Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 8ste december 2008 ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening officiële talen, houdende de schrijfwijze van het Papiamentu en het Nederlands (Landsbesluit schrijfwijze Papiamentu en Nederlands)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 8ste december 2008 ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening officiële talen, houdende de schrijfwijze van het Papiamentu en het Nederlands (Landsbesluit schrijfwijze Papiamentu en Nederlands)
CiteertitelLandsbesluit schrijfwijze Papiamentu en Nederlands
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Veronderstelde datum van inwerkingtreding

Landsverordening officiële talen P.B. 2007, no. 20

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening officiële talen, artikel 5, eerste lid

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-2008Nieuwe regeling

08-12-2008

P.B. 2008, no. 88

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 8ste december 2008 ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening officiële talen, houdende de schrijfwijze van het Papiamentu en het Nederlands (Landsbesluit schrijfwijze Papiamentu en Nederlands)

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de Stichting FPI: de bij notariële akte d.d. 24 april 1998 opgerichte Fundashon pa Planifikashon di Idioma te Curaçao;

  • b.

    de Nederlandse Taalunie: de Unie die is opgericht bij het op 9 september 1980 te Brussel tot stand gekomen Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie (Trb. 1980, 147);

  • c.

    het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie: het orgaan van de Nederlandse Taalunie als bedoeld in artikel 6, onder a, van het Verdrag inzake de Nederlandse Taalunie;

  • d.

    de Minister: de Minister van Onderwijs en Cultuur.

Artikel 2

  • 1. De Stichting FPI beslist op welke wijze het Papiamentu wordt geschreven.

  • 2. Het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie beslist op welke wijze het Nederlands wordt geschreven.

  • 3. De Minister maakt een beslissing als bedoeld in het eerste en tweede lid terstond bekend in de Curaçaosche Courant.

Artikel 3

  • 1. Iedere beslissing van de Stichting FPI betreffende de schrijfwijze van het Papiamentu en van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie betreffende de schrijfwijze van het Nederlands treedt voor de toepassing van dit landsbesluit in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Curaçaosche Courant waarin de Minister die beslissing bekendmaakt, tenzij de Minister met het oog op het algemeen belang van de Nederlandse Antillen daarbij een later tijdstip van inwerkingtreding vaststelt.

  • 2. Indien een beslissing als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft of mede betrekking heeft op een lijst met woorden, kan de Minister in afwijking van artikel 2, derde lid, die lijst bekendmaken door terinzagelegging. Van een terinzagelegging wordt door de Minister terstond mededeling gedaan in de Curaçaosche Courant.

Artikel 4

  • 1. Op het tijdstip waarop dit landsbesluit in werking treedt, geschiedt de schrijfwijze van het Papiamentu volgens de spellingregels en de woordenlijst die zijn opgenomen als Ortografia di papiamentu respectievelijk als Lista di palabra papiamentu in bijlage 1 d.d. 1 maart 2007 respectievelijk in bijlage 2 d.d. 1 maart 2007 bij dit landsbesluit.

  • 2. Voor een beslissing van de Stichting FPI over de schrijfwijze van het Papiamentu die is genomen na de spellingregels d.d. 1 maart 2007 onderscheidenlijk na de woordenlijst d.d. 1 maart 2007 maar voor de inwerkingtreding van dit landsbesluit is artikel 3 van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Op het tijdstip waarop dit landsbesluit in werking treedt, geldt als schrijfwijze van het Nederlands de schrijfwijze waartoe het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie op 21 maart 1994, 24 oktober 1994 en 25 april 2005 heeft beslist.

  • 4. Voor een beslissing van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie betreffende de schrijfwijze van het Nederlands, die is genomen na 25 april 2005 maar voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit, is artikel 3 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

Dit landsbesluit treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

Artikel 6

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Landsbesluit schrijfwijze Papiamentu en Nederlands.

