vermogens de beschikking of het beheer over hun goederen hebben verloren, of van het ouderlijk gezag over een of meer hunner kinderen ontzet zijn;

    • a.

      zij, die krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak tot een gevangenisstraf van meer dan een jaar zijn veroordeeld, gedurende drie jaren, nadat hun straf is volbracht, en levenslang, wanneer voor de tweede maal zulk een straf is opgelegd;

    • b.

      zij, die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens bedelarij of landloperij zijn veroordeeld, gedurende drie jaren nadat hun straf is volbracht; gedurende zes jaren, indien de straf voor de tweede maal, en levenslang, indien de straf voor de derde maal opgelegd is;

    • c.

      zij, die bij onherroepelijke rechterlijke uitspraken binnen een tijdsverloop van drie jaren meer dan tweemaal zijn veroordeeld wegens een strafbaar feit, insluitende openbare dronkenschap, gedurende drie jaren nadat de laatste uitspraak onherroepelijk is geworden.

  • 2. Met een onherroepelijke rechterlijke veroordeling, zoals in het eerste lid onder d en e bedoeld, wordt gelijk gesteld het vervallen van het recht tot strafvordering volgens artikel 76 eerste lid van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

III. Het kiezersregister

Artikel 5

In ieder eilandgebied wordt door de zorg van het bestuurscollege een kiezersregister bijgehouden, vermeldende de in ieder bevolkingsregister opgenomen kiesgerechtigde personen.

Artikel 6

Het bestuurscollege maakt voor het kiezersregister gebruik van een langs elektronische weg toegankelijk bestand. In het bestand worden de gegevens van elke kiezer vermeld.

Artikel 7
  • 1. Van elke kiezer worden in het kiezersregister vermeld de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte, de persoonsnummer alsmede het adres. Gehuwde vrouwen en weduwen worden in het kiezersregister vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot, onder toevoeging van haar eigen naam voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dit woord.

  • 2. Is het eilandgebied in stemdistricten verdeeld, dan wordt tevens het nummer van het stemdistrict, waartoe de kiezer behoort, vermeld.

    De kiezer, wiens adres niet bekend is, behoort tot een door het hoofd van het bevolkingsregister bepaald stemdistrict, dat aan de hand van omstandigheden als het meest doelmatige kan worden beschouwd.

Artikel 8
  • 1. De Minister van Justitie draagt zorg dat van elke uitsluiting van de uitoefening van het kiesrecht als bedoeld in artikel 4, onder a, b, c, d en e aan de bestuurscolleges zo spoedig mogelijk mededeling wordt gedaan, met vermelding van naam, voornamen, adres, datum en plaats van geboorte, zomede van de duur der uitsluiting.

    Overeenkomstige mededeling vindt plaats van herstel in de uitoefening van het kiesrecht, en van elke verlening van het Nederlanderschap.

    Door de zorg van het bestuurscollege wordt evenbedoelde mededelingen in het kiezersregister vermeld.

  • 2. De gezaghebber stelt na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde mededeling betrokkene bij aangetekende brief in kennis van zijn uitsluiting en duur daarvan.

Artikel 9
  • 1. Het bestuurscollege is verplicht desverlangd aan een ieder kosteloos de inlichtingen uit het kiezersregister te verstrekken, waaruit deze kan opmaken, of hij zelf of een ander daarin al dan niet of niet behoorlijk is opgenomen.

  • 2. Het kiezersregister is te allen tijde tegen betaling der kosten geheel of gedeeltelijk in afschrift verkrijgbaar.

  • 3. Aan degene, die ingevolge het bepaalde in artikel 15 een kandidatenlijst heeft ingeleverd, worden de in het vorige lid bedoelde kosten voor ten hoogste twee afschriften van het gehele kiezersregister gerestitueerd nadat deze kandidatenlijst is geldig verklaard.

Artikel 10
  • 1. Een ieder is te allen tijde bevoegd bij de rechter in eerste aanleg aanvulling of verbetering van het kiezersregister te verzoeken op grond dat hij of een ander in strijd met de bepalingen van deze landsverordening daarin al dan niet of niet behoorlijk is opgenomen. Voor het verzoek wordt gebruik gemaakt van een formulier, dat ten burele van het bevolkingsregister kosteloos verkrijgbaar is.

  • 2. Ongeacht de bevoegdheid in het vorige lid vermeld, vindt in een jaar waarin een verkiezing wordt gehouden, het bepaalde in de tweede volzin van artikel 32, lid 2 toepassing ten aanzien van elk verzoek, ingediend uiterlijk op de vijfde dag na de in de eerste volzin van genoemd artikellid bedoelde datum.

Artikel 11
  • 1. Indien het verzoek om verbetering van het kiezersregister een ander dan de verzoeker betreft, doet de griffier van het gerecht in eerste aanleg aan die ander daarvan uiterlijk daags na ontvangst van het verzoekschrift bij aangetekende brief mededeling.

  • 2. Het verzoek om verbetering van het kiezersregister wordt onverwijld ter griffie van het gerecht in eerste aanleg neergelegd en ligt aldaar gedurende drie dagen voor een ieder ter inzage.

  • 3. Een ieder is tot uiterlijk drie dagen na afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn tot tegenspraak van het verzoek bevoegd. De tegenspraak wordt schriftelijk bij de rechter ingediend.

  • 4. De rechter kan nader bewijs of verhoor van partijen bevelen.

  • 5. Uiterlijk achttien dagen na de indiening van het verzoekschrift doet de rechter uitspraak en beveelt, indien de uitspraak daartoe leidt, aanvulling of verbetering van het kiezersregister.

  • 6. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden vastgesteld de vorm en de inrichting van het verzoekschrift tot aanvulling of verbetering van het kiezersregister bedoeld in artikel 10.

Artikel 12
  • 1. Van de rechterlijke uitspraken als in het vijfde lid van artikel 11 bedoeld, geeft de griffier binnen driemaal vierentwintig uur kennis aan het bestuurscollege.

  • 2. Door de zorg van het bestuurscollege wordt het kiezersregister onverwijld overeenkomstig deze uitspraken gewijzigd.

IV. Hoofdstembureau

Artikel 13
  • 1. In elk eilandgebied wordt voor de verkiezing van de Staten een hoofdstembureau ingesteld.

  • 2. Het hoofdstembureau is samengesteld uit vijf leden van wie één voorzitter en één plaatsvervangend voorzitter is.

  • 3. Voorzitter is de gezaghebber van het eilandgebied.

    De plaatsvervangende voorzitter, de drie andere leden alsmede drie plaatsvervangende leden van het hoofdstembureau worden benoemd en ontslagen door de Minister van Algemene Zaken.

  • 4. De benoemingen bedoeld in het vorige lid geschieden telkens tenminste dertig dagen voor de voor elke kandidaatstelling bepaalde dag. Op het tijdstip, waarop de nieuwe leden en plaatsvervangende leden worden benoemd, treden de zitting hebbende leden en plaatsvervangende leden af. Hij, die ter vervulling ener opengevallen plaats is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

  • 5. Voor het houden van de zittingen van het hoofdstembureau wijst het bestuurscollege een lokaal aan.

V. Kandidaatstelling

Artikel 14
  • 1. De dag der kandidaatstelling voor de periodieke verkiezing van de leden van de Staten wordt bij landsbesluit bepaald.

  • 2. In geval van ontbinding van de Staten geschiedt de kandidaatstelling op een door de Gouverneur te bepalen dag.

Artikel 15
  • 1. Op de dag der kandidaatstelling kunnen bij de voorzitter van het hoofdstembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau, ter plaatse waar dat bureau is gevestigd, van des voormiddags negen uur tot des namiddag vier uur lijsten van kandidaten worden ingeleverd. Voor deze lijsten wordt gebruik gemaakt van formulieren die ten burele van het bevolkingsregister kosteloos verkrijgbaar zijn.

  • 2. De inlevering der lijst geschiedt persoonlijk door een der personen, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing in het eilandgebied alwaar de lijst wordt ingeleverd. De kandidaten kunnen daarbij tegenwoordig zijn.

  • 3. De voorzitter van het hoofdstembureau of het ingevolge het eerste lid aangewezen lid van dit bureau stelt een bewijs van ontvangst ter hand aan degene, die de lijst inlevert.

  • 4. Drie weken voor de dag der kandidaatsstelling geschiedt van het bij het eerste lid bepaalde door of namens de voorzitter van het hoofdstembureau openbare kennisgeving.

  • 5. De vorm en de inrichting van de lijst van kandidaten worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 16
  • 1. Elke kandidatenlijst dient te worden ondersteund door tenminste vijfentwintig kiezers.

  • 2. De ondersteuning, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door het plaatsen van handtekeningen op een ondersteuningslijst door de kiezers, bedoeld in artikel 3 ter ondersteuning van één van de politieke groeperingen van hun keuze ten burele van het hoofdstembureau gedurende de dag volgende op die van de indiening van de lijsten van negen uur des voormiddags tot half negen des namiddags. Deze bepaling is niet van toepassing op de lijst van een politieke groepering, waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Staten of van de leden van de eilandsraad één of meer zetels werden toegekend, noch op de gemeenschappelijke lijst van twee of meer politieke groeperingen, indien bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van de Staten of van de leden van de eilandsraad aan de lijst van tenminste één daarvan één of meer zetels werden toegekend.

  • 3. Tot de ondersteuning, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts toegelaten hij die bevoegd is hieraan deel te nemen als kiezer voor zover hij zich kan legitimeren door middel van:

    • a.

      een geldige identiteitskaart als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 17);

    • b.

      een geldig paspoort;

    • c.

      een geldig rijbewijs;

    • d.

      een identiteitspas uitgegeven door de Sociale Verzekeringsbank ten behoeve van degenen die ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) en de Landsverordening Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (P.B. 1965, no. 194) gerechtigd zijn ouderdomspensioen respectievelijk weduwenpensioen en meer respectievelijk wezenpensioen te genieten; of

    • e.

      enig ander bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen geldig identiteitsbewijs.

  • 4. Een kiezer kan slechts in het eilandgebied, in welks kiezersregister hij is opgenomen, aan de ondersteuning deelnemen.

  • 5. Eenzelfde kiezer mag niet meer dan één lijst of één afschrift daarvan ondertekenen.

  • 6. De vorm en de inrichting van de ondersteuningslijst worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 17
  • 1. De kandidaten worden met vermelding van hun naam, voorletter, datum van geboorte, alsmede woonplaats en adres op lijsten geplaatst in de volgorde waarin door de personen, namens wie de lijst wordt ingeleverd, aan hen de voorkeur wordt gegeven. De voorletters mogen geheel of ten dele door de voornamen worden vervangen. Achter de voorletters of de voornamen kan tussen haakjes de roepnaam van de kandidaat worden vermeld mits deze naar het oordeel van het hoofdstembureau niet aanstootgevend is.

    Indien de kandidaat is een gehuwde vrouw of weduwe, wordt zij op de lijst vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot onder toevoeging van haar eigen naam voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dit woord.

  • 2. Op een kandidatenlijst mogen ten hoogste acht kandidaten meer worden geplaatst dan het aantal te verkiezen leden.

  • 3. De naam van éénzelfde kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één van de lijsten, welke bij éénzelfde hoofdstembureau zijn ingeleverd.

Artikel 18
  • 1.

