Overheidsorganisatie | Gemeente Schermer |
---|---|
Officiële naam regeling | Participatieverordening 2012 |
Citeertitel | Participatieverordening 2012 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is van rechtswege vervallen op grond van artikel 28 van de wet Arhi door de fusie van de gemeente Alkmaar met de gemeente Graft-De Rijp en de gemeente Schermer in 2015.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-04-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 27-03-2012 De Uitkomst, 03-04-2012 | Onbekend |
De raad van de gemeente Schermer;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart 2012;
Gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de Wet werk en bijstand;
Overwegende, dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van de ouder(s), dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning van ouders met schoolgaande kinderen;
Besluit
vast te stellen de Participatieverordening 2012
In deze verordening wordt verstaan onder:
college: het college van burgemeester en wethouders;
wet: de Wet werk en bijstand;
maatschappelijke participatie: het deelnemen aan activiteiten met een sportief, educatief, sociaal dan wel cultureel karakter door schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen.
voorziening: een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura, gericht op de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, ter bevordering van maatschappelijke participatie;
schoolgaand kind: ten laste komende kind tot en met 17 jaar van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt;
laag inkomen: een inkomen tot maximaal 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm;
vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet op de aanvraagdatum.
1. 1.De gemeenteraad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen en het aantal schoolgaande kinderen dat belemmeringen ondervindt in die participatie door de financiële positie van hun ouders, terug te dringen.
2. Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de in het eerste lid genoemde taak door het college wordt uitgevoerd, met inbegrip van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie.
1. 1.Het college zet zich in voor het tot stand komen en ondersteunen van diensten door rechtspersonen die naar zijn oordeel bijdragen aan maatschappelijke participatie.
2. Het college biedt voorzieningen aan, die gericht zijn op maatschappelijke participatie.
3. Indien een voorziening, bedoeld in het tweede lid, het rechtskarakter heeft van categoriale bijzondere bijstand, bedoeld in artikel 35, vijfde lid, van de wet, draagt het college er zorg voor dat deze bijstand uitsluitend wordt verstrekt aan een belanghebbende met een inkomen tot maximaal 110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm.
4. Het college werkt bij het bevorderen van maatschappelijke participatie samen met natuurlijke en rechtspersonen, voor zover die samenwerking naar het oordeel van het college daaraan bijdraagt.
Het college biedt voorzieningen aan ten behoeve van schoolgaande kinderen tot en met 17 jaar die de basisschool en/of het voortgezet onderwijs bezoeken.
1. In een beleidsnotitie zet het college uiteen:
elke voorzieningen door het college beschikbaar worden gesteld;
voor welke doelgroepen die voorzieningen zijn bestemd;
welke vorm de voorzieningen hebben;
de hoogte van de financiële bijdrage per voorziening, en
indien er met natuurlijke of rechtspersonen wordt samengewerkt bij het aanbieden van voorzieningen, hoe die samenwerking vormgegeven wordt.
2. In de beleidsnotitie zet het college in het bijzonder uiteen op welke wijze middels categoriale bijzondere bijstand wordt bijgedragen aan de maatschappelijke participatie.
3. In een beleidsverslag zet het college uiteen welke voorzieningen in het betreffende jaar zijn verstrekt en de totale uitgaven van de voorzieningen.
4. Het college stelt een beleidsnotitie en een beleidsverslag op.
5. Het college brengt de beleidsnotitie en het beleidsverslag ter kennis van de gemeenteraad.
1. Tenzij de gemeenteraad anders heeft bepaald, stelt het college de vorm van een voorziening vast.
2. Bij het bepalen van de vorm van een voorziening kiest het college voor de vorm die naar zijn oordeel het meest doeltreffend is om de maatschappelijke participatie te bevorderen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de jongere afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Participatieverordening 2012”.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2012.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
Van de raad van 27 maart 2012.
De voorzitter,
De griffier,