Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Koninkrijksdeel Curaçao

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de februari 2009 houdende wijziging van het Landsbesluit eindexamens v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieKoninkrijksdeel Curaçao
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de februari 2009 houdende wijziging van het Landsbesluit eindexamens v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorGouverneur van de Nederlandse Antillen
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010bestendiging Antilliaanse regelgeving in Curaçao

10-10-2010

A.B. 2010, no. 86 en A.B. 2010, no. 87

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de februari 2009 houdende wijziging van het Landsbesluit eindexamens v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.

Artikel I

Het Landsbesluit eindexamens v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o. wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    In artikel 1 vervalt onderdeel s; de letters van de daarna volgende artikelonderdelen t, u, v en w worden gewijzigd in respectievelijk de letters: s, t, u en v.

  • B.

    Artikel 2, vijfde lid, komt als volgt te luiden:

De voorwaarde om toegelaten te worden tot een deeleindexamen is:

de kandidaat heeft eerder een eindexamen v.w.o, h.a.v.o. of v.s.b.o. afgelegd, of,

de leeftijd van de kandidaat moet op 1 april van het jaar waarin het deeleindexamen wordt afgenomen zijn:

voor v.s.b.o.-kandidaten 17 jaar of ouder;

voor h.a.v.o.-kandidaten 18 jaar of ouder;

voor v.w.o.-kandidaten 19 jaar of ouder.

  • C.

    Artikel 3, eerste en tweede lid, komen als volgt te luiden:

    • 1.

      Het eindexamen bestaat voor ieder vak uit een schoolexamen en, voorzover dat is aangegeven in het eindexamenprogramma, genoemd in artikel 7, tevens uit een centraal examen.

    • 2.

      Het schoolexamen v.w.o. en h.a.v.o. omvat mede een profielwerkstuk. Het bevoegd gezag bepaalt op welk

vak of welke vakken binnen het profiel van de kandidaat het profielwerkstuk betrekking heeft.

  • D.

    In de artikelen 7, 9, en 35 worden de woorden “Landsbesluit dagscholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.” telkens gewijzigd in: Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.

  • E.

    De artikelen 4, 5 en 6 komen als volgt te luiden:

Artikel 4

  • 1.

    Het eindexamen v.w.o. omvat:

    • a.

      de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 19, eerste en tweede lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o., met dien verstande dat, indien het bevoegd gezag hiervoor heeft gekozen, voor de bepaling van de eindcijfers de onderdelen literatuur van de talen tezamen als het vak literatuur van het gemeenschappelijk deel worden aangemerkt.

    • b.

      de vakken van het profieldeel van een van de profielen, genoemd in artikel 19, vijfde tot en met achtste lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o., waaronder tevens begrepen een profielwerkstuk, en

    • c.

      vakken en andere programmaonderdelen van het vrije deel van elk profiel, genoemd in artikel 19, negende lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o. met dien verstande dat door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en andere programmaonderdelen onderdeel zijn van het eindexamen uitsluitend voorzover de Minister daarvoor goedkeuring heeft verleend.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor v.w.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken, waarvoor hij een bewijs van kennis of een certificaat kan overleggen.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor v.w.o. en in het bezit is van het diploma h.a.v.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel: algemene natuurwetenschappen, algemene sociale wetenschappen en culturele artistieke vorming.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een avondschool of dagavondschool bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken culturele en artistieke vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel.

Artikel 5

  • 1.

    Het eindexamen h.a.v.o. omvat:

    • a.

      de vakken van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, genoemd in artikel 19a, eerste tot en met derde lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.;

    • b.

      de vakken van het profieldeel van een van de profielen, genoemd in artikel 19a, vierde tot en met zevende lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o., waaronder tevens begrepen een profielwerkstuk, en

    • c.

      vakken en andere programmaonderdelen van het vrije deel van elk profiel, genoemd in artikel 19a, achtste lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o. met dien verstande dat door het bevoegd gezag vast te stellen vakken en andere programmaonderdelen onderdeel zijn van het eindexamen uitsluitend voorzover de Minister daaraan goedkeuring heeft verleend.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor h.a.v.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken, waarvoor hij een bewijs van kennis of een certificaat kan overleggen.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een avondschool of dagavondschool, bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken culturele en artistieke vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel.

Artikel 6

  • 1.

    Het eindexamen v.s.b.o. omvat:

    • a.

      de vakken in het gemeenschappelijk deel ingevolge artikel 20, eerste tot en met vierde lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o., en

    • b.

      de twee vakken en het sectorprogramma in het sectordeel ingevolge artikel 20, vijfde lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o., waaronder voor de theoretisch kadergerichte leerweg tevens begrepen een sectorwerkstuk, en

    • c.

      indien gewenst, een vak als bedoeld in artikel 20, zesde lid, van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een school voor v.s.b.o., bij het eindexamen vrijgesteld van de vakken, deelvakken en sectorprogramma, waarvoor hij een bewijs van kennis kan overleggen.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid is de kandidaat die het eindexamen aflegt aan een avondschool of dagavondschool, vrijgesteld van de vakken lichamelijke opvoeding en culturele en artistieke vorming van het gemeenschappelijk deel.

  • F.

    In artikel 7, tweede lid, wordt de tekst “bedoeld in artikelen 19, zesde lid onderdeel d, en 19a, achtste lid onderdeel d,“ vervangen door: bedoeld in de artikelen 19, negende lid onderdeel b, en 19a, achtste lid onderdeel b,

  • G.

    In artikel 14 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

  • a.

    het derde lid, komt als volgt te luiden:

    • 3.

      In afwijking van het tweede lid wordt het cijfer van het schoolexamen voor een vak, waarvan geen centraal examen wordt afgenomen, afgerond op een geheel getal.

  • b.

    het zevende lid komt als volgt te luiden:

    • 7.

      In afwijking van het tweede lid wordt het sectorwerkstuk beoordeeld met “voldoende” of “goed”. Deze beoordeling geschiedt op de grondslag van het genoegzaam voltooien van het sectorwerkstuk, zoals blijkend uit het examendossier. Het sectorwerkstuk wordt beoordeeld door ten minste twee examinatoren die de kandidaat hebben begeleid bij de totstandkoming daarvan.

  • H.

    Artikel 16, onderdeel c. komt als volgt te luiden:

  • c.

    de beoordeling van het sectorwerkstuk.

  • I.

    Artikel 17 vervalt

  • J.

    Artikel 22, eerste lid, komt als volgt te luiden:

De opgaven en de bijbehorende beoordelingsnormen voor de vakken van het centraal examen zijn opgesteld in de instructietaal van de school of van de leerweg binnen die school en zijn voor alle kandidaten gelijk.

  • K.

    Artikel 36 komt als volgt te luiden:

Artikel 36

  • 1.

    De kandidaat die eindexamen v.s.b.o. heeft afgelegd, is geslaagd indien hij:

    • a.

      voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald,

    • b.

      voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of

    • c.

      voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of

    • d.

      voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, met dien verstande dat het eindcijfer van het sectorprogramma in de praktisch basisgerichte leerweg dan wel de praktisch kadergerichte leerweg een voldoende dient te zijn.

  • 2.

    In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor het sectorwerkstuk de kwalificatie “voldoende” of “goed” is behaald.

  • 3.

    De kandidaat die eindexamen v.w.o. of h.a.v.o. heeft afgelegd, is geslaagd indien hij met inachtneming van artikel 35, vijfde lid, tweede volzin:

    • a.

      voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald;

    • b.

      voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, of

    • c.

      voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6.0 bedraagt, of

    • d.

      voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld het eindcijfer 4 en voor één van deze vakken het eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers ten minste 6.0 bedraagt.

  • 4.

    In aanvulling op het derde lid geldt dat vakken culturele en artistieke vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, moeten zijn beoordeeld als ‘voldoende’ of ‘goed’.

  • 5.

    In aanvulling op het derde lid geldt tevens dat kandidaten, die het vak Spaans niet in hun profiel hebben, en ook geen vrijstelling voor dat vak hebben, een certificaat voor de beheersing van de Spaanse taal, als bedoeld in artikel 17 van het Landsbesluit scholen v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o., kunnen overleggen.

  • 6.

    De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd en niet voldoet aan één van de voorwaarden, genoemd in het eerste en tweede dan wel derde en vierde lid, is afgewezen.

  • 7.

    Indien een kandidaat in het laatste leerjaar langdurig ziek is dan wel lange tijd niet in staat is onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, kan het bevoegd gezag van een dagschool, de met het uitoefenen van het toezicht daarop belaste instantie gehoord, toestaan dat, in afwijking van het zesde lid, deze kandidaat het eindexamen gedurende twee achtereenvolgende schooljaren aflegt.

    • L.

      In artikel 44, derde lid onderdeel b, wordt achter het woord “voldoende” een punt geplaatst en dient het overige deel van de zin “, en” te worden weggelaten en vervalt onderdeel c.

    • M.

      In artikel 47, vijfde lid, worden de woorden “ministeriële regeling” vervangen door: ministeriele beschikking met algemene werking.

    • N.

      In artikel 56 worden de cijfers 2. en 3. voor de laatste twee leden gewijzigd in respectievelijk de cijfers 3. en 4.

Artikel II

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin het geplaatst is en werkt terug tot en met 1 augustus 2007.

NOTA VAN TOELICHTING

bij het Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 4de februari 2009 houdende wijziging van het Landsbesluit eindexamens v.w.o., h.a.v.o., v.s.b.o.

I Algemeen

Inleiding

Het onderhavige landsbesluit beoogt een aantal wijzigingen aan te brengen teneinde gelijk te lopen met de regeling voor eindexamens in Nederland. Voorts zijn op diverse punten aanpassingen gedaan die voorzover nodig per artikel zullen worden toegelicht.