    • A.

      de schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende kandidaat, dat hij bewilligt in zijn kandidaatstelling op deze lijst.

      Voor deze verklaring wordt gebruik gemaakt van een formulier dat ten burele van het bevolkingsregister kosteloos verkrijgbaar is.

      De vorm en de inrichting van deze verklaring worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

      Indien de kandidaat zich buiten het eilandgebied bevindt, alwaar de lijst wordt ingeleverd, is de verklaring niet aan enig formulier gebonden en kan zij ook telegrafisch geschieden;

    • B.

      een verklaring van of namens de voorzitter van het hoofdstembureau, dat de kandidaat kiesgerechtigde is ingevolge artikel 32, tweede lid.

      Overlegging als hier bedoeld wordt niet vereist ten aanzien van de kandidaat, die van de uitoefening van het kiesrecht is uitgesloten op grond van het bepaalde in artikel 4 onder c;

    • C.

      de schriftelijke verklaring bedoeld bij artikel 19, tweede lid;

    • D.

      een zwart-wit foto van vier bij zes cm., gevende een duidelijk en goedgelijkend beeld van de hoogst geplaatste kandidaat;

    • E.

      een schriftelijke opgave van de nadere aanduiding van de naam der politieke groepering. Als nadere aanduiding kan slechts dienen een afkorting van de naam der politieke groepering.

      Indien een opgave is gedaan door hetzij een rechtspersoonlijkheid bezittende politieke groepering, wier statuten geen bepalingen inhouden omtrent de afkorting van haar naam, hetzij een niet rechtspersoonlijkheid bezittende politieke groepering kan de opgegeven afkorting als nadere aanduiding dienen tenzij:

      • a.

        de aanduiding naar het oordeel van het hoofdstembureau in strijd is met de openbare orde of goede zeden;

      • b.

        de aanduiding geheel of in hoofdzaak overeenstemt met de aanduiding van een andere politieke groepering en daardoor naar het oordeel van het hoofdstembureau verwarring te duchten is. Indien in twee of meer opgaven eenzelfde aanduiding is opgegeven, beslist het lot.

  • 2. Een overeenkomstig het eerste lid onder A overgelegde verklaring van bewilliging kan niet worden ingetrokken.

Artikel 19
  • 1. Op naam van één van de personen, voorkomende in het kiezersregister van het eilandgebied waar de lijst wordt ingeleverd, moet voor elke in te leveren lijst een bedrag van NAF. 2000,-- ten kantore van de Landsontvanger worden gestort. Artikel 16, tweede lid, tweede volzin, is van toepassing.

  • 2. Ten kantore als in het vorige lid bedoeld wordt van de storting van het daar genoemd bedrag een schriftelijke verklaring afgegeven. Deze verklaring moet bij de indiening van de lijst worden ingeleverd.

  • 3. Na de vaststelling van de uitslag der verkiezing wordt het in het eerste lid bedoeld bedrag aan hem, te wiens name het is gestort, teruggegeven, tenzij:

    • a.

      de lijst waarvoor het bedrag is gestort ongeldig is verklaard;

    • b.

      het stemcijfer van de lijst, waarvoor het bedrag is gestort, lager is dan de kiesdeler bedoeld in artikel 90.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid onder b, wordt in de eilandgebieden Bonaire, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten het in het eerste lid bedoeld bedrag aan hem, te wiens name het is gestort, teruggegeven, tenzij het stemcijfer van de lijst waarvoor het bedrag is gestort, lager is dan dertig procent van de som der stemcijfers van alle lijsten.

  • 5. In het geval, dat het gestorte bedrag niet teruggegeven wordt aan hem, te wiens name het is gestort, vervalt het aan de Landskas.

  • 6. De vorm en de inrichting van de in het tweede lid bedoelde verklaring worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 20
  • 1. Binnen acht dagen na de openbaarmaking van de uitslag der verkiezing overeenkomstig artikel 102 zendt de voorzitter van het hoofdstembureau aan de Landsontvanger in het betrokken eilandgebied een opgave betreffende de bedragen, welke moeten worden teruggegeven alsmede betreffende de bedragen, welke ingevolge artikel 19, vijfde lid aan de Landskas vervallen.

  • 2. Teruggave door de ontvanger zoals in het vorige lid bedoeld geschiedt binnen acht dagen na ontvangst van het daartoe strekkende verzoek van de belanghebbende.

Artikel 21
  • 1. De dag volgende op de dag van de ondersteuning, bedoeld in artikel 16, tweede lid, houdt het hoofdstembureau een zitting tot onderzoek van de lijsten.

  • 2. Indien bij het onderzoek blijkt van een der navolgende verzuimen, geeft het hoofdstembureau uiterlijk op de daarop volgende dag tegen gedagtekend ontvangstbewijs kennis aan hem, die de lijst heeft ingeleverd:

    • a.

      dat de lijst niet is ondersteund door het vereiste aantal bevoegde kiezers.

      Bij de beoordeling of een lijst voldoet aan deze eis, blijven buiten aanmerking de ondertekenaars, die meer dan één lijst of afschrift van een lijst hebben ondertekend;

    • b.

      dat een kandidaat niet is vermeld met zijn naam, voornamen of voorletters, datum van geboorte, woonplaats en adres;

    • c.

      dat op de lijst een gehuwde vrouw of weduwe niet is vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot onder toevoeging van haar eigen naam voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dit woord;

    • d.

      dat ten aanzien van een kandidaat ontbreekt de verklaring dat hij bewilligt in zijn kandidaatstelling op de lijst;

    • e.

      dat de verklaring bedoeld bij artikel 18, eerste lid onder B., ontbreekt;

    • f.

      dat de overgelegde foto, naar het oordeel van het hoofdstembureau, niet voldoet aan de in artikel 18 onder D gestelde eisen. Degene, die de foto heeft overhandigd, wordt, met inachtneming van het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel, door het hoofdstembureau in de gelegenheid gesteld een nieuwe foto bij de voorzitter van het hoofdstembureau in te dienen. Voldoet, naar het oordeel van het hoofdstembureau, ook deze nieuwe foto niet aan de gestelde eisen, dan beslist het hoofdstembureau in zijn in artikel 29, eerste lid bedoelde zitting, dat de betrokken lijst op het stembiljet bedoeld bij artikel 49 zonder foto wordt afgedrukt;

    • g.

      dat de verklaring, bij het eerste lid onder E. van artikel 18 voorgeschreven, ontbreekt.

  • 3. Binnen drie dagen na de dag waarop de kennisgeving is uitgereikt, kan hij, die de lijst heeft ingeleverd, het verzuim, in de kennisgeving aangeduid, herstellen ten burele van het hoofdstembureau.

  • 4. Bij verhindering of ontstentenis van hem, die de lijst heeft ingeleverd, treedt in diens plaats een der kandidaten op de lijst in de volgorde, waarin zij op de lijst voorkomen.

Artikel 22

Onmiddellijk nadat de lijsten door het hoofdstembureau zijn onderzocht, doet de voorzitter of het ingevolge het eerste lid van artikel 15 aangewezen lid van dat bureau deze ten burele van het bevolkingsregister van het eilandgebied alwaar de lijsten zijn ingeleverd, voor een ieder ter inzage nederleggen.

Artikel 23
  • 1. Uiterlijk op de dag na het verstrijken van de termijn bedoeld in het derde lid van artikel 21 beslist het hoofdstembureau in een voor kiezers toegankelijke zitting over de geldigheid der lijsten en over het handhaven van de daarop voorkomende kandidaten.

  • 2. Dag en uur van de zitting worden door of namens de voorzitter ter openbare kennis gebracht.

Artikel 24

Ongeldig is de lijst:

  • a.

    die op de dag der kandidaatstelling niet tussen des voormiddags negen uur en des namiddags vier uur bij de voorzitter van het hoofdstembureau of het ingevolge het eerste lid van artikel 15 aangewezen lid van dat bureau is ingeleverd;

  • b.

    die niet door het vereiste aantal bevoegde kiezers is ondersteund;

  • c.

    die niet voldoet aan de voorschriften betreffende de vorm en de inrichting, geregeld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen;

  • d.

    die niet persoonlijk is ingeleverd door één der personen bedoeld in artikel 15, tweede lid;

  • e.

    waarop, door toepassing van artikel 25, alle kandidaten zijn geschrapt;

  • f.

    waarbij niet gevoegd is de verklaring, bij het tweede lid van artikel 19 voorgeschreven.

Artikel 25
  • 1. Het hoofdstembureau schrapt van de lijst de naam van de kandidaat die niet voldoet aan de vereisten van verkiesbaarheid vermeld in artikel 47 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen ofwel ingevolge artikel 48, tweede lid van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen van verkiesbaarheid is uitgesloten.

  • 2. Het hoofdstembureau schrapt voorts in de volgorde in dit artikel aangewezen, van de lijst de naam van de kandidaat:

    • a.

      die niet is vermeld met zijn naam, voornamen of voorletters, datum van geboorte, woonplaats en adres;

    • b.

      die als gehuwde vrouw of weduwe niet is vermeld met de naam van haar echtgenoot of overleden echtgenoot onder toevoeging van haar eigen naam, voorafgegaan door het woord "geboren" of een afkorting van dit woord;

    • c.

      van wie niet is overgelegd de verklaring dat hij bewilligt in zijn kandidaatstelling op de lijst;

    • d.

      van wie niet is overgelegd een verklaring als bedoeld bij artikel 18, eerste lid, sub B., behoudens het aldaar in de tweede alinea bepaalde;

    • e.

      die voorkomt op meer dat één lijst ingeleverd bij éénzelfde hoofdstembureau;

    • f.

      van wie een uittreksel uit het register van overlijden dan wel een afschrift van de akte van overlijden is overgelegd;

    • g.

      die op de lijst voorkomt na het ten hoogste toegelaten aantal.

Artikel 26
  • 1. Binnen twee dagen na de dag, waarop door het hoofdstembureau over de geldigheid der lijsten en over de handhaving der daarop voorkomende kandidaten is beslist, kan iedere kiezer van die beslissing in beroep komen bij de rechter in eerste aanleg, binnen wiens ressort de kandidatenlijst is ingeleverd.

  • 2. Indien beroep is ingesteld tegen een beslissing, waarbij het hoofdstembureau een lijst ongeldig heeft verklaard of een kandidaat heeft geschrapt op grond van een der verzuimen vermeld in het tweede lid van artikel 21, zonder dat het hoofdstembureau tevoren overeenkomstig het in dat artikel bepaalde kennis heeft gegeven van het bestaan van het verzuim aan hem die de lijst heeft ingeleverd, kan deze het verzuim alsnog ter griffie van het gerecht in eerste aanleg herstellen.

Artikel 27
  • 1. De rechter behandelt het beroep in een openbare zitting, te houden binnen veertien dagen na de dag waarop het is ingekomen.

  • 2. Dag en uur der zitting worden onverwijld door de griffier medegedeeld aan hem die het beroep heeft ingesteld, aan hem die de lijst heeft ingeleverd en aan het hoofdstembureau.

    Bij de behandeling kan hij die het beroep heeft ingesteld dit beroep toelichten; de voorzitter of één der andere leden van het hoofdstembureau kan de beslissing van dit bureau toelichten.

Artikel 28
  • 1. De rechter beslist op het beroep uiterlijk op de derde dag na de in artikel 27 bedoelde zitting.

