Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Hoogezand-Sappemeer

Verordening Toeristenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Hoogezand-Sappemeer
Officiële naam regelingVerordening Toeristenbelasting 2012
CiteertitelVerordening Toeristenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Artikel 224 van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-12-201101-01-2013Nieuwe regeling

07-11-2011

Regiokrant, 23 november 2011

2011-11-07 Rv 057 bijlage heffing toeristenbelasting

Tekst van de regeling

VERORDENING TOERISTENBELASTING 2012

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam ‘toeristenbelasting’ wordt een directe belasting gehevenvoor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeentetegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratiepersoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht
  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld inartikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen
  • De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1. Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in dezin van artikel 8, letters c, d, f, g en h, van voornoemde wet, envoorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid alsbedoeld in artikel 1 van de Verordening, onderverantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvangAsielzoekers;

  • 3. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in hetbelastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantalovernachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 5 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
  • 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • A.

      kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan

      wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezenvoertuig of een gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerkzijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor eenbouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a,Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een enander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of tendele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden ofkunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

    • B.

      kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijkingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daaropgelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden vankampeermiddelen.

    • C.

      vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deeluitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordtgesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddelgedurende een seizoen of een jaar.

    • D.

      volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel

      uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordtgesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillendekampeermiddelen.

    • E.

      woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbareander onderkomen of een deel van een huis of een andervergelijkbaar onderkomen.

    • F.

      particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefeningvan een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.

    • G.

      particulier verhuurde woning: een woning die door een

      particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden vanverblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vormdan ook.

  • 2. Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen opeen bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtigeforfaitair worden vastgesteld.

  • 3. Het aantal overnachtende personen wordt:

    • a.

      voor woningen en andere verblijven gesteld op het aantalslaapplaatsen;

    • b.

      voor kampeermiddelen op vaste standplaatsen gesteld op:

    • 1,8 personen, indien het aantal slaapplaatsen twee of minder

    • bedraagt;

      3,1 personen, indien het aantal slaapplaatsen meer dan twee bedraagt.

  • 4. Het aantal malen, dat door de in het derde lid bedoelde personen is

    overnacht, wordt:

    ingeval verblijf wordt gehouden in woningen en andere verblijvendan wel in kampeermiddelen op vaste standplaatsen, welke geschiktzijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende deperiode:

    1 april tot 25 junibepaald op 18
    1 april tot 1 oktoberbepaald op 30
    15 augustus tot 1 oktoberbepaald op 6
Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,95.

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Termijnen van betaling
  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990

    moeten de voorlopige aanslagen worden betaald in vier gelijketermijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maandvolgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet isvermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990

    moeten de overige aanslagen worden betaald in twee gelijketermijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maandvolgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet isvermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste en tweede lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtscheldingverleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels gevenvoor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden,voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van dezeverordening gelegenheid tot overnachten verschaft, dit schriftelijk temelden aan de door het college van burgemeester en wethoudersaangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid,onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 13 Overgangsbepaling

De "Verordening toeristenbelasting 2011" van 13 december 2010,wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid,genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zijvan toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datumhebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Toeristenbelasting 2012’.