Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 22ste september 1994 ter uitvoering van de artikelen 12 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingMINISTERIËLE BESCHIKKING van de 22ste september 1994 ter uitvoering van de artikelen 12 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorMinister van Verkeer en Vervoer
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Veronderstelde datum inwerkingtreding

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96), de artikelen 12 en 20

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-1994Nieuwe regeling

22-09-1994

P.B. 1994, no. 99

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 22ste september 1994 ter uitvoering van de artikelen 12 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)

Artikel 1

Aan gezagvoerders van militaire hefschroefvliegtuigen wordt ontheffing verleend van het verbod tot het opstijgen vanaf en landen op niet als luchtvaartterrein aangewezen terreinen.

Artikel 2

Bovengenoemde ontheffing wordt uitsluitend verleend onder de hierna volgende voorwaarden:

  • a.

    het landen en opstijgen dient zodanig te geschieden dat personen en/of zaken niet nodeloos in gevaar worden gebracht;

  • b.

    indien mogelijk dient van tevoren toestemming te worden verkregen van de eigenaren van en eventuele rechthebbenden op het desbetreffende terrein;

  • c.

    voor of onmiddellijk na landen of opstijgen dient de plaatselijke verkeersleidingsdienst te worden ingelicht;

  • d.

    van het betrokken eilandgebied dient toestemming te zijn verkregen.

Artikel 3

Met gezagvoerders van militaire hefschroefvliegtuigen kunnen met inachtneming van de bepalingen van het Toelatingsbesluit Vreemde Militaire Luchtvaartuigen (P.B. 1935, no. 76) worden gelijkgesteld gezagvoerders van hefschroefvliegtuigen die door de aard van hun vlucht-opdracht moeten opstijgen vanaf en landen op niet als luchtvaartterrein aangewezen terreinen.

TOELICHTING

  • 1.

    De taakstelling van de onder militaire bevel staande hefschroefvliegtuigen maakt in voorkomend geval operaties noodzakelijk vanaf niet door de wet aangewezen luchtvaarttereinen.

  • 2.

    De taken uit te voeren met militarie hefschroefvliegtuigen kunnen opdrachten omvatten zoals ambulancevluchten en andere vluchten waarbij passagiers en/of goederen moeten worden in- dan wel uitgeladen op geïmproviseerde heliterreinen.

  • 3.

    De vaardigheid om bovengenoemde vluchten uit te voeren dient te worden aangeleerd en te worden onderhouden hetgeen inhoudt dat oefenstart en -landingen van bedoelde terreinen mogelijk moeten zijn.