  • 2. De griffier deelt de beslissing onverwijld mede aan hem die het beroep heeft ingesteld, aan hem die de lijst heeft ingeleverd en aan het hoofdstembureau.

Artikel 29
  • 1. Tenzij één der gevallen bedoeld in artikel 88 zich voordoet, nummert het hoofdstembureau, zodra de termijn voor beroep als bedoeld in artikel 26 is verstreken, of in geval van beroep, zodra de beslissing van de rechter aan het hoofdstembureau is medegedeeld, in een voor de kiezers toegankelijke zitting de lijsten in de volgorde door het lot aangewezen. Het hoofdstembureau plaatst ook vóór de naam van de kandidaten op de lijst een nummer in de volgorde, waarin deze kandidaten op de lijst voorkomen.

  • 2. Bij deze zitting kan degene, die een lijst heeft ingeleverd of één van de kandidaten bedoeld in artikel 21, vierde lid voor de kleuropdruk zoals bedoeld bij artikel 49, tweede lid onder A. bij de voorzitter van het hoofdstembureau te diens burele schriftelijk opgave doen aan welke kleur hij voor die lijst de voorkeur geeft. Door of namens de voorzitter van het hoofdstembureau wordt een bewijs van ontvangst ter hand gesteld aan degene, die de opgave heeft ingediend.

    Als kleur kan slechts worden opgegeven een der bij beschikking van de Minister van Algemene Zaken voor elke verkiezing bepaalde kleuren.

    Van deze beschikking wordt door de voorzitter van het hoofdstembureau zo spoedig mogelijk een exemplaar gezonden aan hen, die de lijsten van kandidaten hebben ingeleverd.

    Aan de lijst(en), waarvoor een opgave van voorkeur voor een kleur werd ingediend, wordt deze kleur toegekend.

    Indien in twee of meer opgaven eenzelfde kleur wordt genoemd, wordt de kleur toegekend aan de lijst, aan welke bij de laatstgehouden verkiezing deze kleur was toegekend, of, zo dit niet het geval is geweest, beslist hierover het lot.

    Aan de andere betrokken lijst(en) alsmede aan de lijst(en) ten aanzien waarvan geen opgave van voorkeur voor een kleur is ingediend, wordt bij loting een kleur toegewezen.

    De vorenbedoelde lotingen geschieden in de zitting van het hoofdstembureau bedoeld in het eerste lid van dit artikel.

  • 3. Een en ander wordt vooraf ter openbare kennis gebracht.

Artikel 30
  • 1. Tenzij een der gevallen bedoeld in artikel 88 zich voordoet, maakt het hoofdstembureau de lijsten onverwijld openbaar.

  • 2. De openbaarmaking geschiedt door nederlegging der kandidatenlijsten ter inzage voor een ieder ten burele van het bevolkingsregister van het eilandgebied alwaar de lijsten zijn ingeleverd. Van de nederlegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving.

Artikel 31

Van de in de artikelen 21, 23 en 29 bedoelde zittingen wordt proces-verbaal opgemaakt.

VI. De stemming

Artikel 32
  • 1. Indien voor de verkiezing een stemming nodig is, geschiedt deze uitsluitend over de geldig verklaarde lijsten en de daarop voorkomende kandidaten.

  • 2. Aan de stemming wordt alleen deelgenomen door hen, die op de dertigste dag voor die der kandidaatstelling, bedoeld in artikel 14, in het kiezersregister voorkomen.

  • 3. De kiezer, die ingevolge het vorige lid bevoegd is aan de stemming deel te nemen, kan alleen zijn stem uitbrengen in het eilandgebied in welks kiezersregister hij is opgenomen.

  • 4. De kiezer stemt in het stemlokaal van het voor hem aangewezen stemdistrict.

Artikel 33
  • 1. De dag der stemming voor de verkiezing van de leden van de Staten wordt bij landsbesluit bepaald, zodanig dat tussen de dag der kandidaatsstelling en die der stemming tenminste achtenveertig dagen gelegen zijn.

  • 2. Ingeval van ontbinding van de Staten geschiedt de stemming op een door de Gouverneur te bepalen dag.

Artikel 34
  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de eilandgebieden zo nodig in stemdistricten verdeeld.

    Indien deze verdeling in enig eilandgebied niet plaatsvindt, vormt dit eilandgebied in zijn geheel één stemdistrict

  • 2. Een stemdistrict bevat in de regel niet meer dan tweeduizend kiezers.

Artikel 35
  • 1. Er is voor elk stemdistrict een stembureau.

  • 2. Een stembureau bestaat uit de volgende leden:

    a. één lid dat wordt benoemd als voorzitter;

    b. één lid dat wordt benoemd als tweede lid;

    c. één lid dat wordt benoemd als derde lid;

    d. één of meer leden voor de in artikel 59, zevende lid, bedoelde bediening van een of meer stemmachines.

  • 3. Het tweede lid, onderdeel c, is niet van toepassing, indien in een eilandgebied stemmachines worden gebezigd die geen stembevestigingsdocument afdrukken.

  • 4. Het maximaal aantal leden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, is gelijk aan het aantal stemmachines dat in het stemlokaal wordt opgesteld.

  • 5. In een stembureau worden tevens twee plaatsvervangende leden benoemd.

Artikel 36
  • 1. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden der stembureaus worden uit de kiesgerechtigde ingezetenen van het eilandgebied waarin het stembureau is gevestigd benoemd door de Minister van Algemene Zaken.

  • 2. De benoeming bedoeld in het vorige lid geschiedt tijdig vóór de voor elke stemming bepaalde dag. Op het tijdstip waarop de nieuwe voorzitter, leden en plaatsvervangende leden benoemd worden, treden de zitting hebbende voorzitter, leden en plaatsvervangende leden af.

Artikel 37
  • 1. Tenminste acht dagen voor de dag der stemming ontvangt elke kiezer, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen van de betrokken gezaghebber een kaart, bevattende een oproeping voor de stemming. Op deze kaart worden vermeld:

    • a.

      de omstandigheid dat de stemming voor de Staten plaatsvindt;

    • b.

      de naam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats, persoonsnummer alsmede het adres van de kiezer;

    • c.

      het nummer, waaronder de kiezer in het bij de stemming te bezigen afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister voorkomt;

    • d.

      het eilandgebied en het nummer van het stemdistrict waartoe de kiezer behoort;

    • e.

      het adres van het stemlokaal voor dat stemdistrict;

    • f.

      de dag en de uren waarop de stemming plaats vindt.

  • 2. De vorm en de inrichting alsmede de kleur van de oproepingskaart worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 3. De lijsten van kandidaten worden ter kennis van de kiezers gebracht door deze lijsten hetzij te vermelden op de oproepingskaart, hetzij al dan niet tegelijk met de oproepingskaart in afdruk tenminste acht dagen vóór de dag der stemming aan het adres der kiezers te bezorgen, hetzij op de dag der stemming in het stemlokaal, bij de ingang daarvan, duidelijk leesbaar in afdruk op te hangen.

    Op deze lijsten worden uitsluitend naam, voornamen of voorletters, de op de kandidatenlijst vermelde roepnaam, en woonplaats van de kandidaten vermeld, alsmede haar nummers. De lijsten worden gedrukt in de volgorde van de toegekende nummers.

  • 4. Aan de tot deelneming aan de stemming bevoegde kiezer, aan wie een oproepingskaart is toegezonden, doch wiens oproepingskaart in het ongerede is geraakt of niet werd ontvangen, wordt op zijn aanvraag door of namens de gezaghebber een nieuwe oproepingskaart uitgereikt, mits hij voldoende van zijn identiteit doet blijken. Tot zodanige uitreiking is ook bevoegd het stembureau van het stemdistrict, waartoe de betrokken kiezer behoort.

  • 5. Tenminste drie dagen voor de dag der stemming wordt door de Gezaghebber ter openbare kennis gebracht:

    • a.

      de dag en de uren, waarop de stemming plaats vindt;

    • b.

      de inhoud van artikel 134 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen.

Artikel 38

De stemming vangt aan des voormiddags acht uur en duurt tot des namiddags zeven uur.

Artikel 39
  • 1. Iedere werkgever is verplicht te zorgen dat zijn werknemer, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, op de dag der stemming gedurende de in het vorige artikel voor de stemming bepaalde tijd, tenminste vier achtereenvolgende werkuren vrijaf heeft, tenzij de werknemer gedurende de uren waarop de stemming kan worden verricht uit anderen hoofde vier achtereenvolgende uren vrij is.

  • 2. De werkgever is verplicht te zorgen, dat de tijd gedurende welke de werknemer de gelegenheid krijgt om aan de stemming deel te nemen, uiterlijk één week vóór de dag der stemming te zijner kennis wordt gebracht.

Artikel 40

Het Bestuur, alsmede degene die belast is met de feitelijke leiding van een inrichting voor geneeskundige behandeling, verpleging en/of verzorging stelt een in die inrichting opgenomen persoon, die bevoegd is aan de stemming deel te nemen, daartoe in de gelegenheid, voor zover op medische gronden geen bezwaar bestaat dat betrokkene in persoon aan de stemming deelneemt.

Artikel 41
  • 1. Bij de opening van de zitting van het stembureau fungerende voorzitter, leden of plaatsvervangende leden alsmede de alsdan aanwezige kiesgerechtigde personen, die het stembureau ten dienste staan, nemen bij dit stembureau aan de stemming deel.

  • 2. Indien zij volgens het kiezersregister tot een ander stemdistrict behoren, wordt van het uitbrengen van hun stem melding gemaakt in het proces-verbaal.

Artikel 42
  • 1. Gedurende de zitting zijn steeds de voorzitter en twee leden van het stembureau aanwezig.

  • 2. Bij ontstentenis van de voorzitter treden die leden, naar volgorde van benoeming, als zodanig op.

  • 3. Bij ontstentenis van een lid treedt een door de voorzitter aan te wijzen plaatsvervangend lid op.

  • 4. Zolang geen plaatsvervangend lid beschikbaar is, wordt door de voorzitter één der in het stemlokaal aanwezige kiezers als zodanig aangewezen.

  • 5. Van alle verwisselingen in de samenstelling van het stembureau wordt in het proces-verbaal aantekening gehouden met opgave van de reden daarvan en van de tijd der vervanging.

Artikel 43

Indien bij het nemen van een beslissing door het stembureau de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 44
  • 1. Het bestuurscollege wijst voor elk stemdistrict een geschikt lokaal aan.

  • 2. Het bestuurscollege wijst voor het stemdistrict waarin zich een Huis van Bewaring bevindt, dit tevens als geschikt lokaal aan.

  • 3. De gezaghebber zorgt voor de inrichting van het stemlokaal.

Artikel 45
  • 1.

    • a.

      een afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister, bevattende een genummerde opgave van de kiezers, die in het stemdistrict bevoegd zijn aan de stemming deel te nemen;

    • b.

      een exemplaar dezer landsverordening;

    • c.

      de landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, welke op de verkiezing betrekking hebben.

  • 2. De vorm en de inrichting van het afschrift en uittreksel, in het vorige lid onder a. bedoeld, worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 46

De tafel is zodanig geplaatst, dat de kiezers de verrichtingen van het stembureau kunnen gadeslaan.

Artikel 47
  • 1. Vóór of bij de tafel, binnen bereik van het derde lid van het stembureau, staan één of meer stembussen.

