Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Muiden

Liggeldverordening voor vaste ligplaatsen gemeente Muiden 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Muiden
Officiële naam regelingLiggeldverordening voor vaste ligplaatsen gemeente Muiden 2012
CiteertitelLiggeldverordening voor vaste ligplaatsen 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 216 en 229 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2012Onbekend

24-11-2011

Onbekend

Onbekend
01-07-201101-01-2012Onbekend

09-06-2011

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Muiden;

Gezien de vastgestelde programmabegroting 2012;

gelet op de artikelen 216 en 229 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

I.Vast te stellen de volgende

LIGGELDVERORDENING VOOR VASTE LIGPLAATSEN GEMEENTE MUIDEN 2012

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

1.In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: naast het begrip vaartuig in de gebruikelijke zin van het woord een vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een vaartuig in aanbouw en een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren, dan wel de overblijfselen daarvan;

  • b.

    pleziervaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebezigd voor sportieve, vakantie- of recreatieve doeleinden;

  • c.

    ligplaats: plaats ingericht of gebruikt om er met een vaartuig ligplaats in te nemen;

  • d.

    vaste ligplaats: de in de in artikel 2, lid 1, van de Ligplaatsenverordening 2009 bedoelde Havenatlas aangewezen ligplaats of combinatie van ligplaatsen bedoeld voor vaartuigen die ligplaats mogen innemen op grond van een ontheffing dan wel een overeenkomst met de gemeente Muiden en waar het vaartuig mag worden achtergelaten;

  • e.

    ligplaats innemen: het voor anker liggen, het aangemeerd hebben of op enigerlei andere wijze met de grond verbonden hebben van een vaartuig;

  • f.

    dag: een kalenderdag;

  • g.

    zomerseizoen: de periode van 1 april tot en met 31 oktober;

  • h.

    winterseizoen: de periode van 1 november tot en met 31 maart;

  • i.

    jaar: de periode van 1 april tot en met 31 maart;

  • j.

    openbaar water: alle wateren, welke zonder of zonodig met enige beperking voor een ieder toegankelijk zijn, onverschillig wie daarvan eigenaar of rechthebbende is en wie het beheer daarover heeft;

  • k.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

  • l.

    lengte: de lengtemaat van het vaartuig, gemeten over het dek, naar boven afgerond op hele meters;

  • m.

    Havenatlas: het geheel van gewaarmerkte kaarten en de daarbij horende voorschriften en aanwijzingen, vastgesteld overeenkomstig artikel 2 van de Ligplaatsenverordening 2009;

  • n.

    BPR: binnenvaartpolitiereglement.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam ‘liggeld’ wordt een belasting geheven voor vaartuigen, welke vaste ligplaats innemen in de gemeente Muiden op daarvoor aangewezen plekken op grond van de Ligplaatsenverordening 2009.

Artikel 3

Belastingplicht

De belasting als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van de houder van de ontheffing voor een vaste ligplaats.

Artikel 4

Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak loopt van 1 april tot en met 31 maart.

Artikel 5

Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Het liggeld is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het tijdvak aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat tijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat belastingtijdvak verschuldigde recht als er in dat belastingtijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven;

  • 4.

    Bij tussentijdse intrekking van de ontheffing vindt geen restitutie plaats;

  • 5.

    Indien een belastingplichtige in de loop van het belastingtijdvak ophoudt gebruik te maken van het innemen van een vaste ligplaats waarvoor ontheffing is verleend, wordt geen restitutie verleend over de nog niet ingetreden maanden.

Artikel 6

Tarief

De belasting wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 7

Toepassing van de tarieven

Voor de toepassing van de tarieven:

  • a.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over het dek gemeten;

  • b.

    wordt een gedeelte van een eenheid van lengte voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 8

Vrijstellingen

Geen liggeld is verschuldigd voor:

  • a.

    vaartuigen in dienst van de gemeente;

  • b.

    vaartuigen van de Koninklijke Marine;

  • c.

    vaartuigen in dienst van rijk en/of provincie;

  • d.

    bootjes of sloepen tot een vaartuig behorende en daaraan met een vanglijn verbonden;

  • e.

    vaartuigen die de wateren niet kunnen verlaten in verband met stremming van het scheepvaartverkeer en/of invriezing.

Artikel 9

Wijze van heffing

De belasting wordt geheven door middel van een schriftelijke gedagtekende kennisgeving, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 10

Tijdstip van betaling

1.Het liggeld moet worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 9 bedoelde kennisgeving.

2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden moet de belasting worden betaald binnen veertien dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 11

Kwijtschelding

Bij de invordering van liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12

Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en invordering van de liggelden.

Artikel 13

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De " Liggeldverordening voor vaste ligplaatsen 2011", vastgesteld bij raadsbesluit van 9 juni 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Liggeldverordening voor vaste ligplaatsen 2012”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 3 november 2011,

de raad voornoemd,

M.L. de Pater – van der Meer

voorzitter

drs. A.W.G.J. van Kessel

Griffier

Tarieventabel behorende bij de Liggeldverordening voor vaste ligplaatsen 2012

TIJDVAKEENHEIDBEDRAG
Zomerseizoen Per strekkende meter€ 75,-
WinterseizoenPer strekkende meter€ 37,50
Jaar Ongeacht de lengte€ 900,-