Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSVERORDENING van de 8ste October 1952 regelende de gevolgen van het aanvaarden door ambtenaren van de Nederlandse Antillen van Hun verkiezing tot gedeputeerde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING van de 8ste October 1952 regelende de gevolgen van het aanvaarden door ambtenaren van de Nederlandse Antillen van Hun verkiezing tot gedeputeerde
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-10-195201-07-1951Nieuwe regeling

08-10-1952

P.B. 1952, no. 117

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 8ste October 1952 regelende de gevolgen van het aanvaarden door ambtenaren van de Nederlandse Antillen van Hun verkiezing tot gedeputeerde

Artikel 1

Deze landsverordening verstaat onder ambtenaren van de Nederlandse Antillen de personen, zowel mannelijke als vrouwelijke, die door of vanwege het daartoe bevoegd gezag in burgerlijke dienst van de Nederlandse Antillen

zijn benoemd, van een schriftelijke aanstelling zijn voorzien en een betrekking bekleden, waaraan verbonden is een bezoldiging of beloning welke uit Land kas wordt gekweten, alsmede het personeel van het Beheerskantoor van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen.

Artikel 2

  • 1. De ambtenaar, die de betrekking van gedeputeerde aanvaardt, wordt met ingang van de dag van zijn benoeming op non-activiteit gesteld.

  • 2. De overeenkomstig het vorig lid op non-activiteit gestelde ambtenaar is ontheven van de waarneming van zijn betrekking tot op de dag van zijn weder inactiviteitstelling. Zijn bezoldiging of beloning met inbegrip van eventuele toelagen wordt gedurende de non-activiteit niet genoten.

  • 3. Met ingang van de dag waarop hij ophoudt gedeputeerde te zijn, wordt de ambtenaar in activiteit hersteld, tenzij zijn ambtsbetrekking reeds eerder mocht zijn geëindigd, aan hem wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd en diensttijd in de zin van de Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren ,1938 of van de Gouvernementswerkliedenverordening 1944, beide zoals gewijzigd, ontslag mocht zijn of worden verleend, of herstel in activiteit om andere redenen niet mocht plaats vinden.

  • 4. De tijd door een ambtenaar op non-activiteit doorgebracht, telt mede voor telt verkrijgen van aanspraken, voortvloeiende uit voor hem geldende wettelijke regelingen. Voor beoordeling van met zijn bezoldiging of beloning in verband staande aanspraken, wordt de bezoldiging of beloning, als basis genomen, welke hij m activiteit zou hebben genoten. Gedurende de non-activiteit wordt de ambtenaar op gelijke voet als de actief dienende ambtenaar in aanmerking gebracht voor bevordering.

Artikel 3

  • 1. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing op de verplichte onderwijzer bij het krachtens wettelijke regeling gesubsidieerd bijzonder onderwijs en op de onderwijzer van de R. K. Ambachtsschool „St. Jozef “, die de betrekking van gedeputeerde aanvaardt en deswege door het betrokken schoolbestuur op non-activiteit wordt gesteld.

  • 2. Over de tijd, gedurende welke een onderwijzer als in het vorige lid bedoeld, gedeputeerde is, worden aan het betrokken schoolbestuur uit hoofd van bezoldigingen en toelage van die onderwijzer geen uitkeringen gedaan.

Artikel 4

  • 1. De tijd gedurende welke een ambtenaar dan wel een verplichte onderwijzer bij het krachtens wettelijk regeling gesubsidieerd bijzonder onderwijs, of een onderwijzer de R. K. Ambachtsschol ST. Jozef, ingevolge artikel 2, respectievelijk artikel 3, op non-activiteit is gesteld, komt als dienstijd in aanmerking zowel voor de beoordeling der pensioenaanspraken als voor de berekening van het pensioenbedrag ingevolge de voor de ambtenaar of daarmede in de zin van deze landsverordening gelijk gestelde geldende bepalingen.

  • 2. De ambtenaar of de daar mede in de zin van deze landsverordening gelijk gestelde is gedurende de tijd van zijn non-activiteit verplicht de ingevolge de voor hem gelijdende wettelijke regelingen door hem is verschuldigde bijdragen voor eigen, weduwen- en wezenpensioen te worden berekend over de bezoldiging of de beloning waarnaar zij zouden zijn berekend, waren de bezoldiging of de beloning in activiteit genoten, en worden door de uitbetalende instantie ten bate van het betrokken pensioenfonds ingehouden bij de uitbetaling van de toelage als gedeputeerde.

Artikel 5

Onder enige betrekking als bedoeld in artikel 50, tweede lid der Pensioenverordening Burgerlijke Landsdienaren 1938, wordt niet begrepen de betrekking van gedeputeerde.

Artikel 6

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die harer afkondiging en werkt terug tot en met.