  • 2. Een stembus is vervaardigd van metaal of van karton. De vorm en inrichting van een stembus worden vastgesteld bij beschikking van de minister van Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen. In dat landsbesluit worden tevens voorschriften gegeven voor de wijze van sluiten en verzegelen van de stembus.

  • 3. De gezaghebber beslist over de stembussen die worden gebruikt.

Artikel 48
  • 1. Buiten de voor het publiek bestemde ruimte, zijn in het stemlokaal één of meer geheel van elkander afgescheiden stemhokjes dan wel één of meer stemmachines geplaatst, waarvan de toegang zichtbaar is voor het stembureau en voor het publiek, en waarin of waarmede de kiezers hun stem in het geheim kunnen uitbrengen. De plaatsing en de inrichting van de stemmachine worden geregeld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 2. In elk stemlokaal bevindt zich op elk aantal van ten volle 400 kiezers, dat het stemdistrict telt, ten minste één stemhokje.

  • 3. Het stemhokje bestaat uit twee zijwanden, elk van ten minste 1 meter breed en 2 meter hoog. Wordt het hokje met de achterzijde niet tegen een ondoorzichtig deel van een wand van het lokaal geplaatst, dan dient de achterwand te zijn afgedekt.

    Aan de bovenkant van de voorzijde worden gordijnen aangebracht van ondoorzichtige zwarte stof, waarvan de verzwaarde onderkant afhangt tot beneden de hoogte van de lessenaar, in het volgende lid genoemd.

  • 4. In elk stemhokje bevindt zich een lessenaar ter hoogte van ten minste 1.20 meter.

  • 5. Op elke lessenaar bevinden zich ten minste twee vastliggende rode potloden.

  • 6. Boven elke lessenaar hangt aan de wand een gedrukte staat van inlichtingen. Het model van deze staat wordt vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 49
  • 1. Op het bij de verkiezing te bezigen stembiljet, vervaardigd in rechthoekige vorm op wit papier, zijn gedrukt aan de ene zijde de lijsten van kandidaten over wie de stemming moet geschieden, met vermelding van het aan elke lijst toegekende nummer en gerangschikt in de volgorde der nummers; aan de andere zijde de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau.

  • 2. De op het stembiljet voorkomende lijst of lijsten van kandidaten kunnen worden voorzien van:

    • A.

      een kleuropdruk, zó dat elke lijst op duidelijke wijze wordt onderscheiden van de andere lijst(en), zonder dat nochtans afbreuk wordt gedaan aan de leesbaarheid van de nummers, bedoeld in artikel 29, eerste lid, tweede volzin, en van de namen van de kandidaten; de kleuropdruk wordt niet aangebracht in de stemvakken vóór de namen der kandidaten;

    • B.

      een zwart-wit foto, gevende een duidelijk en goedgelijkend beeld van de op ieder der lijsten hoogst geplaatste kandidaat. De grootte van de foto is drie bij vier cm.;

    • C.

      een nadere aanduiding van de naam der politieke groepering met inachtneming van het bepaalde in artikel 18, eerste lid, onder E.

  • 3. De vorm en de inrichting van het stembiljet worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 50
  • 1. De gezaghebber stelt het voor zijn eilandgebied nodige aantal stembiljetten vast, er daarbij rekening mede houdende, dat op elk stembureau aanwezig moeten zijn stembiljetten tot een met ten minste twee ten honderd van het getal der kiezers, die bevoegd zijn in het stemdistrict hun stem uit te brengen, vermeerderd aantal.

  • 2. De gezaghebber draagt zorg dat vóór de aanvang der stemming op elk stembureau de benodigde stembiljetten aanwezig zijn.

  • 3. De stembiljetten worden aan het stembureau toegezonden in een of meer verzegelde pakken, op elk waarvan het nummer van het stemdistrict en het aantal der zich daarin bevindende stembiljetten zijn vermeld.

Artikel 51
  • 1. In de daartoe bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aangewezen eilandgebieden, kunnen stemmachines worden gebezigd. Alsdan blijven buiten toepassing de artikelen 49, 59, vijfde en zesde lid, 60, 61, eerste lid, 63, 69, derde lid, onder b en d, en 75, tweede lid, onder a , b, c, e, en vierde lid.

  • 2. Indien de gebezigde stemmachines een stembevestigingsdocument afdrukken, gelden voor de toepassing van de artikelen 67, eerste lid, onder c, 69, derde lid, onder c en e, 70, tweede lid, onder b, 72, 73, 75, eerste lid en tweede lid, onder d, 76, 77 en 83, eerste lid, de stembevestigingsdocumenten als stembiljet en gelden voor de toepassing van de artikelen 50, 57, eerste lid, 67, eerste lid, onder b, 68, vierde lid, 69, derde lid, onder f, en 70, tweede lid, onder a, en 75, eerste lid, de printerrollen als stembiljet.

  • 3. De vorm en de inrichting van een stembevestigingsdocument worden vastgesteld bij beschikking van de minister van Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen. Daarbij kunnen ook voorwaarden worden gesteld ten aanzien van de vorm en inrichting van een printerrol.

  • 4. Indien stemmachines worden gebezigd die geen stembevestigingsdocument afdrukken, blijven naast de bepalingen, bedoeld in het eerste lid, tevens de in het tweede lid bedoelde bepalingen buiten toepassing en de bepalingen die betrekking hebben op het gebruik van stembussen.

Artikel 52
  • 1. Een stemmachine mag slechts worden gebezigd, indien zij zonder enige afwijking behoort tot een door de Minister van Algemene Zaken goedgekeurd merk en type. De goedgekeuring wordt slechts verleend, indien ten minste aan de navolgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      de machine moet zodanig zijn ingericht, dat het geheime karakter van de stemming is gewaarborgd;

    • b.

      de machine dient van degelijke makelij te zijn en moet door de kiezer op eenvoudige wijze en zonder gevaar voor storingen of onvolkomen werking kunnen worden bediend;

    • c.

      de lijsten van kandidaten, het aan elke lijst toegekende nummer en, in voorkomend geval de kleuropdruk, de naam of de aanduiding van de politieke groepering moeten op het bedieningspaneel der machine op duidelijke wijze kunnen worden vermeld;

    • d.

      de machine dient zodanig te zijn ingericht dat de kiezer zijn stem slechts éénmaal zal kunnen uitbrengen;

  • 2. Van de goedkeuring in het eerste lid bedoeld, wordt mededeling gedaan door opneming in het blad waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.

Artikel 53
  • 1. Op het bedieningspaneel van de bij de verkiezing te bezigen stemmachines zijn vermeld de lijsten van kandidaten, over wie de stemming moet geschieden, zoals deze ter kennis van de kiezers worden gebracht.

  • 2. De verdere inrichting van het bedieningspaneel wordt geregeld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 54
  • 1. De gezaghebber draagt zorg, dat de stemmachines tijdig voor de verkiezing worden ingericht en vóór de aanvang van de stemming worden opgesteld in de aangewezen stemlokalen.

  • 2. In het stemlokaal dient een apparaat aanwezig te zijn, waarmede de kiezer kan worden geïnstrueerd in het gebruik van de stemmachine.

Artikel 55

Voor de aanvang van de stemming gaat het stembureau na, of de stemmachine voor het gebruik gereed is. Het stelt zo nodig de telwerken in de nulstand.

De voorzitter draagt zorg voor afsluiting van de ruimte, waarin de telwerken zich bevinden. Hij draagt tevens zorg, dat bij het begin der stemming de knop of hefboom, door middel waarvan de machine voor het gebruik door de kiezer in gereedheid wordt gebracht, is ontsloten of ontgrendeld.

Artikel 56

Al hetgeen overigens het gebruik van stemmachines betreft, wordt geregeld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen. Ten aanzien van stembureaus, waar meer dan één stemmachine wordt gebezigd, kan daarbij worden afgeweken van de bepalingen dezer landsverordening betreffende het aantal en de taak der leden van het stembureau.

Artikel 57
  • 1. Vóór acht uur des morgens, alvorens iemand tot deelneming aan de stemming wordt toegelaten, opent het stembureau tijdig de pakken met stembiljetten en stelt het aantal biljetten vast.

  • 2. Vóór de aanvang der stemming sluit het stembureau de stembus, na zich overtuigd te hebben dat zij ledig is. Tijdens de stemming berust één der sleutels bij de voorzitter en de andere bij het oudste lid in jaren.

Artikel 58

Tot de stemming wordt slechts toegelaten hij die bevoegd is hieraan deel te nemen als kiezer voor zover hij in het bezit is van de voorgeschreven oproepingskaart als bedoeld in artikel 37 en zich kan legitimeren door middel van:

  • a.

    een geldige identiteitskaart als bedoeld in artikel 1 van de Landsverordening Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 17);

  • b.

    een geldig paspoort;

  • c.

    een geldig rijbewijs;

  • d.

    een identiteitspas uitgegeven door de Sociale Verzekeringsbank ten behoeve van degenen die ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) en de Landsverordening Algemene Weduwen- en Wezenverzekering (P.B. 1965, no. 194) gerechtigd zijn ouderdomspensioen respectievelijk weduwenpensioen en meer respectievelijk wezenpensioen te genieten; of

  • e.

    enig ander bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen geldig identiteitsbewijs.

Artikel 59
  • 1. De kiezer overhandigt aan de voorzitter van het stembureau de oproepingskaart.

  • 2. De voorzitter noemt duidelijk verstaanbaar het nummer waaronder de kiezer volgens de oproepingskaart in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister voorkomt.

  • 3. Het tweede lid van het stembureau noemt de naam, die in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister bij het door de voorzitter genoemde nummer is vermeld. De voorzitter controleert de naam aan de hand van de oproepingskaart.

  • 4. Het tweede lid van het stembureau houdt, door in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister naast de naam van de kiezer zijn paraaf te stellen, aantekening dat deze zich heeft aangemeld.

  • 5. Vervolgens overhandigt de voorzitter aan de kiezer een stembiljet dat zodanig is dichtgevouwen, dat de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau zichtbaar is.

  • 6. De voorzitter houdt aantekening van het aantal uitgereikte stembiljetten, alsmede van het aantal kiezers, dat weigert een stembiljet in ontvangst te nemen.

  • 7. Indien een stemmachine wordt gebezigd, wordt de kiezer door de voorzitter toegelaten tot het gebruik van de machine voor het uitbrengen van zijn stem. De machine wordt daartoe door het lid van het stembureau dat die machine bedient op aanwijzing van de voorzitter door middel van een knop of hefboom in gereedheid gebracht.

  • 8. De voorzitter houdt aantekening van het aantal kiezers dat weigert de stemmachine te gebruiken.

Artikel 60
  • 1. De kiezer begeeft zich na ontvangst van het stembiljet onverwijld naar een niet in gebruik zijnd stemhokje en stemt door met potlood rood te maken één wit stipje, gesteld in het stemvak vóór de naam van de kandidaat zijner keuze.

  • 2. Daarna vouwt hij het stembiljet dicht op zodanige wijze dat de namen der kandidaten niet zichtbaar zijn en begeeft zich daarmede onmiddellijk naar de stembus.

  • 3. Het derde lid van het stembureau overtuigt zich, zonder het stembiljet in handen te nemen, dat dit de handtekening van de voorzitter van het hoofdstembureau draagt en doet de kiezer het stembiljet in de stembus steken. Hij houdt aantekening van het aantal in de stembus gestoken stembiljetten.