Nota van toelichting

behorende bij het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 8ste december 2008 ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening officiële talen, houdende de schrijfwijze van het Papiamentu en het Nederlands (Landsbesluit schrijfwijze Papiamentu en Nederlands)

Paragraaf 1. Algemeen

In het kader van het streven naar een gelijkwaardige positie van het Nederlands, het Engels en het Papiamentu is in de Landsverordening officiële talen aan deze talen een officiële status verleend en is het gebruik van die talen door de overheid in haar communicatie met burgers geregeld. In dit verband dienen evenwel regels te worden opgesteld betreffende de schrijfwijze van deze talen. In dit landsbesluit is er voor gekozen voor het Papiamentu de schrijfwijze te gebruiken zoals die door de FPI is c.q. wordt geformuleerd. De FPI is een Curaçaose overheidsstichting die werkzaamheden verricht voor onder andere de Nederlandse Antillen, meer in het bijzonder voor de eilandgebieden waar Papiamentu wordt geschreven en gesproken. Voor de schrijfwijze van het Nederlands is besloten de schrijfwijze te gebruiken van de Nederlandse Taalunie. De Nederlandse Taalunie is een verdragsorganisatie waarin Nederland, Vlaanderen, en Suriname als geassocieerd lid, samen het beleid bepalen op het gebied van de Nederlandse taal.

Paragraaf 2. De schrijfwijze (spelling) van het Papiamentu

In 1975 heeft een door Curaçao ingestelde commissie een voorstel gedaan om te komen tot een officiële schrijfwijze van het Papiamentu, welk voorstel ook bekend is als de spelling Römer-Maduro-Jonis. Deze spelling is in zeer grote mate gebaseerd op fonologische principes. Bij eilandbesluit van 9 december 1976 van het eilandgebied Curaçao is onder meer besloten het bestuurscollege van dit eilandgebied uit te nodigen het spellingsvoorstel Römer-Maduro-Jonis aan de regering van de Nederlandse Antillen aan te bieden als uitgangspunt voor een uniforme schrijfwijze van het Papiamentu voor de Nederlandse Antillen. Het bestuurscollege is op deze uitnodiging ingegaan en heeft het spellingsvoorstel Römer-Maduro-Jonis aan de regering van de Nederlandse Antillen aangeboden.

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 15de februari 1984 (P.B. 1984, no. 19) is ter advisering van de regering van de Nederlandse Antillen een commissie voor de standaardisering van het Papiamentu ingesteld. Het instellen van deze commissie heeft geleid tot een standaardisering van circa 6000 woorden in het Papiamentu.

De spelling Römer-Maduro-Jonis wordt sindsdien als spelling gehanteerd door de bestuurscolleges van de eilandgebieden Curaçao en Bonaire. Ook het onderwijs hanteert de spelling Römer-Maduro-Jonis bij het lesgeven in het Papiamentu.

In maart 1983 is deze spelling onder leiding van de toenmalige gedeputeerde van Onderwijs en Cultuur, W.S.S.D. Lourens, van het eilandgebied Curaçao in de vorm van een handleiding op Curaçao verspreid.

Vanaf het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw wordt het Papiamentu als verplicht vak gegeven op de basisscholen. Ook daarbij is de spelling Römer-Maduro-Jonis gevolgd.

De FPI heeft de ontwikkeling van de spellingregels van het Papiamentu bijgehouden en heeft deze spellingregels geactualiseerd. Deze meest actuele versie van de spellingregels dateert van 1 maart 2007 en is als bijlage 1 aan dit landsbesluit gehecht.

De FPI heeft tevens een lijst geformuleerd met woorden in het Papiamentu. De meest actuele versie van deze lijst van de FPI d.d. 1 maart 2007 is als bijlage 2 aan dit landsbesluit gehecht.

