Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 15de September 1955 tot regeling van de inrichting, de wijze van verkiezing van de leden en de verdere bevoegdheden der oudercommissies als bedoeld in artikel 74A van de Onderwijsverordening 1935 (P,B. 1954, no. 43)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 15de September 1955 tot regeling van de inrichting, de wijze van verkiezing van de leden en de verdere bevoegdheden der oudercommissies als bedoeld in artikel 74A van de Onderwijsverordening 1935 (P,B. 1954, no. 43)
CiteertitelBesluit oudercommissies
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-10-1955Nieuwe regeling

15-09-1955

P.B. 1955, no. 98

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 15de September 1955 tot regeling van de inrichting, de wijze van verkiezing van de leden en de verdere bevoegdheden der oudercommissies als bedoeld in artikel 74A van de Onderwijsverordening 1935 (P,B. 1954, no. 43)

Artikel 1

  • 1. Aan elke openbare lagere school wordt een oudercommissie verbonden, die uit tenminste drie en ten hoogste zeven leden bestaat.

  • 2. Het bestuurscollege kan bepalen, dat aan twee of meer openbare lagere scholen van dezelfde categorie gezamenlijk een oudercommissie wordt verbonden.

  • 3. Na afloop van een zittingsperiode als bedoeld in artikel 4 lid 1, kan het bestuurscollege bepalen, dat aan een of meer der in lid 2 bedoelde scholen een afzonderlijke oudercommissie wordt verbonden.

Artikel 2

  • 1. De oudercommissie heeft het karakter van vertegenwoordiging der ouders, voogden of wettelijke verzorgers van de kinderen, die als leerlingen op de in artikel 1 bedoelde school of scholen zijn ingeschreven.

  • 2. Zij vormt een schakel tussen ouders enerzijds en onderwijzers, eilandsbestuur en schooltoezicht anderzijds en heeft ten doel, de goede verhouding en samenwerking van school en huis te bevorderen.

Artikel 3

  • 1. De in het eerste lid van artikel 2 bedoelde personen woeden voor de eerste maal samengeroepen door Gezaghebber of door een door deze aan te wijzen functionaris.

  • 2. Op deze bijeenkomst wordt bij meerderheid van stemmen der terecht aanwezigen, bepaald hoeveel leden de oudercommissie zal tellen.

  • 3. Op dezelfde bijeenkomst worden bij meerderheid van stemmen der terecht aanwezigen de leden der oudercommissie gekozen uit de in het eerste lid van artikel 2 bedoelde personen. Uit hetzelfde gezin Kan niet meer dan een persoon in de oudercommissie zitting nemen. Verenigen twee of meer personen een gelijk aantal stemmen op zich, dan wordt de oudste in jaren, of worden de oudsten in jaren, gekozen geacht, als met deze twee of meer personen het ingevolge het tweede lid van dit artikel bepaalde aantal leden zou worden overschreden.

Artikel 4

  • 1. De leden der oudercommissie hebben twee jaren zitting, met dien verstande dat zij tot de eerste na die termijn te houden ouderavond in functie blijven, op welke avond een nieuwe oudercommissie wordt gekozen. Zij zijn herkiesbaar, voor zoveel zij nog behoren tot de personen in het eerste lid van artikel 2 bedoeld.

  • 2. De verkiezing van een nieuwe oudercommissie heeft plaats overeenkomstig het in het tweede en derde lid van artikel 3 bepaalde.

Artikel 5

  • 1.

    De oudercommissie benoemt zelf haar voorzitter en secretaris en eventuele plaatsvervangers voor deze functionarissen op de eerste door haar te houden vergadering bij meerderheid van stemmen der aanwezigen. Verenigen twee of meer van hen een gelijk aantal stemmen op zich, dan wordt de oudste in jaren gekozen geacht.

  • 2.

    De oudercommissie geeft van deze benoemingen kennis aan het (de)hoofd(en) der betrokken school (scholen), aan het bestuurscollege en aan de Inspecteur van het Onderwijs, onder vermelding van de adressen der gekozen functionarissen.