Artikel 60a
  • 1. De kiezer neemt, na het bezigen van een stemmachine die een stembevestigingsdocument afdrukt, dat stembevestigingsdocument en vouwt het dicht op zodanige wijze dat de naam van de kandidaat niet zichtbaar is en begeeft zich daarmee onmiddellijk naar de stembus.

  • 2. Het derde lid van het stembureau overtuigt zich, zonder het stembevestigingsdocument in handen te nemen, dat het stembevestigingsdocument het wapen van de Nederlandse Antillen draagt en ziet erop toe dat de kiezer het stembevestigingsdocument in de stembus steekt. Hij houdt aantekening van het aantal in de stembus gestoken stembevestigingsdocumenten.

Artikel 61
  • 1. Indien de kiezer zich bij de invulling van zijn stembiljet vergist, geeft hij dit aan de voorzitter terug. Deze verstrekt hem op zijn verzoek éénmaal een nieuw biljet.

  • 2. De teruggegeven stembiljetten worden door de voorzitter onmiddellijk onbruikbaar gemaakt door het stempelen van het woord "onbruikbaar" op de beide zijden van het stembiljet.

Artikel 61a
  • 1. Indien een stemmachine wordt gebezigd die een stembevestigingsdocument afdrukt en het stembevestigingsdocument is niet overeenkomstig de keuze van de kiezer, geeft hij dit terstond te kennen aan de voorzitter en overhandigt hem het stembevestigingsdocument. De voorzitter geeft de kiezer op zijn verzoek éénmaal een nieuwe stemmogelijkheid.

  • 2. Artikel 61, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 62

Wanneer aan het stembureau blijkt dat een kiezer uit hoofde van zijn lichamelijke gesteldheid hulp behoeft, kan deze zich doen bijstaan.

Artikel 63
  • 1. De kiezer die na waarschuwing de wettelijke voorschriften omtrent de stemming niet opvolgt, wordt niet tot de stembus toegelaten en is verplicht het stembiljet, zo hem dit reeds overhandigd is, terug te geven.

  • 2. De tot de stembus toegelaten kiezer, die weigert het stembiljet in de bus te steken, is verplicht dit terug te geven.

  • 3. Het tweede lid van artikel 61 is van toepassing.

  • 4. Weigert een kiezer het stembiljet terug te geven, dan houdt de voorzitter daarvan aantekening met vermelding van de naam en het nummer, zoals deze op de oproepingskaart voorkomen.

Artikel 63a
  • 1. Indien een stemmachine wordt gebezigd, wordt de kiezer die na waarschuwing de wettelijke voorschriften niet opvolgt, van het gebruik dan wel van het verdere gebruik van de stemmachine uitgesloten.

  • 2. Indien de kiezer de stemmachine instelt op de kandidaat van zijn keuze, doch zich verwijdert zonder zijn stem te hebben vastgelegd, wordt de machine door het lid van het stembureau dat die machine bedient, in de beginstand teruggebracht zonder dat hij daarbij de handelingen verricht welke voor het vastleggen van een stem vereist zijn.

  • 3. De kiezer die nadat hij zijn stem heeft uitgebracht op een stemmachine die een stembevestigingsdocument afdrukt, na waarschuwing de wettelijke voorschriften niet opvolgt, wordt niet tot de stembus toegelaten en is verplicht het stembevestigingsdocument terug te geven

  • 4. De tot een stemmachine die een stembevestigingsdocument afdrukt, toegelaten kiezer die zijn stem heeft uitgebracht en weigert het stembevestigingsdocument in de stembus te steken, is verplicht dat document terug te geven.

  • 5. In de gevallen, bedoeld in het derde en vierde lid, is artikel 61, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Weigert een kiezer het stembevestigingsdocument terug te geven, dan houdt de voorzitter daarvan aantekening met vermelding van de naam en het nummer, zoals deze op de oproepingskaart voorkomen.

Artikel 64
  • 1. Gedurende de tijd, dat het stembureau zitting houdt, zijn de kiezers bevoegd in de voor het publiek bestemde ruimte van het stemlokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt belemmerd.

  • 2. De kiezers verschijnen daar ongewapend, tenzij zij behoren tot de gewapende macht of een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hun ambtskleding of bij de kleding, door hen met vergunning van het boven hen gesteld openbaar gezag gedragen.

  • 3. De in het stemlokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren inbrengen, zo de stemming niet overeenkomstig de wettelijke voorschriften geschiedt.

  • 4. De bezwaren worden in het proces-verbaal van de zitting van het stembureau vermeld.

Artikel 65
  • 1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in het stemlokaal.

  • 2. Niet dan op zijn op de dag der stemming gedane vordering en alleen tot bedwang van wanorde, mag enige gewapende macht in het stemlokaal of zijn toegangen worden geplaatst. De burgerlijke en militaire autoriteiten zijn gehouden aan de daartoe door de voorzitter van het stembureau gedane vordering te voldoen.

Artikel 66
  • 1. Bevindt het stembureau, dat wanorde in het stemlokaal of zijn toegangen de behoorlijke voortgang der stemming onmogelijk maakt, dan wordt dit door de voorzitter verklaard.

  • 2. De sleuf van de stembus wordt onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers gesloten, waarna de stembus wordt verzegeld.

  • 3. Indien een stemmachine wordt gebezigd, wordt het bedieningspaneel, alsmede de knop of hefboom, door middel waarvan de machine voor het gebruik door de kiezer in gereedheid wordt gebracht, afgesloten of vergrendeld.

  • 4. Aan de deur van het stemlokaal wordt een kennisgeving bevestigd dat de stemming is geschorst tot de volgende dag des voormiddags acht uur.

Artikel 67
  • 1. Vervolgens worden in afzonderlijke, te verzegelen pakken gesloten:

    • a.

      de sleutels waarmede de stembus of stemmachine is afgesloten;

    • b.

      de niet gebruikte stembiljetten;

    • c.

      de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • d.

      de ingeleverde oproepingskaarten;

    • e.

      het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister;

  • 2. Van de geschorste zitting wordt proces-verbaal opgemaakt, waarin van de in het eerste lid bedoelde verrichtingen tevens melding wordt gemaakt.

  • 3. De vorm en de inrichting van dit proces-verbaal wordt geregeld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 68
  • 1. De voorzitter zendt ten spoedigste bericht van de schorsing der stemming aan de gezaghebber.

  • 2. Onmiddellijk na ondertekening van het proces-verbaal wordt dit met de stembus en de verzegelde pakken door de voorzitter aan de gezaghebber ter bewaring overgegeven. Indien een stemmachine wordt gebezigd die een stembevestigingsdocument afdrukt, wordt tevens die stemmachine ter bewaring overgegeven. In de gevallen dat een stemmachine wordt gebezigd die geen stembevestigingsdocument afdrukt, worden alleen de stemmachine en de verzegelde pakken ter bewaring overgegeven.

  • 3. Op de dag waarop de stemming wordt hervat, stelt de gezaghebber tijdig vóór de aanvang der stemming de stembussen, stemmachines en pakken, voor zover die ingevolge het tweede lid aan hem ter bewaring zijn overgegeven, ter beschikking van het stembureau.

  • 4. Tijdig vóór de aanvang van de hervatte stemming opent het stembureau de pakken en stelt het aantal biljetten opnieuw vast.

  • 5. Voor deze stemming worden andere stembussen gebezigd.

  • 6. Indien een stemmachine is gebruikt, wordt dezelfde machine voor de hervatte stemming gebezigd.

  • 7. De stemming wordt hervat des voormiddags acht uur en duurt tot des namiddags zeven uur.

Artikel 68a
  • 1. Indien een stemmachine onbruikbaar blijkt te zijn of gedurende de stemming onbruikbaar wordt, dan wordt dit door de voorzitter verklaard. Indien slechts één stemmachine in het stemlokaal staat opgesteld, wordt met de stemming gewacht onderscheidenlijk wordt de stemming aangehouden. Van dit alles wordt melding gemaakt in het proces-verbaal van de zitting.

  • 2. Ten aanzien van de onbruikbaar verklaarde stemmachine is artikel 66, derde lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Voor de onbruikbaar verklaarde stemmachine wordt zonder uitstel een vervangende machine geplaatst. Artikel 55 is van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De reeds uitgebrachte stemmen van een onbruikbaar verklaarde stemmachine, worden samen geteld met de uitgebrachte stemmen van de vervangende machine.

Artikel 69
  • 1. Zodra de voor de stemming bepaalde tijd verstreken is, wordt dit door de voorzitter aangekondigd en worden alleen de op het ogenblik dezer aankondiging in of aan de deur van het stemlokaal aanwezige kiezers nog tot de stemming toegelaten. Nadat de laatste dezer kiezers heeft gestemd, wordt de sleuf van de stembus gesloten.

  • 2. Indien een stemmachine wordt gebezigd, wordt alsdan door de voorzitter de knop of hefboom, door middel waarvan de machine voor het gebruik door de kiezer in gereedheid wordt gebracht, afgesloten of vergrendeld.

  • 3. Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, stelt het stembureau vast:

    • a.

      het aantal kiezers, dat zich heeft aangemeld;

    • b.

      het aantal uitgereikte stembiljetten;

    • c.

      het aantal in de stembus gestoken stembiljetten;

    • d.

      het aantal kiezers, dat geweigerd heeft een stembiljet in ontvangst te nemen;

    • e.

      het aantal teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • f.

      het aantal niet gebruikte stembiljetten.

  • 4. Indien een stemmachine wordt gebezigd die een stembevestigingsdocument afdrukt, stelt het stembureau tevens onverwijld vast het aantal kiezers dat het gebruik van de stemmachine heeft geweigerd.

  • 5. Indien een stemmachine wordt gebezigd die geen stembevestigingsdocument afdrukt, stelt het stembureau onverwijld vast:

    • a.

      het aantal kiezers, dat zich heeft aangemeld;

    • b.

      het aantal kiezers, dat gebruik heeft gemaakt van de stemmachine;

    • c.

      het aantal kiezers, dat het gebruik van de stemmachine heeft geweigerd;

  • 6. De aantallen, bedoeld in het derde dan wel in het vierde lid, worden door de voorzitter aan de aanwezige kiezers bekendgemaakt.

Artikel 70
  • 1. Door het stembureau wordt vervolgens op het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister het aantal daarop gestelde parafen vermeld en gewaarmerkt. Dit afschrift of uittreksel wordt in een afzonderlijk te verzegelen pak gesloten.

  • 2. Tenslotte worden op overeenkomstige wijze ingepakt:

    • a.

      de niet gebruikte stembiljetten;

    • b.

      de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

    • c.

      de ingeleverde oproepingskaarten.

Artikel 71
  • 1. Onmiddellijk na de in het vorige artikel voorgeschreven verzegeling wordt de stembus geopend.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan het stembureau tussen de verzegeling en de opening der stembus een tijdruimte laten van ten hoogste een uur, mits het stem-lokaal niet verlatende en de stembus onder zijn toezicht houdende.

  • 3. Indien van deze bevoegdheid gebruik is gemaakt, wordt hiervan en van het voldoen aan de daarvoor gestelde voorwaarde aantekening gehouden in het proces-verbaal der stemming.

Artikel 72
  • 1. De stembiljetten worden dooreengemengd, geteld en hun aantal wordt vergeleken met het getal der kiezers, die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 2. Van het aantal getelde stembiljetten wordt aantekening gemaakt in het proces-verbaal.

Artikel 73
  • 1. De leden van het stembureau openen de stembiljetten en voegen deze lijstgewijze bijeen. Zij kunnen zich bij deze werkzaamheden doen bijstaan door de plaatsvervangende leden.

  • 2. Vervolgens doet de voorzitter lijstgewijze ten aanzien van elk stembiljet mededeling van de naam van de kandidaat op wie een stem is uitgebracht.

  • 3. De beide andere leden houden aantekening van iedere uitgebrachte stem, nadat de oudste van hen het stembiljet heeft nagezien.

Artikel 74

Het stembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast:

  • a.

    het aantal der op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

  • b.

    de som van de aantallen stemmen bedoeld onder a.

Artikel 75
  • 1. Van onwaarde zijn andere stembiljetten dan die, welke volgens deze landsverordening en de tot haar uitvoering gegeven voorschriften mogen worden gebruikt.

  • 2. Voorts zijn van onwaarde de stembiljetten:

    • a.

      waarop in geen stemvak het witte stipje rood is gemaakt;

    • b.

      waarop in meer dan één stemvak het witte stipje rood is gemaakt;

    • c.

      waarop de kiezer zijn stem heeft uitgebracht anders dan met rood potlood;

    • d.

      waarop bijvoegingen zijn geplaatst of die een aanduiding van de kiezer bevatten;

    • e.

      welke niet zijn voorzien van de voorgeschreven handtekening.

  • 3. Onder bijvoegingen worden niet begrepen punten, strepen, vlakken, nagel-indrukken, vouwen scheuren, gaten en vlekken.

  • 4. Het ten dele rood maken van het witte stipje in het stemvak vóór de naam van een kandidaat wordt met het rood maken ervan gelijkgesteld, indien dit kennelijk met de bedoeling van de kiezer overeenstemt; het wordt geacht niet te zijn geschied, indien zulks kennelijk niet het geval is.

Artikel 76
  • 1. Het stembureau beslist met inachtneming van het vorige artikel, over de waarde van het stembiljet terstond nadat de voorzitter daarvan inzage heeft genomen.

  • 2. De voorzitter maakt de reden van ongeldigverklaring en van twijfel over de geldigheid alsmede de beslissing daaromtrent onmiddellijk bekend.

  • 3. De beide andere leden houden aantekening van elk geldig verklaard stembiljet.

  • 4. Indien één der in het lokaal aanwezige kiezers dit verlangt, moet het biljet worden vertoond.

    De kiezers kunnen bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.

Artikel 77
  • 1. Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, maakt de voorzitter ten aanzien van iedere lijst bekend zowel het aantal der op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen, als het gezamenlijk aantal uitgebrachte stemmen.

  • 2. Vervolgens worden de van onwaarde verklaarde stembiljetten in een te verzegelen pak gesloten. Op dit pak worden vermeld het nummer van het stemdistrict en het aantal stembiljetten dat het pak inhoudt.

  • 3. Daarop worden de geldige stembiljetten, lijstgewijze gerangschikt, in een of meer te verzegelen pakken gesloten.

  • 4. Op ieder pak in het vorige lid bedoeld worden vermeld het nummer van het stemdistrict en het aantal stembiljetten dat het pak inhoudt alsmede, indien de biljetten in meer dan een pak worden ingesloten, de nummers van de lijsten op welke de ingesloten biljetten betrekking hebben.

Artikel 78
  • 1. Indien een stemmachine wordt gebezigd die geen stembevestigingsdocument afdrukt, wordt onmiddellijk na de in artikel 70 voorgeschreven verzegeling, de ruimte waarin de telwerken zich bevinden, ontsloten. In de stand der telwerken wordt geen wijziging aangebracht.

  • 2. Vervolgens doet de voorzitter lijstgewijs mededeling van het aantal der op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen.

  • 3. Het stembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast de som van de aantallen stemmen uitgebracht op de op die lijst voorkomende kandidaten.

  • 4. De voorzitter sluit daarop de ruimte, waarin de telwerken zich bevinden, af. De sleutel wordt in een te verzegelen enveloppe gesloten.

Artikel 79
  • 1. Nadat alle werkzaamheden, in het vorige artikel vermeld, zijn beëindigd, wordt aanstonds proces-verbaal in tweevoud opgemaakt van de stemming en van de stemopneming. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.

  • 2. Het proces-verbaal wordt door alle leden van het stembureau getekend.

Artikel 80
  • 1. Het proces-verbaal wordt met de verzegelde pakken in de artikelen 70 en 77 bedoeld door de voorzitter of een door deze aan te wijzen lid van het stembureau naar de voorzitter van het hoofdstembureau overgebracht.

  • 2. De gezaghebber zorgt, dat de stemmachine niet wordt geopend, voordat het hoofdstembureau de uitslag der verkiezing heeft vastgesteld en over de toelating der benoemden is beslist. Hij houdt de stemmachine alsmede de verzegelde enveloppe, bedoeld in artikel 78, ter beschikking van de voorzitter van het hoofdstembureau. Dient de machine wederom gebezigd te worden vóór het in de eerste volzin bedoelde tijdstip, dan stelt de gezaghebber bij proces-verbaal de stand der telwerken vast.

VII. De vaststelling van de uitslag der verkiezing

Artikel 81
  • 1. Het hoofdstembureau houdt op de vijfde dag na die der stemming des voormiddags te tien uur een zitting.

  • 2. Gedurende de tijd dat het hoofdstembureau zitting houdt zijn de kiezers bevoegd in de voor het publiek bestemde ruimte van het zittingslokaal te vertoeven, voor zover de orde daardoor niet wordt verstoord en de voortgang der werkzaamheden niet wordt belemmerd.

  • 3. De kiezers verschijnen daar ongewapend, tenzij zij behoren tot de gewapende macht of een wapen bij zich hebben, dat behoort tot hun ambtskleding of bij de kleding, door hen met vergunning van het boven hen gesteld openbaar gezag gedragen.

Artikel 82
  • 1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in het zittingslokaal.

  • 2. Niet dan op zijn op de dag der zitting gedane vordering en alleen tot bedwang van wanorde mag enige gewapende macht in het zittingslokaal of zijn toegangen worden geplaatst.

    De burgerlijke en militaire autoriteiten zijn gehouden aan een daartoe door de voorzitter van het hoofdstembureau gedane vordering te voldoen.

Artikel 83
  • 1. Het hoofdstembureau kan op de in artikel 81 genoemde zitting hetzij ambtshalve, hetzij naar aanleiding van een met opgave van redenen gedaan verzoek van één of meer kiezers een nieuwe opneming van stembiljetten zowel uit alle als uit één of meer stemdistricten bevelen.

  • 2. Het hoofdstembureau gaat alsdan onmiddellijk tot deze opneming over.

  • 3. Bij deze opneming zijn de artikelen 69 tot en met 79 voor zoveel nodig van overeenkomstige toepassing.

Artikel 84
  • 1. Het hoofdstembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast:

    • a.

      het aantal der op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;

    • b.

      de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder a.

  • 2. De voorzitter maakt de aldus verkregen uitkomsten bekend.

  • 3. Door de in het lokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.

Artikel 85
  • 1. Nadat alle werkzaamheden zijn beëindigd, wordt daarvan aanstonds proces-verbaal opgemaakt. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.

  • 2. Het proces-verbaal wordt door alle ter zitting aanwezige leden van het hoofdstembureau getekend.

Artikel 86
  • 1. De voorzitter doet terstond het proces-verbaal der zitting van het hoofdstembureau ten burele van het bevolkingsregister van het eilandgebied waarin het hoofdstembureau is gevestigd voor een ieder ter inzage nederleggen.

  • 2. Hij vernietigt, nadat het hoofdstembureau de uitslag der verkiezing heeft vastgesteld en over de toelating der gekozenen is beslist, de verzegelde pakken.

  • 3. Na afloop van de tijd waarvoor de verkiezing is geschied, vernietigt hij desgewenst de processen-verbaal der stembureaus.

  • 4. Van de vernietiging ingevolge beide voorgaande leden wordt proces-verbaal opgemaakt.

Artikel 87
  • De verzegeling, in de artikelen 66, 67, 70 en 77 voorgeschreven, geschiedt met als zegel het wapen van de Nederlandse Antillen.

Artikel 88
  • 1. Indien op de kandidatenlijst of lijsten evenveel kandidaten voorkomen als plaatsen te vervullen zijn, verklaart het hoofdstembureau alle kandidaten gekozen, zodra de termijn van beroep, bepaald in artikel 26, eerste lid, is verstreken of, in geval van beroep, zodra de beslissing van de rechter ingevolge artikel 28, tweede lid aan het hoofdstembureau is medegedeeld.

  • 2. Is slechts één lijst ingeleverd of is ten gevolge van het ongeldig verklaren van kandidatenlijsten slechts één geldige lijst overgebleven en komen daarop meer kandidaten voor dan plaatsen te vervullen zijn, dan verklaart het hoofdstembureau, zodra de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken of de daar bedoelde beslissing aan het hoofdstembureau is medegedeeld, zoveel van de kandidaten gekozen, in de volgorde, waarin zij op de lijst voorkomen, als plaatsen te vervullen zijn.

  • 3. Indien geen kandidatenlijsten zijn ingeleverd of op de ingeleverde kandidatenlijsten minder kandidaten voorkomen dan plaatsen te vervullen zijn, verklaart het hoofdstembureau, zodra de tijd voor de indiening van de kandidatenlijsten is verstreken, dat niemand is gekozen.

  • 4. Indien, tengevolge van het ongeldig verklaren van lijsten of het daarvan schrappen van kandidaten, geen geldige lijst overblijft, of op de geldige lijst(en) (tezamen) minder kandidaten voorkomen dan plaatsen te vervullen zijn, verklaart het hoofdstembureau, zodra de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken of de daar bedoelde beslissing aan het hoofdstembureau is medegedeeld, dat niemand is gekozen.

  • 5. Het hoofdstembureau maakt van een en ander onmiddellijk proces-verbaal op, dat wordt openbaar gemaakt door nederlegging ter inzage voor een ieder ten burele van het bevolkingsregister. Van de nederlegging van het proces-verbaal geschiedt tegelijk openbare kennisgeving. De artikelen 102 en 103 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 6. In de gevallen, bedoeld in het derde en het vierde lid, heeft op de veertiende dag na de dagtekening van het proces-verbaal, vermeldende dat niemand is gekozen, opnieuw kandidaatstelling plaats.

Artikel 89

Zo spoedig mogelijk na de in artikel 81 bedoelde zitting stelt het hoofdstembureau de uitslag der verkiezing bij besluit vast.

Artikel 90
  • 1. Het hoofdstembureau deelt de som der stemcijfers van alle lijsten door het aantal te vervullen plaatsen.

  • 2. Het aldus verkregen quotiënt wordt kiesdeler genoemd.

  • 3. Even zovele malen als de kiesdeler is begrepen in het stemcijfer ener lijst, wordt aan die lijst een der te vervullen plaatsen toegekend.

Artikel 91
  • 1. Van de plaatsen welke na toepassing van artikel 90 nog te vervullen zijn, wordt achtereenvolgens telkens een toegekend aan de lijst, welke na toekenning der plaats het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegekende plaats zou aanwijzen. Indien gemiddelden gelijk zijn, beslist het lot.

