Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLU1T HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 6de mei 1960 tot vaststelling van regelen met betrekking tot de uitbetaling van uitkeringen bij wijze van pensioen en de daarop toegekende toeslagen en toelagen door de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLU1T HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 6de mei 1960 tot vaststelling van regelen met betrekking tot de uitbetaling van uitkeringen bij wijze van pensioen en de daarop toegekende toeslagen en toelagen door de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-05-196013-04-1960Nieuwe regeling

06-05-1960

P.B. 1960, no. 85

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLU1T HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 6de mei 1960 tot vaststelling van regelen met betrekking tot de uitbetaling van uitkeringen bij wijze van pensioen en de daarop toegekende toeslagen en toelagen door de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen

Artikel 1

  • 1. De betaling van de uitkeringen bij wijze van pensioen ten laste van de begroting van de Nederlandse Antillen alsmede de daarop toegekende toeslagen en toelagen geschiedt als volgt:

    • a.

      op de eilanden Curaçao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba op betaalsrollen, maandelijks opgemaakt door de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, welke vóór de 20ste van iedere maand aan de landsontvangers op deze eilanden ter uitbetaling worden toegezonden.

    • b.

      in Suriname, door de Administrateur van Financiën aldaar, nadat het verzoek tot betaling van de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen is ontvangen. De daar uitbetaalde bedragen worden verantwoord ten laste van de rekening Titel C. 6-Pensioenfondsen 1. A.P.N.A. en ten voordele van de rekening van Suriname met de Nederlandse Antillen.

    • c.

      aan rechthebbenden verblijvende buiten de Nederlandse Antillen:

  • 1. door aanwijzing van een gemachtigde op het eiland Curaçao. In dit geval geschiedt de betaling aan de gemachtigde op de onder a aangegeven wijze;

  • 2. door overschrijving middels de Postcheque- en Girodienst in Nederland op last van de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen ten laste van de rekening van dit fonds.

  • 2. De door de landsontvangers uitbetaalde bedragen als bedoeld in het eerste lid worden verantwoord ten laste van de rekening Titel C 6-Pensioenfondsen1. A.P.N.A.

  • 3. De in Nederland verblijf houdende gerechtigden met betrekking tot een uitkering bij wijze van pensioen, die geen gemachtigden tot het in ontvangst nemen daarvan op het eiland Curaçao hebben aangewezen, zijn verplicht een rekening te openen en aan te houden bij de Postcheque- en Girodienst in Nederland.

Artikel 2

Iedere maand vóór de 25ste wordt het totaal bedrag der betaalbaar gestelde uitkeringen en de hierop toegekende toeslagen en toelagen door de Administrateur van Financiën gestort op de rekening Titel C. 6-Pensioenfondsen 1. A.P.N.A. De Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen doet tijdig opgave van het te storten bedrag.

Artikel 3

  • a. Rechthebbenden, die persoonlijk de hun toekomende uitkering ten kantore van de landsontvangers in ontvangst nemen en aan deze bekend zijn, volstaan door hun handtekening te plaatsen in de de daarvoor bestemde kolom van de betaalsrol.

  • b. Voor het geval door rechthebbenden een gemachtigde is aangewezen dient telkenmale een bewijs van in leven zijn (attestatie de vita) te worden overgelegd, afgegeven door de daartoe bevoegde plaatselijke autoriteit en vermeldende plaats, jaar en datum van geboorte van de rechthebbende. Indien deze attestatie de vita is opgemaakt buiten de Nederlandse Antillen, Nederland of Suriname, dan moet de handtekening van de ter plaatse bevoegde autoriteit worden gelegaliseerd door een Nederlandse diplomatieke of consulaire ambtenaar.

  • c. Voor zover het betreft weduwen en wezen, dient uit de attestatie de vita tevens te blijken dat belanghebbenden niet hertrouwd c.q. ongehuwd zijn.

Artikel 4

De Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen is bevoegd, telkenmale wanneer hij zulks nodig of wenselijk acht, overlegging te eisen van:

  • a.

    een attestatie de vita van de rechthebbende en zijn of haar gezinsleden;

  • b.

    een verklaring, afgegeven door de ter plaatse bevoegde autoriteit betreffende weduwen en wezen, houdende het niet-hertrouwd respectievelijk ongehuwd zijn;

  • c.

    voor zover het wezen betreft, een verklaring, afgegeven door een door de Directeur aan te wijzen autoriteit, dat zij geen bezoldigde betrekking bekleden.

Artikel 5

Telkenmale, in de maanden juni en december, zijn de in Nederland woonachtige rechthebbenden verplicht attestaties de vita, afgegeven door de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen in Nederland of door de gemeentebesturen van de plaatsen hunner vestiging, aan de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen toe te zenden. Bovendien zijn deze rechthebbenden verplicht aan de Directeur op diens verzoek zo' spoedig mogelijk verdere benodigde gegevens te verstrekken.

Artikel 6

Bij verbreking van de verbindingen tussen de Nederlandse Antillen en Nederland, ingeval van oorlog of anderszins, gaat de bevoegdheid van de Directeur, omschreven in artikel 1, c onder 2 over op de Directeur van het kantoor van de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen in Nederland of een door deze aan te wijzen ambtenaar van dat kantoor.

Artikel 7

  • a. Uitkeringen, toeslagen en toelagen, die een maand nadat zij betaalbaar zijn gesteld, niet aan de rechthebbenden of hun gemachtigden zijn uitbetaald door de landsontvangers, worden na verkregen machtiging van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen in de betaalsrol doorgehaald.

  • b. De hiervoor benodigde machtiging wordt door de Directeur verleend nadat door de betreffende landsontvanger aan de Directeur kennis is gegeven van de niet-afgehaalde pensioenen.

  • c. De machtiging tot doorhaling wordt aan de betaalsrol vastgehecht.

Artikel 8

De door de landsontvangers verantwoorde betaalsrollen worden, na indiening bij de Administrateur van Financiën, zo spoedig mogelijk, tezamen met de overige stukken Titel C. 6-Pensioenfondsen, aan de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen ter inzage toegezonden.

Artikel 9

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging en werkt terug tot en met 13 april 1960.