Paragraaf 3. De schrijfwijze van het Nederlands

In Nederland is bij wet van 14 februari 1947, houdende voorschriften met betrekking tot de schrijfwijze van de Nederlandse taal (Stb. 1947, no. H 52) bepaald dat de “ officieele schrijfwijze van de Nederlandsche taal ” die van (Matthias) De Vries en (Lammert) Te Winkel is. Deze wet is op 1 mei 1947 in werking getreden. Voor die tijd werd die schrijfwijze al in de praktijk gebruikt, onder meer in het onderwijs. Mede met het oog op een algemene maatregel van bestuur die volgens de wet van 1947 tot stand moest komen is een zogenoemde Woordenlijst (van de) Nederlandse taal vervaardigd, ook aangeduid met de algemeen gebruikte naam: Groene Boekje, die zowel door Nederland als België is overgenomen. De Woordenlijst (van de) Nederlandse taal kende een leidraad, waarin de spellingregels waren uitgewerkt, en een woordenlijst. Voor Nederland werden de spellingregels van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal vastgesteld bij besluit van 31 oktober 1953 welke spelling op 1 september 1955 in werking is getreden (Stb. 1955, no. 380).

Ook na het uitbrengen van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal bleven er spellingproblemen bestaan. Mede in dit verband is het besluit genomen een Belgisch-Nederlands samenwerkingsorgaan op het gebied van de Nederlandse taal en cultuur in het leven te roepen die de officiële spelling voor Nederland en België zou gaan vaststellen.

Dit besluit leidde tot een verdrag tussen Nederland en België van 9 september 1980 (Trb. 1980, 147) waarbij de Nederlandse Taalunie is opgericht. Vanaf de inwerkingtreding van het Verdrag op 23 juli 1981 (Stb. 1981, 453) bepaalt de Nederlandse Taalunie in Nederland en België de officiële spelling van het Nederlands. Het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie is bevoegd de spellingregels vast te stellen.

Naar aanleiding van een door dit Comité ingestelde commissie besliste dit Comité op 21 maart 1994 en 24 oktober 1994 over spellingregels van het Nederlands. Op 25 september 1995 stemde het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie in met een nieuwe editie van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal (Groene Boekje). Voorafgaande aan de uitgave van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal in 1995 stelde het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie vast de Woordenlijst in een cyclus van 10 jaar opnieuw te bekijken. Dit heeft ertoe geleid dat het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie op 25 april 2005 een geactualiseerde versie van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal heeft vastgesteld. Een volgende actualisering is in prinicipe voorzien voor 2015.

Voorts heeft de Nederlandse Taalunie met de Republiek Suriname op 12 december 2003 een associatie-overeenkomst ondertekend welke onder meer inhoudt dat besluiten van het Comité van Ministers van toepassing zijn op Suriname na voorafgaande instemming daarmee zowel van het Comité van Ministers als van Suriname.

In navolging van de officiële schrijfwijze van de Nederlandse taal in Nederland van 1947 is in de Nederlandse Antillen bij Landsverordening schrijfwijze Nederlandse taal 1956 (P.B. 1956, no. 95) de spelling gevolgd van De Vries en Te Winkel. Overeenkomstig artikel 5 van de Landsverordening schrijfwijze Nederlandse taal 1956 is op 24 april 1998 bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, een wijziging van de schrijfwijze van het Nederlands vastgesteld (Landsbesluit schrijfwijze Nederlandse taal (P.B. 1998, no. 64)). Deze wijziging is vastgesteld in navolging van de wijzigingen van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie in 1995.

Met de inwerkingtreding van de Landsverordening officiële talen per 1 juli 2007 (P.B. 2007, no. 39) is de Landsverordening schrijfwijze Nederlandse Taal 1956 ingetrokken. Hiermee is het daarop gebaseerde Landsbesluit schrijfwijze Nederlandse taal van 1998 als uitvoeringsregeling van de Landsverordening schrijfwijze Nederlandse taal 1956 van rechtswege vervallen.

In het Landsbesluit schrijfwijze Nederlandse taal van 1998 was gekozen voor een verwijzing naar (de leidraad en de woordenlijst die waren opgenomen in) de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal uit 1995 van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. In het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening officiële talen, wordt in aansluiting op de Nederlandse Spellingwet van 15 september 2005 (Stb. 2005, no. 66) volstaan met een directe verwijzing naar de beslissingen van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie. Hiermee gelden ook alle toekomstige wijzigingen van de officiële spelling van het Nederlands van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie - na toepassing van artikel 3 en 4 van dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen - tevens voor de officiële spelling van het Nederlands op de Nederlandse Antillen.

Met de inwerkingtreding van het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening officiële talen, is de door het Comité van Ministers van de Nederlandse taalunie in 2005 geactualiseerde versie van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal van toepassing verklaard op de spellingregels van het Nederlands op de Nederlandse Antillen. Het aantal wijzigingen in de spelling van het Nederlands in de geactualiseerde versie van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal van het Comité van Ministers van de Nederlandse Taalunie uit 2005 ten opzichte van de Woordenlijst (van de) Nederlandse taal uit 1995 is evenwel gering en heeft dus beperkte consequenties voor de onderwijspraktijk.

Paragraaf 4. Financiële gevolgen van de spellingswijziging

De vaststelling van de schrijfwijze van het Papiamentu is een vaststelling van de bestaande praktijk. De wijziging van het Nederlands ziet, zoals uit vorengaande paragraaf volgt, slechts op een geringe wijziging. Er zal dan ook sprake zijn van een betrekkelijk geringe wijziging van de schrijfwijze die niet terstond een aanpassing van bijvoorbeeld de leermiddelen nodig maakt. Deze spellingwijziging kan geleidelijk haar beslag krijgen, namelijk op die momenten waarop de leermiddelen ook los van de spellingwijziging worden vervangen. De met de aanpassing gemoeide kosten kunnen dan ook derhalve met de bestaande middelen worden opgevangen.

Dit wordt ook bevestigd in het advies van de Directie Financiën van 26 september 2007.

Paragraaf 5. Advies Raad van Advies (RVA) no. RA/056-07’08

Wetstechnische en inhoudelijke opmerkingen van de Raad zijn gevolgd en het ontwerp is op deze punten aangepast. Ook zijn de opmerkingen van de Raad over de bijlagen bij het landsbesluit betreffende de spellingregels en de woordenlijst gevolgd. Zo zijn de schrijffouten in de bijlagen verbeterd, is de afkortingenlijst aangevuld en zijn regels geformuleerd voor de schrijfwijze van geografische namen die nog niet zijn gestandaardiseerd.

Verder heeft de Regering de opmerkingen van de Raad over het toekomstige beleid met waardering gelezen en zal deze opmerkingen meenemen in het door de Regering te ontwikkelen beleid betreffende de schrijfwijze van het Papiamentu in de toekomst.

Paragraaf 6. Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

Het beleidsbepalende orgaan van de Nederlandse Taalunie is het Comité van Ministers. Bij het Comité van Ministers berust ook de zorg voor de uitvoering van het Verdrag. Anders gezegd: de bevoegdheid om namens de Nederlandse Taalunie beslissingen te nemen berust bij het Comité van Ministers. Een van de belangrijkste bevoegdheden van het Comité van Ministers is het – gemeenschappelijk – bepalen van de officiële spelling van het Nederlands (zie artikel 4, onder b, van meergenoemd verdrag).

Artikel 2

De plaatsing, of anders gezegd, bekendmaking van de schrijfwijze van het Papiamentu en het Nederlands in de Curaçaosche Courant geschiedt op initiatief van de Minister van Onderwijs en Cultuur en wel terstond nadat de Stichting FPI of de Nederlandse Taalunie een beslissing omtrent de schrijfwijze heeft genomen (lid 3).

Artikel 3

Voor beslissingen omtrent de schrijfwijze van het Papiamentu en het Nederlands geldt een zogenoemde dynamische verwijzing (lid 1). Dat wil zeggen dat iedere door de Stichting FPI of de Nederlandse Taalunie genomen beslissing betreffende de spelling na integrale plaatsing van die beslissing in de Curaçaosche Courant, als zodanig gaat gelden, dus zonder dat daarvoor enige nadere regelgeving nodig is.

Schoolexamens, training van onderwijzers en het nog niet voorhanden zijn van schoolmateriaal kunnen redenen zijn om de schrijfwijze van het Papiamentu en Nederlands niet in werking te laten treden kort na dagtekening van de Curacaosche Courant waarin de beslissing omtrent de nieuwe schrijfwijze bekend wordt gemaakt maar op een later tijdstip. Het algemeen belang van de Nederlandse Antillen is er immers niet mee gediend als de leerlingen in hun examenjaar met een nieuwe spelling te maken krijgen. Daarnaast dienen in verband met de nieuwe schrijfwijze de onderwijzers wellicht cursussen te volgen en zijn deze cursussen niet door allen gevolgd voordat de nieuwe schrijfwijze in de Curaçaosche Courant bekend gemaakt is. Ook kan het zijn dat nieuw onderwijsmateriaal opgesteld dient te worden en daarvoor een ruime levertijd geldt.

Een bijzondere bepaling geldt, indien de beslissing van de Stichting of de Nederlandse Taalunie omtrent de schrijfwijze betrekking heeft op de lijst met woorden. In die lijst met woorden kunnen woorden voorkomen die niet zonder meer zijn af te leiden uit de vastgestelde spellingregels. In dat geval kan de Minister van Onderwijs en Cultuur, indien daartoe naar zijn oordeel aanleiding bestaat, volstaan met terinzagelegging van deze lijst (lid 2). Van die terinzagelegging doet hij terstond mededeling in de Curaçaosche Courant. Tot die mededeling hoort ook de bekendmaking van de plaats waar de terinzagelegging geschiedt. Het is vooralsnog de bedoeling dat terinzagelegging plaatsvindt bij de Directie Onderwijs, Sport en Cultuur.

Artikel 4

Voor de geldende schrijfwijze van het Papiamentu en het Nederlands wordt als uitgangspunt genomen de officiële spelling van de FPI respectievelijk de Nederlandse Taalunie op het moment van inwerkingtreding van het landsbesluit. In dit verband zijn in artikel 4 het tweede lid en het vierde lid opgenomen.

Artikel 5

De noodzaak om dit artikel op te nemen hangt samen met het bepaalde in artikel 5, tweede lid, van de Landsverordening officiële talen (P.B. 2007, no. 20). Ingevolge artikel 5, eerste lid, van deze landsverordening kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, regels worden gegeven betreffende de schrijfwijze van de officiële talen.

Ingevolge het tweede lid van dit artikel wordt het in het eerste lid genoemde landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan de Staten van de Nederlandse Antillen overgelegd. Het betrokken landsbesluit treedt in werking op een tijdstip dat, nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, bij landsbesluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door de Staten de wens te kennen wordt gegeven, dat de schrijfwijze van de officiële talen bij landsverordening wordt goedgekeurd. In dat geval wordt een daartoe strekkende ontwerp-landsverordening zo spoedig mogelijk aan de Staten van de Nederlandse Antillen aangeboden.

Aangezien het onderhavige ontwerp-landsbesluit ter uitvoering strekt van artikel 5, eerste lid, van de Landsverordening officiële talen, is het tweede lid van dat artikel van toepassing. Met artikel 5, tweede lid, is derhalve een voorhangbepaling in de Landsverordening officiële talen opgenomen en is er sprake van voorwaardelijke delegatie van de wetgevingsbevoegdheid van de Staten.