  • 2. Bij deze toekenning komen niet in aanmerking lijsten, waarvan het stemcijfer lager is dan de kiesdeler.

  • 3. Indien aan een lijst één of meer plaatsen zouden moeten worden toegekend boven het aantal harer kandidaten, worden de overblijvende plaats of plaatsen aan één of meer der andere lijsten toegekend, door voortzetting van de toepassing van het eerste lid van dit artikel.

  • 4. Ingeval geen van de lijsten de kiesdeler hebben behaald, komen voor deze toekenning in afwijking van het tweede lid alleen in aanmerking lijsten, waarvan het stemcijfer tenminste 75% van de kiesdeler is. Indien het stemcijfer van elke lijst minder is dan 75% van de kiesdeler, komen voor deze toekenning alleen in aanmerking de lijsten, waarvan het stemcijfer hoger is dan 50% van de kiesdeler.

Artikel 92
  • 1. Het hoofdstembureau deelt het stemcijfer der lijst door het aantal aan de lijst toegekende plaatsen.

  • 2. Het aldus verkregen quotiënt, wordt lijstkiesdeler genoemd.

Artikel 93
  • 1. Ter vervulling van de aan iedere lijst toegekende plaatsen zijn gekozen de kandidaten der lijst, die een aantal stemmen hebben verkregen gelijk aan de lijstkiesdeler.

  • 2. Ter bepaling van het aantal stemmen, door ieder van de op een lijst geplaatste kandidaten verkregen, worden eerst de stemmen, die boven het aan de lijstkiesdeler gelijk aantal op een kandidaat of kandidaten der lijst zijn uitgebracht, overgedragen op de kandidaten der lijst, op wie een aantal stemmen kleiner dan de lijstkiesdeler of geen stem is uitgebracht, in dier voege, dat, voor zover het aantal over te dragen stemmen dit toelaat, aan ieder van deze kandidaten in de volgorde waarin zij op de lijst voorkomen, zoveel van die stemmen worden toegekend als het aantal der op hen uitgebrachte stemmen minder bedraagt dan de lijstkiesdeler. Overgedragen stemmen worden geacht uitgebracht te zijn op de kandidaat op wie zij overgedragen zijn.

Artikel 94
  • 1. Hebben minder kandidaten ener lijst dan plaatsen aan die lijst zijn toegekend het aantal stemmen gelijk aan de lijstkiesdeler verkregen, dan zijn, ter vervulling van de overblijvende plaatsen, diegenen van de overige kandidaten der lijst gekozen, die de meeste stemmen hebben verkregen, voor zover die kandidaten een aantal stemmen hebben verkregen groter dan de helft van de lijstkiesdeler.

  • 2. Hebben minder kandidaten dan plaatsen zijn te vervullen een aantal stemmen verkregen groter dan de helft van de lijstkiesdeler, dan worden de alsnog te vervullen plaatsen toegekend aan de in de volgorde hoogst geplaatste nog niet gekozen kandidaten der lijst.

Artikel 95
  • 1. Heeft geen enkele kandidaat ener lijst het aantal stemmen gelijk aan de lijstkiesdeler verkregen, dan zijn, ter vervulling van de aan die lijst toegekende plaatsen, diegenen van de kandidaten der lijst gekozen, die de meeste stemmen hebben verkregen, voor zover die kandidaten een aantal stemmen hebben verkregen groter dan de helft van de lijstkiesdeler.

  • 2. Hebben minder kandidaten dan plaatsen zijn te vervullen een aantal stemmen verkregen groter dan de helft van de lijstkiesdeler, dan worden de alsnog te vervullen plaatsen toegekend aan de in de volgorde hoogst geplaatste nog niet gekozen kandidaten der lijst.

Artikel 96

Voor zover kandidaten een gelijk aantal stemmen verkregen, beslist de volgorde der lijst.

Artikel 97

Blijkt bij de vaststelling van de uitslag der verkiezing een kandidaat overleden, dan wordt zijn naam buiten rekening gelaten.

Artikel 98
  • 1. Het hoofdstembureau rangschikt ten aanzien van iedere lijst de daarop voorkomende kandidaten in zodanige volgorde, dat bovenaan komen te staan de kandidaten, die het aantal stemmen vereist om gekozen te zijn hebben verkregen, in de volgorde van de lijst.

  • 2. Vervolgens worden de kandidaten, die niet het aantal stemmen vereist om gekozen te zijn hebben verkregen, zodanig gerangschikt, dat eerst komen, in de volgorde van het door ieder van hen verkregen aantal stemmen, de kandidaten, die een aantal stemmen verkregen groter dan de helft van de lijstkiesdeler, en daarna de overige in de volgorde van de lijst.

  • 3. Voor zover kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben verkregen, beslist de volgorde der lijst.

Artikel 99

In een kieskring die één lid van de Staten verkiest, wordt de te vervullen plaats toegekend aan de lijst met het hoogste stemcijfer.

Is het hoogste stemcijfer door meer dan een lijst behaald, dan beslist het lot aan welke dier lijsten de plaats wordt toegekend. Ter vervulling van de aan de lijst toegekende plaats is gekozen de kandidaat, die de meeste stemmen heeft behaald.

Voor zover kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben verkregen, beslist de volgorde der lijst.

Artikel 100

Het hoofdstembureau rangschikt de kandidaten voorkomende op de lijst waaraan ingevolge artikel 99 de plaats is toegekend, zodanig dat bovenaan komt te staan de kandidaat die is gekozen en daarna volgen de overige kandidaten in de volgorde van het door ieder van hen verkregen aantal stemmen. De laatste volzin van het voorgaande artikel is hierbij van toepassing.

Artikel 101

De voorzitter van het hoofdstembureau maakt de uitslag der verkiezing zo spoedig mogelijk bekend in een zitting, ten aanzien waarvan van toepassing zijn de artikelen 81, tweede en derde lid, 82, 84, derde lid en 85.

Artikel 102

De besluiten waarbij de uitslag der verkiezing is vastgesteld, worden openbaar gemaakt door opneming in het blad, waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst, en neerlegging ter inzage voor een ieder ten burele van het bevolkingsregister van ieder eiland. Van deze nederlegging geschiedt tegelijk openbare kennisgeving.

Artikel 103

De voorzitter van het hoofdstembureau doet aan de Staten afschriften van de navolgende stukken toekomen:

  • a.

    de processen-verbaal van de zittingen der stembureaus;

  • b.

    het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel 85;

  • c.

    het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel 88;

  • d.

    het besluit van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel 89;

  • e.

    het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau als bedoeld in artikel 101.

VIII. Het onderzoek der geloofsbrieven en de toelating der gekozen verklaarden

Artikel 104
  • 1. De voorzitter van het hoofdstembureau geeft de gekozene kennis van zijn verkiezing bij een door hem ondertekende brief, welke in tweevoud binnen drie dagen na de vaststelling van de uitslag der verkiezing of na de gekozenverklaring aangetekend wordt toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs wordt uitgereikt. De brief wordt toegezonden aan het adres van de gekozene, vermeld bij de kandidaatstelling, of, zo de gekozene daarna een ander adres heeft opgegeven, aan dat adres.

  • 2. Kennisgeving naar een plaats gelegen buiten het eiland waar het hoofdstembureau is gevestigd, geschiedt telegrafisch.

Artikel 105
  • 1.

    De gekozene geeft binnen vijf dagen na het bekomen van de kennisgeving een gedagtekend bewijs van ontvangst daarvan af.

  • 2.

    Binnen twee weken na de dagtekening van de kennisgeving van verkiezing moet bij de voorzitter van het hoofdstembureau van de gekozene bij brief of telegrafisch mededeling zijn ontvangen of de gekozene de verkiezing aanneemt.

    Is binnen de tijd de mededeling niet ontvangen, dan wordt hij geacht de verkiezing niet aan te nemen. Van het niet aannemen van de verkiezing wordt door de voorzitter mededeling gedaan aan de Staten.

  • 3.

    Hij die door meer dan één hoofdstembureau is gekozen verklaard, mag slechts één dier verkiezingen aannemen.

  • 4.

    De voorzitter geeft van de ontvangst van de mededeling van aanneming der verkiezing onverwijld bericht aan de gekozene en aan de Staten. Het bericht aan de gekozene wordt in tweevoud gezonden.

  • 5.

    Dit bericht en de kennisgeving, voorgeschreven in het vorige artikel, strekken de gekozene tot geloofsbrief.

Artikel 106
  • 1. De geloofsbrief moet door de gekozene binnen drie weken na de dagtekening van de kennisgeving van verkiezing bij de Staten worden ingezonden.

  • 2. Is de geloofsbrief niet binnen de in het vorige lid bepaalde termijn ingezonden, dan wordt de plaats geacht op de eerste dag na afloop van die termijn opnieuw te zijn opengevallen. De voorzitter van de Staten geeft hiervan onverwijld kennis aan het hoofdstembureau.

Artikel 107
  • 1. De gekozene legt tegelijk met de geloofsbrief aan de Staten over een door hem ondertekende verklaring, vermeldende alle openbare betrekkingen welke hij bekleedt.

  • 2. Indien de gekozene niet reeds eerder als lid van de Staten is toegelaten, legt hij tevens over een uittreksel uit het geboortenregister of bij gemis daarvan, een akte van bekendheid, waaruit datum en plaats van zijn geboorte blijken.

Artikel 108
  • 1. De Staten onderzoeken de geloofsbrieven en beslissen de geschillen welke aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing zelf rijzen.

  • 2. Het onderzoek der geloofsbrieven strekt zich niet uit tot de geldigheid van de lijsten, zoals zij door het hoofdstembureau zijn openbaar gemaakt.

  • 3. Het onderzoek van de geloofsbrief van hem, die gekozen verklaard is ingevolge het bepaalde bij artikel 115, strekt zich niet uit tot punten, rakende de geldigheid der stemming.

Artikel 109

De ongeldigheid van de stemming in één of meer stemdistricten of een onjuistheid in de vaststelling van de uitslag der verkiezing staat niet in de weg aan de toelating van de leden, op wier verkiezing de ongeldigheid of onjuistheid geen invloed kan hebben gehad, en, in geval van ongeldigheid van stemming, de nieuwe stemming geen invloed kan hebben.

Artikel 110
  • 1. Indien de Staten besluiten tot niet-toelating van één of meer gekozenen wegens de ongeldigheid van de stemming in één of meer stemdistricten, geeft de voorzitter daarvan onverwijld kennis aan de Minister van Algemene Zaken.

  • 2. Binnen een maand, nadat deze kennisgeving is ontvangen, vindt in de in het vorige lid bedoelde stemdistricten een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag der verkiezing opnieuw vastgesteld.

  • 3. Bij deze vaststelling blijft hij, die reeds als lid van de Staten is toegelaten, gekozen verklaard, ook indien mocht blijken, dat dit ten onrechte is geschied. Tegenover hem valt dan af de kandidaat, die, indien de toegelatene niet gekozen ware verklaard, gekozen zou zijn.

Artikel 111
  • 1. Aan de in het vorige artikel bedoelde stemming zijn die kiezers bevoegd deel te nemen wier namen voorkomen in het afschrift van of uittreksel uit het kiezersregister, bedoeld in het eerste lid onder a van artikel 45.

