Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nederlandse Antillen

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 22ste september 1964 ter uitvoering van artikel 3 lid 3 van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1945, no. 51)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Nederlandse Antillen
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 22ste september 1964 ter uitvoering van artikel 3 lid 3 van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1945, no. 51)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Loterijverordening 1909 (P.B. 1945, no. 57), artikel 3 lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-06-1984art. 6

16-03-1984

P.B. 1984, no. 26

onbekend
30-05-1978art. 6

12-04-1978

P.B. 1978, no. 127

onbekend
24-08-1966art. 1a, 6a, 7

08-08-1966

P.B. 1966, no. 149

onbekend
08-10-1964Nieuwe regeling

22-09-1964

P.B. 1964, no. 142

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 22ste september 1964 ter uitvoering van artikel 3 lid 3 van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1945, no. 51)

Artikel 1

  • 1. De bruto-inkomsten, voortvloeiende uit de sportprijsvragen georganiseerd door rechtspersoonlijkheid bezittende in de Nederlandse Antillen gevestigde instellingen die ten doel hebben de sport in de Nederlandse Antillen te bevorderen, worden na aftrek van de verschuldigde belastingen als volgt verdeeld:

    • a.

      20% voor de betreffende instelling;

    • b.

      40% voor de winnaar (s);

    • c.

      40% voor de sportorganisaties in de Nederlandse Antillen;

  • 2. Het aantal sportprijsvragen bedraagt ten hoogste één per week.

Artikel 1a

  • 1. De in artikel 1 bedoelde instellingen dienen zorg te dragen voor een gedegen administratie.

  • 2. De besturen van deze instellingen zijn belast met de algemene leiding, alsmede met de organisatie van de sportprijsvragen.

  • 3. De besturen van deze instellingen zijn verplicht jaarlijks vóór 1 maart aan de Minister van Justitie verslag uit te brengen over hun werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar.".

Artikel 2

Het bedrag, voortvloeiende uit het in artikel 1 lid 1 onder a bedoelde percentage wordt voor de helft benut voor het bestrijden van de administratiekosten van de betreffende instelling en voor de andere helft als aanvullende bijdragen voor het uitzenden van sportdelegaties uit de Nederlandse Antillen naar regionale en Olympische spelen.

Artikel 3

Het bedrag, voortvloeiende uit het in artikel 1 lid 1 onder c bedoelde percentage, wordt als volgt onderverdeeld:

55% voor het op Curaçao bestaande en door de aldaar gevestigde sportverenigingen erkende overkoepelend eilandelijk sportorgaan;

35% voor het op Aruba bestaande en door de aldaar gevestigde sportverenigingen erkende overkoepelend eilandelijk sportorgaan;

5% voor het op Bonaire bestaande en door de aldaar gevestigde sportverenigingen erkende overkoepelend eilandelijk sportorgaan;

5% voor het op de Bovenwindse Eilanden bestaande en door de aldaar gevestigde sportverenigingen erkende overkoepelend eilandelijk sportorgaan, een en ander met inachtneming van het bepaalde bij artikel 5.

Artikel 4

Zolang er in de eilandgebieden Bonaire en de Bovenwindse Eilanden geen erkende overkoepelend eilandelijke sportorganen gevestigd zijn zullen de bedragen, voortvloeiende uit de in het vorige artikel bedoelde percentages voor Bonaire en de Bovenwindse Eilanden, door de in artikel 1 lid 1 bedoelde instellingen worden overgedragen aan de gezaghebber.

De gezaghebber wendt, gehoord het bestuurscollege, de ontvangen bedragen aan tot bevordering van de sport in het algemeen in het betreffende eilandgebied.

Artikel 5

De overkoepelende eilandelijke sportorganen verdelen de in artikel 3 bedoelde percentages, zodanig onder de tot hun ressort behorende sportverenigingen, dat een groter deel wordt toegekend aan die sportvereniging van hun ressort die daadwerkelijk heeft bijgedragen tot het verkrijgen van de totale bruto-opbrengsten van de sportprijsvraag.

Artikel 6

De in artikel 1 bedoelde instellingen zullen geen weddenschappen aanbieden of afsluiten welke een inleg van f 25,— te boven gaan.

Artikel 6a

  • 1. De organisatie van de sportprijsvragen geschiedt op de grondslag van de geldende statuten en reglementen van de instellingen in artikel 1 bedoeld.

  • 2. Vaststelling, wijzigingen en aanvullingen van de statuten en reglementen zijn onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Minister van Justitie.".

Artikel 7

  • 1. De in artikel 1 lid 1 bedoelde instellingen zijn gehouden op uiterlijk 31 januari en 31 juli van elk jaar een overzicht van de ontvangen en de ingevolge dit landsbesluit bestede gelden toe te zenden aan de Landsaccountantsdienst en verstrekken voorts al de door deze dienst gewenste inlichtingen.

  • 2. Zij geven desgevraagd onverwijld inzage van alle boeken en bescheiden aan de Landsaccountantsdienst

Artikel 8

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging.