Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 20ste januari 1962 tot vaststelling van regelen met betrekking tot de jaarlijkse afrekening met de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden van bijdragen ten behoeve van het Werkliedenpensioenfonds

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 20ste januari 1962 tot vaststelling van regelen met betrekking tot de jaarlijkse afrekening met de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden van bijdragen ten behoeve van het Werkliedenpensioenfonds
Citeertitelonbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 20ste januari 1962 tot vaststelling van regelen met betrekking tot de jaarlijkse afrekening met de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden van bijdragen ten behoeve van het Werkliedenpensioenfonds

Artikel 1

  • 1. De afrekening met de Nederlandse Antillen, de Eilandgebieden of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, lid 2a, van de Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1978, no. 376), van ingehouden bijdragen, ingevolge artikel 30 van de Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1978, no. 376) en de bijdragen ingevolge artikel 4 leden 1 en 2 van de Landsverordening van de 29ste december 1944 (P.B. 1945, no. 26) over elk kalenderjaar, heeft telkenjare voor de 31ste december plaats naar reden van de gezamenlijke pensioengrondslagen van de deelgenoten op de peildatum.

  • 2. Voor de afrekening, bedoeld in het eerste lid, worden de op de peildatum aanwezige deelgenoten geacht gedurende het gehele kalenderjaar, waarover de afrekening loopt in dienst te zijn geweest. Aanstellingen van deelgenoten, die na de peildatum vallen, blijven voor de vaststelling van de afrekening over het kalenderjaar, waarin de aanstelling plaats vindt, buiten beschouwing.

  • 3. Onder peildatum wordt verstaan 31 december van het kalenderjaar, voorafgaande aan dat, waarover de afrekening loopt.

Artikel 2

  • 1. De afdracht van de bijdragen, genoemd in het eerste lid van artikel 1, heeft plaats in maandelijkse termijnen.

  • 2. Door de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen kan betaling in termijnen, lopende over langere tijdvakken, worden toegestaan, indien maandelijkse termijnen te geringe bedragen vormen.

  • 3. Zolang het definitief over het kalenderjaar af te rekenen bedrag met het fonds niet is vastgesteld, wordt door de Nederlandse Antillen, de eilandgebieden en de in het eerste lid van artikel 1 bedoelde rechtspersonen, maandelijks een twaalfde gedeelte gestort van het totaal over het voorafgaande kalenderjaar afgerekende bedrag. Na de vaststelling van de definitieve vordering van het fonds worden, na opgave van de Directeur van het Algemeen Pensioenfonds van de Nederlandse Antillen, de resterende maandelijkse termijnen naar verhouding verhoogd of verlaagd.

Artikel 3

De afdracht van de ingehouden bijdragen ingevolge artikel 31 van de Werkliedenverordening 1944 (P.B. 1978, no. 376) heeft plaats in maandelijkse termijnen. Het tweede en derde lid van artikel 2 zijn ten deze van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die zijner afkondiging en werkt terug tot en met 1 januari 1962.