Financiële gevolgen

De bekostiging van het onderwijs is een aangelegenheid van de eilandgebieden. Het ontwerp heeft dus voor het Land geen financiële gevolgen. Het ontwerp betreft de uitvoering van reeds bestaande wetgeving. De financiële gevolgen voor de eilandgebieden zullen naar verwachting nihil zijn.

Advies Raad van Advies (RvA no. RA/36A-08-LB)

Het ontwerp en de nota van toelichting zijn aangepast overeenkomstig de opmerkingen van de Raad van Advies. Wat betreft de opmerking van de Raad inzake de financiële gevolgen voor de eilandgebieden, kan worden opgemerkt dat het onderhavige landsbesluit is opgesteld op basis van documenten die met de eilandgebieden zijn besproken. Het landsbesluit, dat in de praktijk reeds vanaf augustus 2007 wordt uitgevoerd, leidt niet tot wijziging in het aantal te examineren vakken en heeft derhalve geen financiële gevolgen.

II. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A, artikel 1

Omdat het cultureel artistiek werkstuk opgenomen is in de eindtermen van het vak CAV in het vsbo, behoeft dit niet apart in de wet te worden opgenomen.

Artikel I, onderdeel B, artikel 2, vijfde lid

Het onder a. gestelde is nieuw. Soms zijn kandidaten die gezakt zijn voor het eindexamen en deel willen nemen aan het deeleindexamen volgens het vijfde lid, onderdeel b, nog te jong. Ook deze kandidaten krijgen nu een kans en hoeven niet te wachten.

Artikel I, onderdeel C, artikel 3

Artikel 17 vervalt. Daardoor kan in het eerste lid worden volstaan met te verwijzen naar artikel 7.

Aan de wijziging van het tweede lid ligt de keuze ten grondslag om minder voorwaarden te stellen aan het profielwerkstuk. Tevens is de verantwoordelijkheid daarvoor overgedragen aan het bevoegd gezag.

Artikel I, onderdeel E, artikel 4

In het eerste lid is de berekening van het gemiddelde cijfer voor literatuur weggehaald; dit wordt thans aan de scholen zelf overgelaten. De positie van het vak Papiamentu is hier onder meer debet aan.

In het tweede lid is het certificaat toegevoegd omdat het vak Spaans vervangen mag worden door een certificaat voor dat vak en omdat in avond- en dagavondscholen tevens gebruik gemaakt kan worden van certificaten behaald tijdens een landsexamen.

De vrijstelling in het derde lid is nieuw, in zoverre dat die nu alleen voor avond- en dagavondscholen geldt.

Het vierde lid komt overeen met het huidige derde lid, met dien verstande dat er geen deelvakken meer zijn.

Artikel I, onderdeel E, artikel 5

Dit artikel is in overeenkomstige zin gewijzigd als artikel 4. Verwezen wordt daarom naar de toelichting op artikel 4.

Artikel I, onderdeel E, artikel 6

Aan het eerste lid, onderdeel b., is het sectorwerkstuk toegevoegd.

In het derde lid vervalt de opmerking over het cultureel artistiek werkstuk. Zie ook de toelichting bij artikel 1.

Artikel I, onderdeel F, artikel 7

Het gaat hier uitsluitend om wijziging van de verwijzingen.

Artikel I, onderdeel G, artikel 14

Het nieuw ingevoerde derde lid is in overeenstemming met de nieuwe Nederlandse regeling. Dit is met name belangrijk bij het berekenen van het combinatiecijfer.

Wat betreft het zevende lid kan worden opgemerkt dat het profielwerkstuk nu met een cijfer wordt beoordeeld en dus niet meer onder deze uitzonderingsregel valt. Het cultureel artistiek werkstuk is hier uit de tekst verwijderd; zie de toelichting bij artikel 1.

Artikel I, onderdeel H, artikel 16

Ook hier is het cultureel artistiek werkstuk uit de tekst verwijderd.

Artikel I, onderdeel I, artikel 17

Dit artikel vervalt, omdat in het programma, bedoeld in artikel 7, tweede lid, al is aangegeven voor welke vakken een centraal examen wordt afgenomen.

Artikel I, onderdeel J, artikel 22

Omdat er een duidelijker taalbeleid is voor het v.o., komt dat ook in dit artikel naar voren.

Artikel I, onderdeel K, artikel 36,

De slagingsregeling, vermeld in het eerste tot en met vierde lid, is aangepast aan de gewijzigde regeling in Nederland.

Het vijfde lid is nieuw. Kandidaten voor het havo en vwo, die geen Spaans in hun pakket hebben en ook geen vrijstelling voor dat vak hebben, moeten voor dat vak een certificaat, zoals bedoeld in artikel 17, vijfde lid, van het inrichtingsbesluit vwo, havo, vsbo, overleggen.

Artikel I, onderdeel L, artikel 44

Voor een toelichting op deze wijziging wordt verwezen naar de toelichting bij artikel I, onderdeel A, artikel 1.

De Minister van Onderwijs en Cultuur