Artikel 6

Alle van de ouderdomcommissie uitgaande stukken worden door de voorzitter en de secretaris of, bij ontstentenis van dezen, door hun plaatsvervangers ondertekend.

Artikel 7

  • 1. De oudercommissie houdt met de in het eerste lid van artikel 2 bedoelde personen, die zij tenminste acht dagen te voren daartoe uitnodigt, tenminste éénmaal per jaar een bijeenkomst (ouderavond). Het hoofd der school is verplicht de uitnodigingen voor bedoelde personen aan de leerlingen der school mede te geven.

  • 2. Het bestuurscollege en de Inspecteur van het Onderwijs worden eveneens uitgenodigd tot het bijwonen van de in het eerste lid bedoelde bijeenkomsten.

Artikel 8

  • 1. De in artikel 7 bedoelde bijeenkomsten worden geleid door het hoofd der school, of, als de oudercommissie meer scholen vertegenwoordigt, door de hoofden dier scholen beurtelings. De onderwijzers der vertegenwoordigde school of scholen zijn mede op deze bijeenkomsten tegenwoordig.

  • 2. De agenda van elke ouderavond wordt door de oudercommissie in overleg met het presiderende hoofd vastgesteld en op de in artikel 7 bedoelde uitnodigingen vermeld.

Artikel 9

Wanneer het vierde deel der in het eerste lid van artikel 2 bedoelde personen het verlangen daartoe te kennen geeft, is de oudercommissie verplicht een ouderavond uit te schrijven.

Artikel 10

De ouderavonden en de vergaderingen der oudercommissie worden bij voorkeur gehouden in een lokaal van het schoolgebouw. Dat lokaal wordt daartoe kosteloos ter beschikking van de oudercommissie gesteld.

Artikel 11

Het hoofd der school is verplicht de voorzitter der oudercommissie tot de school toe te laten, indien diens komst in verband staat met wat op de vorige ouderavond besproken is of op de volgende besproken zal worden.

Artikel 12

De oudercommissie heeft het recht aan het hoofd der school schriftelijk of mondeling vragen te doen die op de school betrekking hebben. Het hoofd der school is verplicht tot beantwoording in de vorm waarin de vragen gedaan zijn, tenzij deze aangelegenheden betreffen, die vertrouwelijk of als geheim ter kennis van het hoofd der school zijn gekomen.

Artikel 13

De oudercommissie heeft het recht zich met opmerkingen of verzoeken, welke binnen de grenzen van haar bemoeienissen liggen, te wenden tot de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, het bestuurscollege en de Inspecteur van het Onderwijs.

Artikel 14

Indien de Minister van Onderwijs en Volksontwikkeling, het bestuurcollege of de Inspecteur van het Onderwijs zich tot de oudercommissie wenden om advies in zaken, de school betreffende, is de oudercommissie verplicht dit advies uit te brengen in de vorm waarin het gevraagd wordt.

Artikel 15

Telkenjare zendt het hoofd der school vóór de 1ste October een lijst, vermeldende de namen en de adressen der in het eerste lid van artikel 2 bedoelde personen, aan de oudercommissie.

Artikel 16

Voor het bekomen van schrijfbehoeften en voor het vermenigvuldigen van de in artikel 7 bedoelde uitnodigingen wendt de oudercommissie zich tot het bestuurscollege, dat gehouden is deze benodigheden te verschaffen.

Artikel 17

Alle geschillen, voortkomende uit de toepassing van dit landsbesluit, worden onderworpen aan de beslissing van het bestuurscollege.

Artikel 18

  • 1. Dit landsbesluit kan worden aangehaald als „Besluit oudercommissies".

  • 2. Het treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging.

  • 3. Met ingang van het in het vorige lid bedoelde tijdstip vervalt het besluit van de 8ste Mei 1944 (P.B. 1944, no. 81).