  • 2. Het in het vorige lid bepaalde is niet van toepassing ten aanzien van de kiezers, die, hoewel voorkomende op het in dat lid bedoelde afschrift of uittreksel, niet aan de ongeldig verklaarde stemming hebben deelgenomen.

Artikel 112

Indien de Staten besluiten één of meer gekozenen wegens de onjuistheid van de vaststelling van de uitslag der verkiezing niet toe te laten, geeft de voorzitter daarvan onverwijld kennis aan het hoofdstembureau.

Artikel 113
  • 1. Binnen acht dagen, nadat de kennisgeving bedoeld in het vorig artikel is ontvangen, houdt het hoofdstembureau een voor de kiezers toegankelijke zitting en stelt met inachtneming van de in het vorige artikel bedoelde beslissing de uitslag van de verkiezing voor zover nodig opnieuw vast.

  • 2. Het onderzoek van de geloofsbrief van de aldus nieuw gekozen verklaarde strekt zich niet uit tot punten, rakende de geldigheid van de stemming.

  • 3. De artikelen 86, eerste lid, 101 tot en met 103 vinden overeenkomstige toepassing.

Artikel 114

Indien de Staten besluiten een gekozene niet als lid toe te laten op grond dat deze niet voldoet aan de vereisten voor het lidmaatschap of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking bekleedt, geeft de voorzitter daarvan onverwijld kennis aan het hoofdstembureau.

Artikel 115

Wanneer een gekozene zijn verkiezing niet aanneemt of wanneer overigens, anders dan bij de vaststelling van de uitslag van een verkiezing, in een opengevallen of open te vallen plaats moet worden voorzien, verklaart de voorzitter van het hoofdstembureau bij een door hem met redenen omkleed besluit binnen acht dagen nadat dit te zijner kennis is gekomen, gekozen de kandidaat, die voorkomt op de lijst, waarop hij wiens plaats is opengevallen of zal openvallen is gekozen en die in de volgorde, bedoeld in artikel 98 of artikel 100 het hoogst op de lijst is geplaatst, of indien artikel 88 toepassing heeft gevonden, naar de volgorde der kandidaten op de lijst, voor verkiezing in aanmerking komt.

Artikel 116

Bij de toepassing van artikel 115 wordt buiten rekening gelaten de kandidaat:

  • a.

    die is overleden;

  • b.

    wiens vacature vervuld wordt;

  • c.

    die in de vacature gekozen is verklaard, maar schriftelijk verklaard heeft of ingevolge het tweede lid van artikel 105 geacht wordt de verkiezing niet aan te nemen;

  • d.

    die lid is van de Staten of als zodanig gekozen is verklaard, terwijl over zijn toelating als lid nog niet is beslist;

  • e.

    van wie door de voorzitter van het hoofdstembureau een schriftelijke verklaring is ontvangen, dat hij voor verkiezing niet in aanmerking wenst te komen.

Artikel 117

Indien ook de kandidaat die gekozen verklaard is in de plaats van hem die zijn verkiezing niet heeft aangenomen de verkiezing niet aanneemt, wordt mede buiten rekening gelaten de naam van de eerstgekozen kandidaat, en, bij verdere toepassing van de voorgaande artikelen, bovendien de naam van iedere volgende gekozen kandidaat, die zijn verkiezing niet heeft aangenomen.

Artikel 118

Op het besluit tot verkiezing is het gestelde in de artikelen 102 en 103 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 119
  • 1. Zodra blijkt, dat een lid van de Staten een der vereisten van het lidmaatschap niet bezit of dat hij een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, houdt hij op lid te zijn.

  • 2. De voorzitter van de Staten geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

  • 3. Een overeenkomstige kennisgeving vindt plaats indien door het overlijden van een lid een plaats in de Staten is opengevallen.

Artikel 120

Een lid van de Staten tot wiens toelating is besloten, kan te allen tijde zijn ontslag nemen. Hij bericht dit schriftelijk aan de Gouverneur. Deze geeft hiervan onverwijld kennis aan de voorzitter van het hoofdstembureau.

Artikel 121
  • 1. Wanneer een lid van de Staten komt te verkeren in een van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel 119, geeft hij hiervan kennis aan de Staten met vermelding van de reden.

  • 2. Indien de kennisgeving niet is gedaan en de voorzitter van de Staten van oordeel is, dat een lid van de Staten verkeert in één van de gevallen, genoemd in het eerste lid van artikel 119, waarschuwt hij de belanghebbende. Indien de woonplaats en werkelijke verblijfplaats van de belanghebbende onbekend zijn, wordt deze waarschuwing opgenomen in het blad, waarin van Landswege de officiële berichten worden geplaatst.

  • 3. Het staat de belanghebbende vrij de zaak binnen veertien dagen, of, indien de waarschuwing wordt opgenomen in het vorig lid bedoeld blad, binnen drie weken, aan de beslissing der Staten te onderwerpen. Deze termijn begint te lopen, hetzij op de dag na verzending der waarschuwing, hetzij op de dag na plaatsing ervan in vorenbedoeld blad.

Artikel 122
  • 1. Indien de Staten besluiten tot toelating van een gekozene, geeft de voorzitter daarvan onverwijld kennis aan:

    • a.

      de Gouverneur;

    • b.

      de voorzitter van het hoofdstembureau;

    • c.

      de toegelatene.

  • 2. De toegelatene dient binnen vier weken na de dagtekening van de in het eerste lid bedoelde kennisgeving aan de Gouverneur het verzoek te doen tot het afleggen van de eed (verklaring en belofte) als bedoeld in artikel 52 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen.

  • 3. De Gouverneur bepaalt vervolgens de datum en het uur waarop de eed (verklaring en belofte) zal worden afgelegd en roept de toegelatene op om de eed (verklaring en belofte) af te leggen.

  • 4. Indien de toegelatene het verzoek tot het afleggen van de eed (verklaring en belofte) niet binnen de in het tweede lid bepaalde termijn heeft ingezonden of geen gehoor heeft gegeven aan de oproep om de eed (verklaring en belofte) te komen afleggen, wordt hiervan door of namens de Gouverneur onverwijld kennis gegeven aan de voorzitters van de Staten en het hoofdstembureau.

    De vacature, waarin de toegelatene gekozen is verklaard, wordt dan geacht op de eerste dag na afloop van de in het tweede lid bepaalde termijn opnieuw te zijn opengevallen.

    5.Het bepaalde in het vierde lid is niet van toepassing ten aanzien van de toegelatene die wegens lichamelijke gesteldheid niet in staat is de eed (verklaring en belofte) af te leggen, een en ander ter beoordeling van de Gouverneur.

IX. Strafbepalingen

Artikel 123

Hij die een stembiljet namaakt of vervalst met het oogmerk om dit stembiljet als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Artikel 124

Hij die opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken een stembiljet, dat hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij dit ontving, bekend was, of dit met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

Artikel 125

Hij die een stembiljet voorhanden heeft met het oogmerk om dit wederrechtelijk te gebruiken, of door anderen te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren.

Artikel 126

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 123, 124 en 125 omschreven misdrijven worden:

het stembiljet;

het valse of vervalste stembiljet;

de stoffen of voorwerpen, uit hun aard bestemd tot het namaken of vervalsen van het stembiljet;

voor zover daarmede het misdrijf is gepleegd of zij het voorwerp daarvan hebben uitgemaakt, verbeurd verklaard, ook indien zij niet aan de veroordeelde toebehoren.

Artikel 126a
  • 1. Voor zover stemmachines worden gebezigd zijn de artikelen 123 tot en met 126 van overeenkomstige toepassing op elke manipulatie van één of meerdere van die machines die als doel heeft het uitbrengen van één of meerdere stemmen te beïnvloeden.

  • 2. Voor zover stemmachines worden gebezigd die een stembevestigingsdocument afdrukken, gelden voor de toepassing van de artikelen 123 tot en met 126 printerrollen en stembevestigingsdocumenten als stembiljet.

Artikel 127

Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 123, 124 of 125 omschreven misdrijven kan ontzetting van de in het eerste lid van artikel 32 onder 1º tot en met 4º van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen vermelde rechten worden uitgesproken.

Artikel 128

Hij die bij een verkiezing van de leden van de Staten meer dan eenmaal zijn stem uitbrengt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden.

Artikel 129

Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste duizend gulden wordt gestraft hij, die een hem bij artikel 39 of 40 opgelegde verplichting niet nakomt.

Artikel 130

De voorzitter, de leden en de ter vervanging opgeroepen plaatsvervangende leden van het stembureau, die gedurende de zitting buiten noodzaak afwezig zijn, worden gestraft met een geldboete van ten hoogste honderd gulden.

Artikel 131

De kiezer, die niet voldoet aan de bij artikel 63 en 63a opgelegde verplichting tot teruggave van het stembiljet, wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden of hechtenis van ten hoogste twaalf dagen.

Artikel 132

De in de artikelen 128, 129, 130 en 131 bedoelde strafbare feiten worden als overtredingen beschouwd.

IX. Strafbepaling ter uitvoering van artikel 8, tweede lid Eilandenregeling Nederlandse Antillen.

Artikel 133
  • 1. Hij die in het jaar, waarin de verkiezing van de leden van de eilandsraden gehouden wordt, in meer dan één eilandgebied persoonlijk of bij volmacht zijn stem voor de bedoelde verkiezing uitbrengt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste NAF. 1000,--.

  • 2. Het in het vorige lid bedoelde strafbare feit wordt als overtreding beschouwd.

X. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 134
  • 1. Wanneer de in deze landsverordening bepaalde verrichtingen op een zaterdag, op een zondag of op een met de zondag gelijkgestelde feestdag vallen, of de daarin gestelde termijnen op een zaterdag, op een zondag of op een met de zondag gelijkgestelde feestdag aflopen, treedt de eerstvolgende dag, geen zaterdag, zondag of met de zondag gelijkgestelde feestdag zijnde, daarvoor in de plaats.

  • 2. Voor zover de bepalingen van de tijd voor die verrichtingen aan het openbaar gezag is opgedragen, worden daarvoor geen zaterdagen, zondagen of met de zondag gelijkgestelde feestdagen aangewezen.

  • 3. Als met de zondag gelijkgestelde dagen worden beschouwd de dagen, in het landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 20ste september 1954 (P.B. 1954, no. 92, zoals gewijzigd) ter uitvoering van artikel 8, eerste lid sub b van de Arbeidsregeling 1952 en enig ander landsbesluit houdende algemene maatregelen dat ter uitvoering van het genoemd artikellid van de Arbeidsregeling 1952 vastgesteld wordt, of in een daarvoor in de plaats tredende wettelijke regeling aangewezen, met dien verstande, dat ook indien een dag niet voor alle eilandgebieden met de zondag gelijkgesteld wordt, die dag voor de toepassing de bepalingen van dit artikel voor het gehele land als een met de zondag gelijkgestelde dag beschouwd wordt.

Artikel 135

Verzoekschriften, beslissingen, uitspraken, kennisgevingen en alle andere stukken ingevolge deze landsverordening opgemaakt of ingediend, zijn vrij van het recht van zegel en van andere rechten of heffingen, voor zover elders niet anders is bepaald.

Artikel 136

De vorm en de inrichting van de krachtens deze landsverordening op te maken proces-verbaal en de ingevolge de artikelen 89 en 115 op te maken besluiten worden vastgesteld bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel II

De Landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin de afkondiging is geschied.